Vorige

Verhoging en wijziging voorwaarden bijzondere activeringsbijdrage vanaf 1 januari 2024

De bijzondere activeringsbijdrage wordt vanaf 1 januari 2024 opgetrokken met 30%. Dat is voorzien in de Programmawet die momenteel wordt besproken in de Kamer.  De bijdrage zal ook verschuldigd zijn voor werknemers die in het betrokken kwartaal een tewerkstelling hebben van minder dan 1/3e van een voltijdse tewerkstelling. De bijdrage blijft verschuldigd, ook al heeft de betrokken werknemer een nieuwe tewerkstelling van minstens 1/3e aangevat bij een andere werkgever of als zelfstandige. De vermindering van het bijdragepercentage met 40% zal enkel nog gelden voor werknemers die een outplacementbegeleiding volgen. De wet moet nog worden goedgekeurd en officieel gepubliceerd.

Update 16 januari 2024
De programmawet van 22 december 2023 die de verhoging en de wijzigingen van de activeringsbijdrage regelt, is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 29 december 2023.

Situering

Begin 2018 werd er een bijzondere activeringsbijdrage ingevoerd voor werkgevers die hun werknemers (al dan niet met verminderd loon) vrijstellen van prestaties om op die manier de strikte voorwaarden van het stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) te omzeilen.  

Enkele voorwaarden die van toepassing zijn tot en met 31 december 2023:

  • De bijdrage is in principe verschuldigd voor werknemers die geen enkele prestatie leveren bij de werkgever tijdens een volledig kwartaal.
  • De bijdrage is niet verschuldigd voor de kwartalen waarin de werknemer een nieuwe tewerkstelling van minstens 1/3e aanvat bij een andere werkgever of als zelfstandige.
  • Het bijdragepercentage wordt verminderd met 40% als de werknemer de verplichting heeft  een opleiding te volgen, georganiseerd door zijn werkgever, van ten minste 15 dagen gedurende een periode van vier opeenvolgende kwartalen.  

Wat wijzigt er vanaf 1 januari 2024?

  • Het ontwerp van Programmawet verhoogt de bijdragepercentages met 30 procent. Volgens de huidige ontwerptekst  wordt het verschuldigde minimumbedrag per kwartaal niet aangepast.
  • Het ontwerp van Programmawet voorziet dat de bijdrage ook verschuldigd is voor werknemers die in het betrokken kwartaal prestaties leveren die overeenkomen met minder dan 1/3e van de wekelijkse arbeidstijd van een voltijdse collega van dezelfde categorie in het bedrijf (bijvoorbeeld 1 dag/week à rato van 8u/dag).  
  • De bijdrage blijft verschuldigd, ook al heeft de betrokken werknemer een nieuwe tewerkstelling van minstens 1/3e aangevat bij een andere werkgever of als zelfstandige.
  • De bestaande vermindering van het bijdragepercentage met 40% zal enkel nog gelden voor werknemers die gedurende de eerste vier kwartalen een verplichte  outplacementbegeleiding volgen. Deze outplacementbegeleiding moet bovendien voldoen aan enkele kwalitatieve voorwaarden:
    • Een waarde van minimum 1/12e van de bezoldiging van het voorafgaande kalenderjaar en tussen 1.800 en 5.500 euro;
    • Duurtijd van 60 uren;
    • Voldoen aan enkele vastgelegde kwaliteitscriteria.

Hieronder vind je de  algemene percentages en minimumbedragen geldig vanaf het eerste kwartaal van 2024 zoals opgenomen in de ontwerptekst :

leeftijd bij het begin van de vrijstelling prestaties

percentage op het loon (verhoogd tot 108% voor de handarbeiders)

minimumbedrag per kwartaal (euro)

< 55 jaar

50%

300,00

≥>= 55 < 58 jaar

50%

300,00

≥>= 58 < 60 jaar

50%

300,00

≥>= 60 < 62 jaar

45%

225,60

≥>= 62 jaar

40%

225,60

 

Opgelet: als de werkgever deze bijdrage verschuldigd is voor minstens 10% van zijn werknemers, dan worden de bijdragen verhoogd met 25%

leeftijd bij het begin van de vrijstelling prestaties

percentage op het loon (verhoogd tot 108% voor de handarbeiders)

minimumbedrag per kwartaal (euro)

< 55 jaar

62,5%

300,00

≥>= 55 < 58 jaar

62,5%

300,00

≥>= 58 < 60 jaar

62,5%

300,00

≥>= 60 < 62 jaar

56,25%

225,60

≥>= 62 jaar

50%

225,60

 

 

Bron:
Ontwerp Programmawet (55K3697) ingediend in De Kamer op 23 november 2023

Deel dit artikel