Meer dan 4 op de 10 werknemers volgden afgelopen jaar geen enkele opleiding op het werk
31 maart = deadline opleidingsplan voor bedrijven
Brussel, 24 maart 2024 – Sinds begin dit jaar hebben veel werknemers in het kader van de Arbeidsdeal het recht om vijf dagen per jaar opleiding te volgen via hun werkgever. Maar de animo bij werknemers voor vijf volledige opleidingsdagen per jaar is niet zo groot. 43% van de werknemers volgde afgelopen jaar geen enkele opleiding en minder dan de helft wil vanaf dit jaar gebruikmaken van minstens vijf opleidingsdagen. Vooral arbeiders en 55-plussers volgen op dit moment minder opleidingen dan gemiddeld. Dat alles blijkt uit een onderzoek door hr-specialist Acerta Consult bij meer dan 500 bedrijven en meer dan 2700 werknemers in ons land. “Tegen eind deze maand moeten bedrijven met 20 of meer medewerkers ook een opleidingsplan klaarhebben. Maar niet voor elke functie en elke activiteit is vijf dagen per jaar per werknemer haalbaar en zinvol”, stellen de experts van Acerta Consult.
Helft van bedrijven biedt vijf opleidingsdagen per jaar aan
Sinds begin dit jaar hebben veel werknemers het recht om minstens vijf dagen opleiding per jaar te volgen via de werkgever. Dat is een van de maatregelen uit de Arbeidsdeal, die eind 2022 werd afgeklopt. Sommige sectoren hebben een lager aantal opleidingsdagen voorzien. De bedrijven (met minstens 20 werknemers) moeten daarnaast ook een opleidingsplan uittekenen voor 31 maart. Bovendien moeten werkgevers vanaf december de opleidingsrechten per werknemer, de gevolgde opleidingen en het aantal opleidingsuren/-dagen ingeven en up-to-date houden in het FLA (Federal Learning Account). Maar er is voorlopig weinig animo voor die vijf opleidingsdagen per jaar, zowel bij werknemers als werkgevers, blijkt uit het jaarlijkse werkgevers- en werknemersonderzoek van Acerta Consult, uitgevoerd door onderzoeksbureau Indiville.
Bijna de helft van de bedrijven (45%) heeft vorig jaar al meer dan vijf opleidingsdagen aangeboden aan zijn werknemers, nog voor het een verplichting was. Slechts 8% voorzag geen enkele opleidingsdag. Twee op de drie bedrijven (66%) stellen opleidingen voor aan die werknemers die ernaar vragen. Daarnaast lijkt het krijgen van promotie een moment waarop werknemers wel opleiding aangeboden krijgen (36%). Een kwart van de bedrijven (27%) biedt bewust opleidingen aan aan werknemers die het bedrijf mogelijk zouden willen verlaten. In de meeste gevallen (83%) krijgen alle werknemers in een onderneming wel evenveel kansen om opleidingen te volgen.
Figuur 1: Aantal opleidingsdagen die organisaties aanbieden aan hun werknemers, werknemers – werkgeversbevraging Acerta Consult/Indiville
Weinig animo voor vijf verplichte dagen opleiding
Ook al is het individueel opleidingsrecht al een tijdje in voege getreden, er is nog weinig animo bij werknemers om effectief vijf opleidingsdagen per jaar op te nemen via de werkgever. 43% van de werknemers heeft het afgelopen jaar geen enkele opleiding gevolgd, een kwart (25%) volgde al vijf dagen of meer. Vooral arbeiders en oudere werknemers volgen minder opleidingen dan gemiddeld. 56% van de arbeiders volgde afgelopen jaar geen opleiding, bij de 55-plussers gaat het om de helft.
En ook in 2024 worden werknemers niet echt warm van extra opleidingsdagen. Iets minder dan de helft (47%) wil dit jaar het individuele opleidingsrecht van (minstens) vijf dagen volledig gebruiken. Drie op de tien willen minder dan vijf opleidingsdagen opnemen dit jaar. De overige 23% weet nog niet hoeveel opleidingen hij/zij wil volgen.
Annelies Baelus, expert opleidingen bij Acerta Consult en docent aan de VUB en UCLL: “De resultaten van onze bevraging tonen aan dat werknemers enkel opleiding willen volgen als ze het zinvol vinden. Opleidingen sluiten best aan bij het werk dat iemand doet of zal moeten doen in de toekomst. Ook zijn opleidingen soms nodig om medewerkers nieuwe functies te kunnen laten opnemen in de organisatie of gewoon om relevant te blijven in het licht van een snel veranderende bedrijfsomgeving. Wanneer organisaties dat in de verf kunnen zetten én hun opleidingsbeleid daarrond kunnen opbouwen, zullen die opleidingen ook als zinvol ervaren worden en zal de bereidheid om die opleidingen te volgen, groter zijn.”
Figuur 2: Gewenste opleidingsdagen door de werknemers (links), inschatting werkgevers opname opleidingsdagen (rechts), werknemers – werkgeversbevraging Acerta Consult/Indiville
Opleidingsplan
Werkgevers met minstens 20 werknemers moeten hun opleidingsbeleid in een opleidingsplan gieten. De deadline daarvoor nadert (31 maart). Uit een bevraging van Acerta bij kmo’s eind vorig jaar bleek dat vier op de tien kmo’s een opleidingsplan klaar hebben, een derde is ermee bezig, maar drie op de tien moesten nog de nodige actie ondernemen.
Annelies Baelus: “Hoeveel opleiding nuttig en/of nodig is, kan immers nogal verschillen naarmate de functie van de werknemer of de sector en het type bedrijf. In de bedrijfswereld verandert alles razendsnel, en vaak zijn opleidingen noodzakelijk om de job goed te blijven uitvoeren of om de uitdagingen van digitalisering, automatisering, enz. aan te kunnen. Maar in sommige fases van de loopbaan, of in sommige functies, zijn die opleidingen minder zinvol of urgent. De uitdaging zal vooral zijn om te zoeken naar hoe werknemers zelf vragende partij kunnen worden om een vorm van opleiding te volgen. Dit is ook het doel van het opleidingsplan, dat moet een leerklimaat crëeren en een aanbod aan opleidingen voorzien dat relevant en nodig is. En dat verschilt per functie, per activiteit en moet bovendien passen in het loopbaanpad van medewerkers en de organisatiedoelstelling. Opleidingen renderen het best als ze beantwoorden aan een reële behoefte van de werknemer om zijn werk goed te kunnen doen, vandaag maar ook morgen.”
Over de cijfers
De gegevens komen van de jaarlijkse spiegelbevraging die Acerta Consult door het onderzoeksbureau Indiville laat uitvoeren bij een representatief staal van meer dan 500 Belgische werkgevers en nog eens bij meer dan 2700 werknemers. De data van de bedrijven werden gewogen om representatief te zijn voor België naar het aantal werknemers in de actieve ondernemingen met minstens 5 werknemers. De data van de werknemers werden gewogen om representatief te zijn voor België naar statuut, leeftijd, geslacht, taal en sector. De bevragingen liep tussen 17 en 31 januari 2024 voor de werkgevers en tussen 16 januari en 1 februari 2024 voor de werknemers. Dankzij deze aanpak kan een historisch perspectief geboden worden vanuit werkgevers en werknemersstandpunt.
Vragen als journalist?
Gelieve contact op te nemen met Acerta – Sylva De Craecker