Hervorming vestigingsvoorwaarden in het Brussels Gewest krijgt vorm
De Brusselse Regering werkte haar eerdere voorstellen tot het vereenvoudigen van de regels rond de toegang tot het beroep verder uit. De belangrijkste doelstellingen van deze vereenvoudigingen zijn de bevordering van de oprichting van ondernemingen, de verdediging van het ondernemerschap als drijfveer van emancipatie en integratie, het scheppen van eerlijkere voorwaarden voor (kandidaat-) ondernemers in Brussel en het versterken van de positie van het gewest als ondernemershub.
Om deze doelstellingen te bereiken wordt voorgesteld om op 3 pijlers te werken:
- Afschaffing van het bewijs van basiskennis van het bedrijfsbeheer voor startende ondernemingen;
- Afschaffing van het bewijs van beroepsbekwaamheid voor de beroepen slager-groothandelaar, droogkuis-verver, pedicure, massage en dentaaltechnicus. Dit naar analogie met het Waals Gewest dat in 2019 voor deze beroepen het bewijs van beroepsbekwaamheid afschafte.
- Afschaffing van de machtigingen ambulante handel en kermiskaart. Opgelet, de machtiging voor ambulante handel “ten huize van de consument” wordt niet afgeschaft. Zo blijft het moraliteitsprincipe (uittreksel uit het strafregister) overeind. Deze vergunning zal om de 5 jaar moeten vernieuwd worden.
Bovendien wordt het bewijs van beroepsbekwaamheid via praktijkervaring voor enkele beroepen afgestemd op de beroepen die reeds in 2007 wijzigden. Het gaat om de beroepen: installateur-frigorist (ongewijzigd sinds 1974), restaurateur-traiteur (1984) en bakker-banketbakker (1993). Voor deze drie beroepsbekwaamheden wordt de vereiste praktijkervaring verlaagd van vijf jaar naar drie jaar.
Verder wordt er, door aanpassing van het begrip “onderneming” m.b.t. de beroepsbekwaamheden, gesteld dat vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid onder het toepassingsgebied van de vestigingswetgeving vallen. Dit betekent concreet dat deze ondernemingen ook de beroepsbekwaamheden zullen moeten aantonen van zodra zij een gereglementeerde activiteit wensen uit te oefenen. In het merendeel van de gevallen gaat het over maatschappen. Hiermee wordt een hiaat in de wetgeving weggewerkt.
Voor de ingangsdatum van deze besluiten mikt het Brussels Gewest op 15 januari 2024 voor wat betreft de afschaffing van de kennis over het bedrijfsbeheer en de aangepaste terminologie rond het begrip “onderneming. Voor wat betreft wijzigingen i.v.m. de ambulante- en kermisactiviteiten wordt 1 april 2024 als startdatum verwacht.