Het vaccinatieverlof is er: wat staat er in de wet?
Op 9 april werd de wet over het vaccinatieverlof (een recht op klein verlet voor werknemers die een COVID-19-vaccinatie krijgen) gepubliceerd. De wet heeft tot doel de vaccinatiecampagne te faciliteren en een vaccinatiegraad van minstens 70 % van de bevolking te behalen.
Wat staat er in de wet?
Alle werknemers die verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst, krijgen het recht om afwezig te zijn van het werk met behoud van normaal loon om zich te laten vaccineren tegen COVID-19. Deze afwezigheid van het werk wordt gelijkgesteld met klein verlet. Het normale loon voor deze afwezigheid wordt berekend volgens de wetgeving op de feestdagen.
Het klein verlet mag opgenomen worden voor de tijd die nodig is om zich te laten vaccineren. Hierbij wordt zowel de vaccinatie zelf bedoeld, als de tijd die nodig is om zich van en naar de plaats van de vaccinatie te begeven.. Als er twee inentingen vereist zijn, dan mag de werknemer hiervoor tweemaal klein verlet opnemen.
Deze afwezigheid met behoud van loon, geldt enkel voor de vaccinatie zelf. Indien een werknemer ziek zou worden door de vaccinatie, dan geldt de gewone regeling van een arbeidsongeschiktheid.
Het recht op klein verlet voor vaccinatie tegen COVID-19 treedt in werking op 9 april 2021 en geldt tot 31 december 2021. De regering kan, na advies van de Nationale Arbeidsraad, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, deze datum van buitenwerkingtreding uitstellen tot uiterlijk 30 juni 2022.
Mag de werkgever dit weigeren?
De werkgever kan de afwezigheid niet weigeren en mag ook geen druk uitoefenen op werknemers om de vaccinatie buiten de werkuren te laten plaatsvinden.
Wat zijn de voorwaarden om beroep te doen op het vaccinatieverlof?
De werknemer moet een aantal voorwaarden vervullen indien hij/zij beroep wil doen op het vaccinatieverlof.
- De werknemer moet de werkgever vooraf verwittigen. Dit moet zo snel mogelijk gebeuren vanaf het moment dat het tijdstip of tijdsslot van de vaccinatie hem bekend is.
- De werknemer moet het verlof gebruiken voor het doel waarvoor het is toegestaan.
- Op verzoek van de werkgever moet de werknemer hiervan het bewijs voorleggen. Het voorleggen van de bevestiging van de afspraak om op een bepaald tijdstip aanwezig te zijn op een plaats waar de vaccinatie wordt toegediend, geldt in dit verband als voldoende bewijs. Als de bevestiging niet vermeldt wanneer de werknemer aanwezig moet zijn op een plaats waar de vaccinatie wordt toegediend, dan moet ook de uitnodiging voorgelegd worden.
Hoe zit het met de privacy?
Na controle van de vaccinatie-uitnodiging of de afspraakbevestiging, mag de werkgever - in lijn met het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit - deze informatie enkel gebruiken met het oog op de organisatie van het werk en het verzorgen van een correcte loonadministratie. Het is de werkgever daarom niet toegestaan om onder welke vorm dan ook een kopie van de afspraakbevestiging te nemen of de informatie die ze bevat manueel over te schrijven, met uitzondering van het tijdstip van de afspraak.
De werkgever moet de afwezigheid ook als klein verlet boeken aan de hand van de gebruikelijke code of vermelding waarmee het klein verlet wordt aangegeven zodat het niet te onderscheiden valt van de andere gevallen van klein verlet. Zo wordt er vermeden dat werkgevers eigenlijk een lijst aanleggen met gevaccineerde werknemers.
Risicopatiënten worden in de huidige vaccinatiestrategie, samen met 65-plussers, eerder uitgenodigd voor een vaccinatie. Een werkgever mag daarom nooit registeren of noteren dat een bepaalde werknemer gezondheidsproblemen zou hebben aan de hand van het tijdstip van het opnemen van het klein verlet.
Ontdek Acerta Connect Employee Self Service
Dankzij Acerta Connect ESS kunnen je werknemers hun verlofopname, ziekteverlof, thuiswerkdagen etc. nu ook aangeven via hun smartphone. Handig en tijdbesparend!
Geschreven door
Juridisch adviseur