Vorige

Tijdelijke werkgeverscompensatie voor veralgemening fietskilometervergoeding: het belastingkrediet

Met de inwerkingtreding van cao nr. 164 werd het recht op een fietskilometervergoeding veralgemeend op 1 mei 2023. Aansluitend op deze maatregel introduceert de federale regering nu een werkgeverscompensatie. Deze werkgeverscompensatie is tijdelijk en geldt enkel wanneer een werkgever zijn kilometervergoeding verhoogt, bijvoorbeeld als gevolg van cao nr. 164.

Tijdelijk karakter

Het belastingkrediet geldt enkel voor woon-werkverplaatsingen in de periode van 1 mei 2023 tot en met 31 december 2024, en bovendien mits de fietsvergoedingen hiervoor toegekend worden in de inkomstenjaren 2023, 2024, 2025 of 2026. Een fietsvergoeding voor een verplaatsing in 2024 die pas in 2027 betaald wordt, laattijdig dus, komt bij wijze van voorbeeld dus niet in aanmerking voor het belastingkrediet.

Enkel voor verhogingen van fietskilometervergoedingen

Het belastingkrediet geldt niet voor elke fietskilometervergoeding. Ze  kan enkel toegepast worden voor verhogingen van fietskilometervergoedingen. Meer specifiek kan het belastingkrediet maar toegepast worden voor het verschil tussen
(a) de kilometervergoeding toegekend voor verplaatsingen tussen 1 mei 2023 en 31 december 2024
en
(b) de ‘referentiefietskilometervergoeding’. Deze laatste is het bedrag van de fietskilometervergoeding die de werkgever op datum van 1 juli 2022 toepaste.

De verhoging van de fietskilometervergoeding moet effectief gedragen worden door degene die de fietskilometervergoeding toekent. Wanneer een werkgever de last van de verhoging aan een derde doorrekent of terugbetaald krijgt van een derde, zal de werkgever niet kunnen genieten van het belastingkrediet.
Een uitzendkantoor dat, als formele werkgever, normaal gezien de fietskilometervergoeding doorrekent aan de dienstafnemer, de materiële werkgever, kan dus enkel de toepassing van het belastingkrediet voor de verhoging van fietskilometervergoeding vragen als het deze verhoging niet doorrekent aan de materiële werkgever.
Wanneer het uitzendkantoor de fietskilometervergoeding (en dus ook de verhoging ervan) wel doorrekent aan de materiële werkgever, komt die materiële werkgever, wanneer aan de overige voorwaarden is voldaan, wel in aanmerking voor het belastingkrediet voor de verhoging van de fietskilometervergoeding.

En slechts voor de eerste 20 kilometer enkele afstand

Het belastingkrediet geldt bovendien sowieso enkel voor de fietskilometervergoedingen toegekend voor de eerste 20 kilometer van de afstand tussen de woon- en werkplaats. Voorbeeld: indien een werknemer op een werkdag een verplaatsing heen en terug maakt en de afstand tussen de woonplaats en de werkplaats bedraagt 30 kilometer enkele rit, dan mag het krediet dus enkel toegepast worden voor 40 kilometer (= 2 x 20 kilometer).

Enkele berekeningsvoorbeelden

Voorbeeld 1:

Een werkgever kent in toepassing van cao nr. 164 vanaf 1 mei 2023 voor het eerst een fietsvergoeding toe. Voor de verplaatsingen in de periode van mei tot december 2023 kent hij in 2023 een fietsvergoeding toe van 0,27 euro per kilometer voor in totaal 3.000 kilometer, en voor de verplaatsingen in 2024, kent hij in 2024 een fietsvergoeding toe van 0,28 euro (geraamd bedrag) voor in totaal 6.000 kilometer. Er wordt geen fietsvergoeding toegekend voor het gedeelte van de afstand boven 20 kilometer per enkel traject.

Belastingkrediet voor de verhoging van de fietskilometervergoeding voor de in 2023 gedane verplaatsingen: 0,27 euro per kilometer x 3.000 kilometer = 810 euro.

Belastingkrediet voor de verhoging van de fietskilometervergoeding voor de in 2024 gedane verplaatsingen: 0,28 euro per kilometer x 6.000 kilometer = 1.680 euro

Voorbeeld 2:

Een werkgever kent in toepassing van cao nr. 164 vanaf 1 mei 2023 voor het eerst een fietsvergoeding toe. Voor de verplaatsingen in de periode van mei tot december 2023 kent hij in 2023 een fietsvergoeding toe van 0,27 euro per kilometer voor in totaal 9.000 kilometer voor al zijn werknemers samen, en voor de verplaatsingen in 2024, kent hij in 2024 een fietsvergoeding toe van 0,28 euro (geraamd bedrag) voor in totaal 14.000 kilometer voor al zijn werknemers samen. Voor beide jaren kent de werkgever (vrijwillig) een fietsvergoeding toe aan een werknemer die een woon-werkafstand van 25 kilometer met de fiets aflegt voor het enkel traject.
Deze werknemer legt 5.000 kilometer af met de fiets in 2023 en 5.000 kilometer in 2024. Van deze kilometers is 4.000 kilometer toerekenbaar aan de eerste 20 kilometer van het enkel traject tussen de woonplaats en de vaste plaats van tewerkstelling, 1.000 kilometer is toe te wijzen aan het deel van het enkel traject boven de 20 kilometer.

Het belastingkrediet wordt enkel verleend voor de fietskilometervergoedingen met betrekking tot de eerste twintig kilometer per enkel traject. Voor 2023 kan dus een belastingkrediet worden verleend voor de fietskilometervergoedingen voor (9.000 – 1.000 =) 8.000 kilometer en voor 2024 voor (14.000 – 1.000 =) 13.000 kilometer.

Belastingkrediet voor de verhoging van de fietskilometervergoeding voor de in 2023 gedane verplaatsingen: 0,27 euro per kilometer x 8.000 kilometer = 2.160 euro.

Belastingkrediet voor de verhoging van de fietskilometervergoeding voor de in 2024 gedane verplaatsingen: 0,28 euro per kilometer x 13.000 kilometer = 3.640 euro.

Verrekening in de belasting van de werkgever

Het belastingkrediet wordt volledig verrekend met de personenbelasting, vennootschapsbelasting, rechtspersonenbelasting of met de belasting van niet-inwoners en met de gemeentelijke opcentiemen. Voor zover het meer bedraagt dan 2,50 euro wordt enig overschot terugbetaald.

Wanneer het gaat om een fietskilometervergoeding die aan de materiële werkgever wordt  doorgerekend door een uitzendkantoor, wordt het belastingkrediet verleend voor het belastbare tijdperk waarin de materiële werkgever die doorrekening ten laste neemt.

De toekenning van het belastingkrediet gebeurt dus bij de belastingaangifte van de onderneming. Ze verloopt bijgevolg volledig buiten het sociaal secretariaat om.

Voorbehoud

Deze belastingkredietregeling moet nog het volledig wetgevend proces doorlopen. Zolang dit proces nog niet is afgerond, zijnde een publicatie in het Belgisch Staatsblad, kan ze nog niet toegepast worden.

Nog een tweede belastingkrediet in de maak?

De federale regering kondigde aan om het vrijgestelde maximumbedrag van de algemene fietskilometervergoeding vanaf januari 2024 op te trekken naar 0,35 euro. Mogelijks gaat deze verhoging gepaard met compensatie voor werkgevers onder de vorm van een belastingkrediet, dus bovenop het hierboven beschreven belastingkrediet. We komen hierop terug eenmaal duidelijk is dat deze tweede compensatie effectief realiteit zal worden.

 

Bron: Wetsontwerp houdende diverse fiscale bepalingen, kamerdocument nr. 55K3607

Deel dit artikel