Vorige

Zorgpersoneel blijft langst werken: met 63 jaar en 7 maanden hoogste pensioenleeftijd

Brussel, 16 maart 2025 – De zorgsector kent van alle sectoren de hoogste gemiddelde pensioenleeftijd; tegelijk blijft de vraag naar initiatieven om een vervroegde uitstroom te voorkomen. Dat is nodig, want ook op het vlak van vers bloed zijn het vooral ouderen die instromen: 1 op de 3 instromers zijn tussen de 26 en 35 jaar en bijna de helft is ouder dan 35 jaar. Ze worden aangetrokken door de job waarmee ze echt een verschil kunnen maken in onze maatschappij. Tot die conclusies komt hr-expert Acerta, dat een beeld van de zorgsector schetst op basis van de reële gegevens van zo’n 80.000 vaste contracten in de zorgsector naar aanleiding van de Dag van de Zorg. 

Zorgsector heeft met 63,6 jaar de hoogste gemiddelde pensioenleeftijd van alle sectoren

Eerste opvallende vaststelling: in de zorgsector is de gemiddelde leeftijd waarop werknemers uitstromen om met pensioen te gaan 63,6 jaar, of 63 jaar en 7 maanden. De zorg is daarmee de sector met de hoogste gemiddelde pensioenleeftijd in ons land in 2024.

Figuur 1: Pensioenonderzoek Acerta, evolutie per sector bij 34.000 werknemers die met pensioen gingen van 2020 tot 2024

Ellen Van Grunderbeek, juridisch experte zorgsector bij Acerta: “De inspanningen die worden gedaan om mensen in de zorg tot het einde van hun loopbaan aan het werk te houden – we denken daarbij aan het verder inzetten op werkbaar en wendbaar werk, met aandacht voor fysiek en mentaal welzijn en systeem van de zogenoemde rimpeldagen – hebben effect. Tegelijk valt niet te ontkennen dat er zorgwerknemers zijn die eerder uitstromen, dus voor ze de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt. Er worden, onder meer in het recentste federaal regeerakkoord, verdere maatregelen aangekondigd om de aantrekkelijkheid van en de retentie binnen de zorg- en welzijnssector te versterken.”

Bijna de helft instromers ouder dan 35 jaar

Een andere opvallende vaststelling in de cijfers die Acerta onder de loep nam naar aanleiding van de Dag van de Zorg, is dat bij de instroom het niet alleen de jongste leeftijdscategorie is die versterking levert (in 2024 1 op de 5). 1 op de 3 instromers in 2024 was tussen 26 en 35 jaar en bijna de helft instromers was ouder dan 35 jaar.

Kijken we naar de verhouding vrouwen/mannen in de zorg, dan blijft die sterk overhellen naar de vrouwelijke kant: vandaag is 84,2% van de werknemers met een contract onbepaalde duur een vrouw; bij de in 2024 ingestroomde versterking gaat het over 83,16% vrouwen en 16,4% mannen.

Figuur 2: Werknemers zorg, per leeftijdscategorie en m/v, populatie algemeen en instroom (contract onbepaalde duur – 2024 – cijfers Acerta

Ellen Van Grunderbeek: “Niet alleen mensen die vers op de arbeidsmarkt komen zorgen voor versterking in de zorg, er zijn ook mensen die pas later instromen. Wellicht wordt de interesse gewekt door de relevantie van de job – een job in de zorg is een job die verschil maakt. Voor wie wil instromen zijn er verschillende kanalen: zij-instroom na een herscholing of na een zorgopleiding en eerst elders te hebben gewerkt, als flexi-job… Het zijn nog altijd vooral vrouwen die zich geroepen voelen, tegelijk blijft het aandeel mannelijke zorgpersoneel wel volharden. De zorgsector zou over de hele lijn – van bij de opleiding tot het pensioen –, voor iedereen – ongeacht leeftijd, gender, afkomst ...– aantrekkelijk moeten kunnen blijven. Want van kinderopvang tot ouderenzorg, voor elke fase van het leven zijn zorgzame mensenhanden nodig.”

1 op de 10 werknemers in zieken- & ouderenzorg en kinderopvang is niet-Belg

De zorgsector moet alle zeilen bijzetten om de zorgvraag aan te kunnen. Dat betekent onder andere verder kijken dan de eigen landsgrenzen. In onze Belgische ziekenhuizen, in de ouderenzorg, in revalidatiecentra, in de kinderopvang… is vandaag 1 op de 10 werknemers niet-Belg. Tien jaar geleden, in 2014, was dat nog 1 op de 15. Het aandeel niet-Belgen is over de jaren systematisch blijven toenemen. Een derde van de niet-Belgen komt uit de EU, in de eerste plaats uit Frankrijk, gevolgd door Roemenië en Nederland en dan Polen; twee derden van de niet-Belgen komen van buiten de EU, vooral uit Marokko, Turkije en Oekraïne.

Figuur 3: Werknemers zorg, verhouding Belgen en niet-Belgen – 2014-2024, PC330-331 – cijfers Acerta

Uitdaging voor buitenlandse werknemers: opleiding (jobspecifiek én taal) combineren met werken

Onlangs nog kwam tijdens de recente handelsmissie naar India de grote populariteit van zorg- en verpleegopleidingen aldaar ter sprake. Gecontroleerde arbeidsmigratie uit India kan daarmee een opportuniteit zijn zonder dat er moet worden gevreesd voor braindrain – dat laatste moet een aandachtspunt blijven bij het aantrekken van werknemers uit andere landen.

Ellen Van Grunderbeek: “In het geval van India is er momenteel geen bezorgdheid. Tegelijk zijn hier al mensen die onze zorgsector zouden kunnen versterken, via de verschillende zij-instroomtrajecten die bestaan, bijvoorbeeld voor erkende vluchtelingen met een achtergrond – door ervaring en/of opleiding – in de zorg. Het initiatief IntegraZorg wil die doorstroom vergemakkelijken door opleiding en werk te combineren. Blijft altijd de uitdaging van de taal – taal in de zorg was recent nog een hot topic n.a.v. de lancering van het meldpunt taalklachten.be. Dat is niet verwonderlijk: de zorg is bij uitstek een ‘mensen-sector’ en dus zijn communicatievaardigheden cruciaal. Dat zorgvrager en zorgverlener elkaar verstaan, is elementair.”


Over de cijfers

Acerta kan zich voor haar analyse beroepen op de reële gegevens van zo’n 80.000 contracten van onbepaalde duur, actief in de zorgsector (PC318-319-330-331-332). Deze gegevens van het pensioenonderzoek zijn gebaseerd op 34.000 werknemers die met pensioen gingen van 2020 tot en met 2024.


Vragen als journalist?

Gelieve contact op te nemen met Acerta – Sylva De Craecker

+32 478 27 93 62
Sylva.De.Craecker@acerta.be

Deel dit artikel