Op deze pagina
Kan ik zelfstandige worden als werkloze?
Dat mag in principe niet. Wat wél mag, is onder bepaalde voorwaarden als werkloze een zelfstandig bijberoep opstarten, en intussen je werkloosheidsuitkering behouden. Voldoe je niet aan de voorwaarden, kan de RVA je nog wel toestaan om een bijberoep voort te zetten dat je al had toen je nog niet werkloos was. Tot slot gelden nog enkele gunstmaatregelen.
Bijberoep en werkloosheid: springplank naar zelfstandige
Vanaf 1 oktober 2016 mag je onder bepaalde voorwaarden tijdens de werkloosheid een bijkomstige activiteit als zelfstandige opstarten of voortzetten. Je mag dan gedurende maximum 12 maanden je uitkeringen behouden. Deze regeling wordt ook wel ‘springplank naar zelfstandige’ genoemd.
Om in aanmerking te komen, moet je voldoen aan de volgende voorwaarden:
-
je doet bij de RVA aangifte van de activiteit op het moment van de uitkeringsaanvraag of, indien je al uitkeringen ontvangt, vóór het begin van de activiteit,
-
je mag je loontrekkende activiteit niet stopzetten of verminderen om van het voordeel te kunnen genieten,
-
je mag de afgelopen 6 jaar de zelfstandige activiteit niet als hoofdberoep hebben uitgeoefend,
-
de activiteit mag niet door derden worden uitgeoefend (in het bijzonder door werknemers of in onderaanneming), tenzij dit heel uitzonderlijk gebeurt,
-
je zelfstandige activiteit heeft een bijkomstig karakter.
Vergeet ook niet je inkomsten te beperken. Je uitkering wordt namelijk verminderd met het bedrag van je netto belastbaar jaarinkomen dat het grensbedrag van 5 422,56 euro (bedrag vanaf 01/05/2024) overschrijdt.
Neem voor meer info contact op met de RVA.
Voortzetting van een bijberoep: strikte voorwaarden
Wanneer je niet voldoet aan de voorwaarden, mag je in principe geen zelfstandige activiteit uitoefenen tijdens de werkloosheid. Wel mag je een bijberoep voortzetten dat je al had toen je nog niet werkloos was. Er gelden enkele strikte voorwaarden:
-
je moet aangifte doen van je activiteit op het moment van je uitkeringsaanvraag,
-
je moet je activiteit al minstens 3 maanden uitoefenen,
-
je mag je bijberoep enkel uitoefenen na 18 uur ’s avonds en vóór 7 uur ’s morgens,
-
je inkomsten als zelfstandige in bijberoep mogen niet meer zijn dan 5 422,56 euro (bedrag vanaf 01/05/2024),
-
je zelfstandige activiteit moet een bijkomstig karakter hebben.
Als je slecht occasioneel als zelfstandige werkt, hoef je vooraf geen aangifte te doen. Het volstaat dat je op je controlekaart de vakjes schrapt van de dagen waarop je gewerkt hebt. Voor die dagen heb je dan wel geen recht op een uitkering.
In principe mag je geen zelfstandige activiteit uitoefenen tijdens je werkloosheid. Wel mag je onder strikte voorwaarden een bijberoep voortzetten dat je al had toen je nog niet werkloos was.
Gunstmaatregelen
Als je tijdens je werkloosheid start als zelfstandige, verlies je in principe je uitkering wanneer je niet voldoet aan de voorwaarden van de maatregel ‘springplank naar zelfstandige’. Toch zijn er een aantal uitzonderingen: als je een opleiding volgt met het oog op een zelfstandig beroep bijvoorbeeld. Of als je als oudere werkloze na je 55ste opnieuw gaat werken.
Als je een opleiding volgt
Zelfstandige word je niet zomaar. Volg je als werkloze een opleiding met het oog op een zelfstandige activiteit, dan behoud je je werkloosheidsuitkering. Bovendien hoef je niet langer beschikbaar te zijn voor de arbeidsmarkt.
Voor je toekomstige zelfstandige activiteit kan je ook bepaalde voorbereidingen treffen, zoals de inrichting van je lokalen, de aankoop van materiaal, studies over de haalbaarheid van je project, … Mét behoud van je werkloosheidsuitkering. Voorwaarde is dat je je werkloosheidsbureau vooraf op de hoogte brengt. Je kan ook maar één keer een beroep doen op die gunstmaatregel, en dit gedurende maximaal zes maanden.