Vorige

Kan je vakantie uitstellen?

Het moment vaststellen waarop een werknemer vakantie kan nemen en vaststellen hoe lang die vakantie kan duren, deze regels zijn terug te vinden in het Koninklijk Besluit van 30 maart 1967.

Het is in de eerste plaats aan de sociale partners binnen het paritair comité  om het moment waarop de werknemer met vakantie kan gaan en hoe lang hij dan met vakantie kan gaan, vast te leggen. Wordt er op het niveau van het paritair comité niets beslist tegen 31 december van het vakantiedienstjaar, dan is het aan de ondernemingsraad om hierover een beslissing te nemen. Is er geen ondernemingsraad of heeft die geen beslissing genomen, dan moet de syndicale afvaardiging dat doen. Is er geen syndicale afvaardiging, dan wordt hierover een beslissing genomen tussen de werkgever en de werknemers.

Dit zijn collectieve beslissingen, m.a.w. beslissingen tussen werkgever(s) en werknemers(vertegenwoordigers). In heel wat ondernemingen worden er collectief geen afspraken gemaakt hierover. In die ondernemingen leggen de werkgever en de werknemer in een individueel akkoord zowel het moment vast waarop de werknemer met vakantie kan gaan en hoe lang die vakantie zal duren.

Eens deze afspraken vastgelegd werden, kunnen niet de werkgever noch de werknemer éénzijdig op deze beslissing terugkomen, of het nu collectieve dan wel individuele afspraken waren.

Afgelaste vluchten, vakbondsacties, personeelstekort op de luchthavens bij verschillende maatschappijen die diensten met betrekking tot het vliegverkeer verzorgen en nog veel meer, kan de aanleiding zijn dat een werknemer het niet langer gelukkig is met de data die hij heeft vastgelegd om met vakantie te gaan. Hij zou liever uitstel vragen. Maar ook een werkgever kan geconfronteerd worden met het feit dat hij terug wil komen op een beslissing die eerder werd genomen. Kan dit wel?

Zoals gezegd: niet eenzijdig. Eens een afspraak werd gemaakt over het moment waarop en de periode waar de werknemer vakantie kan nemen, kan de werkgever noch de werknemer eenzijdig beslissen deze afspraak teniet te doen.

Wel kunnen zij samen beslissen deze afspraak herzien.  Is de afspraak individueel vastgelegd tussen werkgever en werknemer, dan kunnen zij beiden beslissen zowel het moment waarop vakantie genomen gaat worden als de vakantieduur te herzien. Heeft de ondernemingsraad beslist wanneer en hoe lang de onderneming of bepaalde afdelingen vakantie krijgen, dan is het de ondernemingsraad die hier op terug kan komen. Hetzelfde geldt voor de beslissing genomen tussen werkgever en syndicale afvaardiging of werkgever en de werknemers. M.a.w. de partijen die de beslissing hebben genomen, diezelfde partijen kunnen samen, niet eenzijdig, deze beslissing herzien. Op deze manier kunnen werkgever en werknemer een uitstel van vakantie bewerkstelligen. Een uitstel, geen afstel: zowel de Belgische wetgeving als de Europese leggen op dat een werknemer recht heeft op 4 weken vakantie per jaar!

Deel dit artikel