Verenigingswerk sportsector: verhoging maandbedrag zomerperiode

Begin dit jaar is een nieuwe regeling rond verenigingswerk in werking getreden. Deze geldt momenteel slechts voor het jaar 2021 en is beperkt tot activiteiten verricht in de sportsector. De activiteiten verricht in het kader van het verenigingswerk moeten aangegeven worden via een onlinedienst.

Op de vergoedingen toegekend in het kader van het verenigingswerk zijn slechts beperkte (para)fiscale inhoudingen verschuldigd:

• een solidariteitsbijdrage van 10% ten laste van de organisatie die beroep doet op de verenigingswerker, en
• een inhouding van belasting van 20%, na toepassing van een forfaitaire kostenaftrek van 50%, ten laste van de verenigingswerker zelf.

Deze interessante (para)fiscale behandeling geldt op voorwaarde dat de vergoedingen ontvangen in het kader van het verenigingswerk een bepaald bedrag per maand (en per jaar) niet overschrijden. Momenteel bedraagt dat maandbedrag 532,50 euro.

Hoewel de coronamaatregelen intussen al wel wat versoepeld zijn, moeten bijvoorbeeld sportkampen wel nog steeds in kleinere groepen georganiseerd worden. Hierdoor zijn er meer begeleiders nodig.

Om meer verenigingswerkers aan te trekken, of de bestaande verenigingswerkers langer in te kunnen zetten wordt het toegelaten bedrag aan inkomsten uit het verenigingswerk daarom opgetrokken tot 1 065 euro/maand. Dit is een verdubbeling ten opzichte van de standaard maandgrens.

Het verhoogde maandbedrag geldt, binnen de sportsector, enkel voor activiteiten als:

• animator, leider, monitor of coördinator die sportinitiatie en/of sportactiviteiten verstrekt, en/of
• sporttrainer, sportlesgever, sportcoach, jeugdsportcoördinator, sportscheidsrechter, jurylid, steward, terreinverzorger-materiaalmeester, seingever bij sportwedstrijden.

Deze verhoging is bovendien alleen van toepassing voor de zomerperiode (1 juli 2021 – 30 september 2021). De jaargrens voor het verenigingswerk (in 2021: 6 390 euro) wordt niet aangepast.

_Bron:

_{Koninklijk besluit van 24 juni 2021 tot uitvoering van artikel 27, § 3, tweede lid, van de wet van 24 december 2020 betreffende het verenigingswerk, BS 29 juni 2021.}