In welbepaalde situaties hebben je werknemers het recht om afwezig te blijven van het werk, met behoud van loon. Dit recht heet ‘klein verlet’. Dit geldt bijvoorbeeld voor specifieke familiegebeurtenissen, zoals een huwelijk of een overlijden, en ook voor het nakomen van bepaalde staatsburgelijke verplichtingen. Hieronder lees je wanneer een werknemer recht heeft op klein verlet en welke gebeurtenissen in aanmerking komen.
Als je medewerker aanspraak wil maken op klein verlet, ook gekend als kort verzuim, moet hij aan de volgende voorwaarden voldoen:
Voldoet je medewerker aan al deze punten? Dan betaal je zijn loon gewoon door tijdens zijn afwezigheid.
Hieronder vind je de verschillende situaties waarin je klein verlet verleent.
De duur voor het klein verlet bij een overlijden of begrafenis, ook wel rouwverlof genoemd, is afhankelijk van de graad van verbondenheid. Onderstaand de algemene regels.
Het is mogelijk dat je sector bijvoorbeeld meer dagen klein verlet voorziet voor een bepaalde gebeurtenis, of de termijn waarin je deze dagen kan opnemen uitbreidt. Kijk dus steeds in je sectorale gids. Het is ook mogelijk dat er op ondernemingsniveau een uitbreiding gemaakt werd:
10 dagen klein verlet voor het overlijden van een echtgeno(o)t(e), samenwonende partner, (pleeg)kind. Waarvan de eerste drie dagen moeten opgenomen worden in de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. De overige zeven dagen kunnen worden opgenomen binnen het jaar na de dag van het overlijden. Mits akkoord van de werkgever, kan van beide perioden afgeweken worden.
3 dagen klein verlet voor het overlijden van ouders (vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder). Deze dagen moeten opgenomen worden tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. Er kan van de periode waarin deze dagen moeten worden opgenomen, worden afgeweken mits akkoord van de werkgever.
Met langdurige pleegzorg wordt de pleegzorg bedoeld waarvan bij aanvang duidelijk is dat het kind voor minstens zes maanden in hetzelfde pleeggezin of bij dezelfde pleegouder of dezelfde pleegouders zal verblijven. De attestering hiervan gebeurt door de bevoegde pleegzorgdiensten binnen de drie gemeenschappen.
Deze dagen moeten opgenomen worden tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. Er kan van de periode waarin deze dagen moeten worden opgenomen, worden afgeweken mits akkoord van de werkgever.
Twee dagen klein verlet voor het overlijden van een inwonende broer, zus, schoonzus, schoonbroer, grootvader, grootmoeder, kleinkind, van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon of schoondochter, van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner.
Deze dagen moeten opgenomen worden tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. Er kan van de periode waarin deze dagen moeten worden opgenomen, worden afgeweken mits akkoord van de werkgever.
Een dag voor de begrafenis van een niet bij de werknemer inwonende broer, zus, schoonbroer of schoonzus, grootvader, grootmoeder, kleinkind, van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon of schoondochter, van de werknemer of van zijn of haar echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner.
Deze dag is door de werknemer op te nemen op de dag van de begrafenis. Deze dag kan eventueel op een ander moment worden opgenomen op vraag van de werknemer mits akkoord van de werkgever.
Met kortdurende pleegzorg wordt bedoeld alle vormen van pleegzorg die niet voldoen aan de voorwaarden van langdurige pleegzorg. (Met langdurige pleegzorg wordt de pleegzorg bedoeld waarvan bij aanvang duidelijk is dat het kind voor minstens zes maanden in hetzelfde pleeggezin of bij dezelfde pleegouder of dezelfde pleegouders zal verblijven. De attestering hiervan gebeurt door de bevoegde pleegzorgdiensten binnen de drie gemeenschappen.)
Deze dag is door de werknemer op te nemen op de dag van de begrafenis. Deze dag kan eventueel op een ander moment worden opgenomen op vraag van de werknemer mits akkoord van de werkgever.
Wanneer er sprake is van een arbeidsongeschiktheidsperiode ten gevolge van ziekte of ten gevolge van een ongeval, die aansluit op de afwezigheid wegens het overlijden van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner, van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner, worden de dagen rouwverlof vanaf de vierde dag aangerekend op de periode van gewaarborgd loon, op voorwaarde dat deze vierde dag aansluit op de drie dagen klein verlet die moeten worden opgenomen in periode tussen de dag van het overlijden en de dag van de begrafenis.
Je medewerker mag klein verlet aanvragen voor zijn eigen huwelijk of dat van een familielid. Voor het eigen huwelijk ontvangt de medewerker 2 of meer dagen, afhankelijk van je sector of regels in je onderneming.
Voor het huwelijk van een familielid geldt dat als algemene regel dat de medewerker één dag ontvangt, namelijk de dag van het huwelijk. Het betreft hier het huwelijk van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van een kleinkind van de werknemer.
Een geadopteerd kind of een erkend natuurlijk kind is gelijkgesteld met een wettig kind wat de toepassing van het kort verzuim betreft. Een halfbroer of halfzuster wordt gelijkgesteld met een broer of zuster.
Bij een plechtige communie van het kind van je medewerker of diens echtgenoot krijgt je medewerker een vrije dag voor de dag van de plechtigheid. Valt deze dag op een zon- of feestdag of een gewone inactiviteitsdag? Dan krijgt je medewerker een vrije dag onmiddellijk voor of na de zondag, feestdag of inactiviteitsdag. Dezelfde regels gelden als het gaat over een feest van de vrijzinnige jeugd.
Doet een kind je van medewerker of zijn echtgeno(o)t(e) zijn intrede in het klooster of is er sprake van een priesterwijding? Dan heeft je medewerker recht op klein verlet op de dag van de plechtigheid. Dat geldt ook als het zijn broer, zus, schoonbroer of schoonzus betreft.
Moet je medewerker voor de rechtbank verschijnen als getuige, deelnemen aan een jury of persoonlijk verschijnen voor de arbeidsrechtbank? Dan heeft hij recht op klein verlet voor de periode die hij in de rechtbank doorbrengt, met een maximum van vijf dagen.
Wanneer een medewerker zijn burgerplicht moet vervullen als bijzitter gelden de volgende regels:
Woont je medewerker wettelijk samen? Dan is hij volgens het koninklijk besluit van 28 augustus 1963 gelijkgesteld met een echtgeno(o)t(e). Als je medewerker slechts feitelijk samenwoont is dat niet het geval. Toch hanteren veel sectoren en ondernemingen een soepelere regeling. Zo krijgen veel feitelijke samenwonende partners bijvoorbeeld wel een dag verlof voor de begrafenis van hun schoonouders.
Voor deeltijdse medewerkers geldt dat ze recht hebben op klein verlet als de gebeurtenis valt op een dag waarop ze normaal zouden werken. Wanneer er meerdere dagen worden verleend over een bepaalde periode kan de werknemer de meest gunstige dagen kiezen conform zijn werkrooster.
Meer weten over de sociale wetgeving? Acerta heeft alle kennis in huis.
Als werkgever snel een correct en overzichtelijk antwoord vinden op je hr en payroll-vragen? Daar zorgt Acerta graag voor.
Bekijk al onze dossiers voor werkgevers Bekijk alle artikels over dit onderwerp