Studentenarbeid in zorg tijdens 3ste en 4de kwartaal: fiscale luik geregeld

• Studentenarbeid in de zorgsector tijdens het 3de en 4de kwartaal 2022 telt niet mee voor de berekening van het jaarlijks contingent van 475 uren (= jaarlijks plafond voor het RSZ-gunstregime voor studenten).
• Voor deze studentenarbeid wordt geen bedrijfsvoorheffing ingehouden. Voor de eindbelasting van de student geldt daarentegen geen versoepeling.
• De inkomsten worden buiten beschouwing gelaten voor de berekening van de inkomensgrenzen voor het fiscaal ten laste nemen van de student.  
• Dezelfde regeling gold ook voor studentenprestaties in het 1ste en 2de kwartaal 2022, doch met dien verstande dat de verlenging niet geld voor de onderwijssector.

Onder bepaalde voorwaarden worden de inkomsten uit studentenarbeid niet onderworpen aan de normale sociale zekerheidsbijdragen, maar aan afwijkende lagere sociale zekerheidsbijdragen. Dit is de zogenaamde ‘solidariteitsbijdrage’ voor studenten. Op de inkomsten waarvoor deze solidariteitsbijdrage geldt wordt bovendien geen bedrijfsvoorheffing ingehouden. Dit gunstregime is beperkt, per student, tot 475 uren per jaar.
Opdat een student persoon ten laste kan zijn mogen zijn jaarlijkse netto bestaansmiddelen niet te hoog zijn. Hierbij worden 2.910 euro bruto bestaansmiddelen verworven als jobstudent, leerling of student-zelfstandige vrijgesteld (bedrag voor inkomstenjaar 2022).

Voor studentenarbeid in de zorg en in het onderwijs gold er sinds 2020 versoepelingen. In het kader van het zorgpersoneelsplan van de federale regering werd beslist om de laatste versoepeling, die gold voor studentenprestaties in het 1ste en 2de kwartaal 2022, te verlengen. Deze verlening geldt wel enkel voor de zorgsector. In tegenstelling tot studentenarbeid in het 1ste en 2de kwartaal van 2022 geldt de verlenging dus niet voor het onderwijs.

Net zoals in het 1ste en 2de kwartaal wordt  studentenarbeid verricht tijdens het 3de en 4de kwartaal van 2022 volledig geneutraliseerd voor de berekening van het contingent van 475 uren. Op deze prestaties is bijgevolg de solidariteitsbijdrage voor studenten van toepassing, ook al is/was het contingent opgebruikt of volledig gereserveerd. In tegenstelling tot de situatie in het 1ste en 2de kwartaal 2022 geldt deze neutralisatie enkel voor de zorgsectoren, en niet meer voor het onderwijs.
Deze neutralisatie geldt overigens ook voor de uitzendkrachten-studenten die tijdens deze periode ingezet worden bij gebruikers in de zorgsector.
De RSZ actualiseerde de onlineteller van de nog beschikbare uren van het contingent op www.studentatwork.be naar aanleiding van deze laatste versoepeling.

Voor deze studentenarbeid wordt geen bedrijfsvoorheffing ingehouden.
Let wel: er geldt geen versoepeling in de eindbelasting van de student, dus bijvoorbeeld geen belastingvrijstelling of verhoging van de belastingvrije som.
De inkomsten als gevolg van deze studentenarbeid worden wel niet beschouwd als bestaansmiddelen om te bepalen of de student fiscaal nog een persoon ten laste kan zijn. Deze inkomsten worden bijgevolg ook niet aangerekend op de vrijgestelde schijf van 2.910 euro bruto (bedrag inkomsten 2022).

Voor werkgevers uit de private sector wordt de zorgsector afgebakend op basis van het paritair comité. Voor werkgever uit de publieke sector wordt de zorgsector afgebakend op basis van de NACE-code.

Klik hier voor een lijst van de paritaire comités en NACE-codes die in aanmerking komen.

De coronacrisis zorgde voor een kluwen van tijdelijke versoepelingen voor studentenarbeid. Voor wie door de bomen het bos niet meer ziet kan het onderstaande overzicht nuttig zijn.

_Bronnen:

• _{Wet van 20 november 2022 houdende maatregelen aangaande de personeelsschaarste in de zorgsector (BS 30/11/2022)}
• _{Koninklijk besluit van 27 november 2022 tot wijziging van de bijlage III van het KB/WIB 92 op het stuk van de bezoldigingen voor studentenarbeid gepresteerd in de zorgsector in het derde en vierde kwartaal van 2022 (BS 2/12/2022)}