Gelijkstelling jaarlijkse vakantie bedienden: RSZ verdeelt de koek
Werknemers die in 2020 tijdelijk werkloos werden gesteld ten gevolge van de coronamaatregelen mochten zeker geen vakantierechten verliezen in 2021. Dat was de belofte die toenmalig minister van werk Nathalie Muylle deed in maart 2020. Maar hoe zit het nu met de beloofde compensatie voor werkgevers?
Meer duidelijkheid over compensatie voor werkgevers
Eerder werd beslist dat de dagen van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht, die normaal gezien niet gelijkgesteld worden met gewerkte dagen door het Vakantiebesluit, toch recht moeten geven op vakantiedagen en vakantiegeld in 2021. De werkgever die bedienden in dienst heeft die tijdelijk werkloos werden gesteld, draait echter op voor deze kost. Het vakantiegeld, zowel het enkel als het dubbel, betaalt hij namelijk zelf.
Er werd lang gezocht naar een manier om de werkgevers van tijdelijk werkloze bedienden een financiële compensatie te geven voor deze meerkost. Eind november lieten we je al weten dat er een akkoord was over een compensatie. Met de publicatie van de wettelijke basis in het Belgisch Staatsblad van 30 december is er nu eindelijk duidelijkheid en zekerheid over hoe groot de koek is en hoe hij gaat verdeeld worden.
Hoe wordt de compensatie berekend?
Het startpunt is een enveloppe van 93.582.41 euro. Deze totale som wordt verdeeld onder de werkgevers die bedienden op tijdelijke werkloosheid hebben moeten zetten. Maar wie krijgt welk aandeel?
Eerst gaat men kijken naar de prestatiebreuken van de bedienden die tijdelijk werkloos waren wegens overmacht. Het aantal dagen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten opzichte van het totaal aantal arbeidsdagen bepaalt de prestatiebreuk voor het tweede kwartaal van 2020. De resultaten voor alle bedienden worden opgeteld en zo bekomt men een gemiddelde per werkgever. Op basis van dat gemiddelde heeft de werkgever recht op een bepaald percentage aan compensatie.
Gemiddeld percentage aan tijdelijke werkloosheid wegens overmacht | Percentage van de compensatie |
Kleiner dan 10 | 0 |
Minstens 10 en kleiner dan 20 | 33% |
Minstens 20 en kleiner dan 50 | 66% |
Gelijk aan 50 of groter | 100% |
Dat compensatiepercentage wordt toegepast op de som van prestatiebreuken van alle bedienden van de werkgever en voor het tweede, derde en vierde kwartaal van 2020. Het totaal voor de individuele werkgever wordt dan vergeleken met het totaalresultaat voor alle werkgevers. Dat eindresultaat geeft weer op welk deel van de totale enveloppe van 93.582.741 euro de werkgever recht heeft.
Wanneer krijg je het?
De RSZ berekent het bedrag waarop de werkgever recht heeft en wendt het in het tweede kwartaal van 2021 aan om de bijdragen aan te zuiveren. Dit wordt kwartaal per kwartaal herhaald tot het bedrag op is. Voorwaarde is wel dat de werkgever dan nog personeel tewerkstelt en dus bijdragen verschuldigd is.
En voor de arbeiders?
Hetzelfde bedrag, namelijk 93.582.741 euro, wordt aan de RJV gestort, die dit aanwendt om de meerkost voor de vakantierechten van de arbeiders die tijdelijke werkloosheid hebben gekend te financieren.
Volg alle ontwikkelingen op de voet
Raadpleeg regelmatig de FAQ met veelgestelde vragen door werkgevers, en blijf op de hoogte van alle ontwikkelingen rond het coronavirus.
Geschreven door
Juridisch adviseur