Vorige

Flexibelere rij – en rusttijden voor autobussen en autocars met activiteiten van ongeregeld vervoer wat is nieuw?

De recente EU Verordening 2024/1258 voorziet meer flexibiliteit in rij- en rusttijden voor activiteiten van ongeregeld vervoer. Ondernemingen die gebruik willen maken van de bijkomende uitzonderingen moeten gedurende 28 dagen een kopie van het rittenblad bijhouden aan boord van het voertuig.

3 nieuwe mogelijkheden

Opsplitsing van de rustpauze van 45 minuten

Elke chauffeur is verplicht om na een rijtijd van 4,5 uur een onderbreking te nemen van 45 minuten. Eerder werd beslist dat de chauffeur deze onderbreking mocht opsplitsen in een pauze van 15 minuten en een pauze van 30 minuten. Vanaf nu kunnen de chauffeurs hun pauze ook verdelen over twee pauzes van minimaal 15 minuten. Daardoor zijn bijvoorbeeld ook volgende combinaties mogelijk: 30+15, 20+25, 17+28.

Verlenging van dagelijkse diensttijd met 1 uur tijdens reizen van minstens 6 dagen.

Wanneer een autocarchauffeur een reis moet verzorgen met één en dezelfde groep reizigers van 6 dagen of meer, mag hij voortaan een diensttijd/amplitude van 14u of 16u  genieten (voorheen was dit 13u en 15u). Wanneer ze reizen van 8 dagen en meer verzorgen kan dit zelfs tweemaal. Concreet wordt de dagelijkse rust dus met één uur uitgesteld en neemt de chauffeur zijn dagelijkse rust niet binnen de 24 maar binnen de 25 uur na de vorige rusttijd.

Let wel, de totale dagelijkse rijtijd mag niet meer dan 7 uur bedragen en de verkeersveiligheid mag hierdoor niet in gevaar worden gebracht. Deze uitzondering geldt ook enkel wanneer er maar 1 chauffeur is die de reis begeleidt.

12-dagenregel voor nationaal vervoer

Op het principe dat een wekelijkse rusttijd moet beginnen na het einde van 6 periodes van 24 uur na de vorige wekelijkse rusttijd, kon vroeger al onder voorwaarden worden afgeweken voor het internationaal vervoer. Maar, de mogelijkheid om de wekelijkse rusttijd voor maximaal 12 opeenvolgende perioden van 24 uur uit te stellen, wordt nu ook opengesteld voor het nationaal ongeregeld personenvervoer.

De voorwaarde ‘de vervoersdienst omvat minstens één periode van 24 aaneengesloten uren in een ander land dan waar de dienst begon’, is immers geschrapt. Hierdoor kan je als vervoerbedrijf voortaan ook nationale reizen van meer dan 6 dagen aanbieden voor binnenlands vervoer, maar bijvoorbeeld ook in fly and drive combinaties.

De andere voorwaarden voor het gebruik van deze 12-dagenregel blijven ongewijzigd.

  • De chauffeur moet hierna dus ofwel twee normale wekelijkse rusttijden vlak na elkaar (ononderbroken periode van 90 uur) ofwel een normale wekelijkse rusttijd en een verkorte wekelijkse rusttijd van minstens 24 uur (ononderbroken periode van minstens 69 uur) nemen. In deze laatste situatie wordt de resterende rusttijd ineens opgenomen voor het einde van de derde week na het verstrijken van de afwijkingsperiode.
  • Daarnaast moet het voertuig zijn uitgerust met een digitale tachograaf.
  • Als je chauffeur ’s nachts rijdt, tussen 22 uur en 6 uur, heeft deze ofwel een co-chauffeur of wordt de rijtijd teruggebracht naar 3 uur in plaats van 4u30.

Formaliteiten

Wil je gebruik maken van deze bijkomende flexibiliteit houd er dan rekening mee dat je chauffeur de naleving van deze rusttijden steeds moet kunnen aantonen met een correct ingevuld rittenblad. Het is de verantwoordelijkheid van de vervoersonderneming om dit aan de bestuurder mee te geven tijdens elke reis. Voor binnenlands vervoer kan gebruik worden gemaakt van het rittenblad voor internationaal vervoer en kan je dit hierop aanduiden. Europa bekijkt tegen 31 december 2026 of het mogelijk is dit rittenblad te digitaliseren.

Bewaar een kopie van dit rittenblad minstens 28 dagen, en vanaf 31 december 2024 56 dagen, aan boord van het voertuig.  Dit kan op papier of in een gemakkelijk leesbare digitale vorm (bijvoorbeeld foto of scan).

Daarnaast blijf je ook de tachograaf uiteraard gebruiken wanneer deze in het voertuig moet aanwezig zijn. Eventuele inbreuken op een niet correct gebruik van deze tachograaf kunnen zowel in binnen – als buitenland worden bestraft.
De bewaarplicht valt weg van zodra er in de tachograaf een mogelijkheid bestaat om geregeld en ongeregeld vervoer van elkaar te onderscheiden.

Bron:
Verordening EU 2024/1258

Deel dit artikel