Vorige

CO2-bijdrage bedrijfswagen

De indexatiecoëfficiënt voor de berekening van de solidariteitsbijdrage in 2021 kan berekend worden.

Principe

Indien je een bedrijfswagen ter beschikking stelt aan jouw werknemer en deze wagen niet enkel voor beroepsdoeleinden wordt gebruikt, dien je hierop als werkgever een CO2-bijdrage (solidariteitsbijdrage) te betalen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). Deze CO2-bijdrage is een forfaitair bedrag per maand dat afhankelijk is van het CO2-uitstootgehalte en het type brandstof van het voertuig. Het maakt daarbij geen verschil of de werknemer zelf financieel tussenkomt in de bedrijfswagen.

Berekening van de bijdrage

Om de CO2-bijdrage te berekenen werd een aantal formules bepaald:

  • voor benzinevoertuigen: [(Y x 9) – 768] : 12 x i
  • voor dieselvoertuigen: [(Y x 9) – 600] : 12 x i
  • voor voertuigen op LPG: [(Y x 9) – 990] : 12 x i
  • voor elektrisch aangedreven voertuigen: 20,83 euro x i

In deze formules staat Y voor het CO2-uitstootgehalte in gram per kilometer, zoals vermeld in het gelijkvormigheidsattest of in het proces-verbaal van gelijkvormigheid van het voertuig of in de gegevensbank van de Dienst voor Inschrijving van Voertuigen (DIV).

Voor de bedrijfswagens waarvan de CO2-uitstoot niet gekend is, wordt bij deze berekening rekening gehouden met een CO2-uitstootgehalte van:

  • 182 g/km voor benzinevoertuigen;
  • 165 g/km voor dieselvoertuigen.

De uitkomst van elk van de formules moet minstens gelijk zijn aan 20,83 x i. Dit is de minimumbijdrage die ook betaald moet worden voor elektrische bedrijfswagens.

De bedragen worden vermenigvuldigd met i, de indexatiecoëfficiënt, die jaarlijks wordt aangepast. Voor 2021 moeten de bedragen worden vermenigvuldigd met 150,84 en vervolgens worden gedeeld door 114,08. Jouw maandelijkse CO2- bijdrage mag in 2021 dan ook niet minder dan 27,54 euro bedragen. De RSZ moet deze cijfers wel nog officieel bevestigen in haar Administratieve instructies.

Welk CO2-uitstootgehalte gebruiken vanaf 2021?

De DIV beschikt bij nieuwere voertuigen over 2 verschillende CO2-uitstootgehaltes: een NEDC 2.0-waarde en een WLTP-waarde. Sinds enkele jaren wordt immers een nieuwe testmethode gebruikt om de CO2-uitstoot van wagens te meten.

Aangezien het inschrijvingsbewijs slechts 1 CO2-uitstootgehalte vermeldt was het in de praktijk niet duidelijk of dit de WLTP-waarde of de NEDC-waarde van het voertuig was. Daarom werd voorzien in een overgangsperiode, die loopt tot eind 2020, waarbij de NEDC-waarde vermeld in de tabel (rubriek 49.1) van het gelijkvormigheidsattest en niet de WLTP-waarde (rubriek 49.4) gebruikt moet worden.

Deze overgangsperiode loopt dus bijna af. Momenteel heeft de RSZ nog niet meegedeeld welk CO2-uitstootgehalte gebruikt zal moeten worden vanaf 2021. Wij volgen dit uiteraard verder op.

Deel dit artikel