Vorige

Vrijwilligerswerk: vergoedingen mogelijk vanaf 1 januari 2022

De grensbedragen van de vrijwilligersvergoeding worden opgetrokken tot 36,84 euro per dag en 1 473,37 euro per jaar.

Een van de belangrijkste kenmerken van vrijwilligerswerk is dat het onbezoldigd is. Dit betekent echter niet dat je geen enkele vergoeding kan betalen aan vrijwilligers. De grensbedragen van de vrijwilligersvergoeding worden in 2022 opgetrokken tot 36,84 euro per dag en 1 473,37 euro per jaar. Zolang deze grenzen niet overschreden worden, moeten op vrijwilligersvergoedingen geen inhoudingen worden gedaan voor de RSZ en de fiscus.

Onbezoldigd maar wel vergoed

Een organisatie kan aan haar vrijwilligers een vergoeding betalen om de kosten die ze maken naar aanleiding van het vrijwilligerswerk te compenseren.

Zolang deze vergoeding lager is dan een bepaalde grens (op dag- en op jaarbasis) wordt deze vergoeding geacht werkelijk gemaakte kosten te dekken, zonder dat die kosten bewezen moeten worden. Het bedrag dat vrijgesteld toegekend kan worden, wordt vanaf 1 januari 2022 opgetrokken tot 36,84 euro/dag en 1 473,37 euro/jaar (forfaitaire kostenvergoeding).

In dit geval moeten er op de vergoeding dus geen fiscale en sociale inhoudingen gebeuren en moet er ook geen fiscale fiche worden opgemaakt. Het volstaat dat de organisatie die de vergoeding betaalt, op vraag van de belastingadministratie, een “nominatieve lijst” kan voorleggen waarop de betaalde kostenvergoedingen per vrijwilliger worden vermeld. De belastingadministratie kan dan ook de bewijsstukken opvragen waarop de betalingen zijn gebaseerd.

Verhoging vergoeding voor specifieke categorieën

Voor bepaalde categorieën vrijwilligers geldt een hoger jaarbedrag van 2 705,97 euro. 

Dit verhoogd grensbedrag geldt voor activiteiten als:

  • sporttrainer, sportlesgever, sportcoach, jeugdsportcoördinator, sportscheidsrechter, jurylid, steward, terreinverzorger-materiaalmeester, seingever bij sportwedstrijden;
  • nachtoppas, te weten het inslapen, en dagoppas bij hulpbehoevende personen volgens de voorwaarden en kwaliteitscriteria die iedere gemeenschap bepaalt;
  • niet-dringend liggend ziekenvervoerder: het liggend ziekenvervoer naar, vanuit en tussen ziekenhuizen of vestigingsplaatsen van ziekenhuizen (dat niet onder het toepassingsgebied van de wet van 8 juli 1964 valt) en volgens de voorwaarden en kwaliteitscriteria die iedere gemeenschap bepaalt.

Ook voor de vrijwilligers die in de zorg en de vaccinatiecentra ingezet worden om het hoofd te bieden aan het veel extra werk, zal het verhoogde jaarplafond gelden. Anders dan in 2021 zullen er geen twee verschillende plafondbedragen meer gelden voor de zorgsectoren enerzijds en voor de vaccinatiecentra anderzijds.

Het gaat dus enkel om een verhoging van de jaargrens. Op dagbasis moet de traditionele grens van 36,84 euro nog steeds gerespecteerd worden. Deze categorieën vrijwilligers kunnen op jaarbasis dus enkel meer dagen vrijwilligerswerk verrichten, zonder de jaargrens te overschrijden.

Deze verhoging geldt echter niet indien:

  • de vrijwilliger in dezelfde periode ook als verenigingswerker actief is bij de betrokken organisatie;
  • de vrijwilliger actief is in de sportsector (dit zijn de activiteiten opgesomd in punt 1) en gedurende de periode van dat vrijwilligerswerk, een sociale zekerheids- of sociale bijstandsuitkering krijgt.

In deze gevallen blijft de klassieke jaargrens voor het vrijwilligerswerk van toepassing.

Overschrijding grensbedragen

Indien de hoger genoemde grensbedragen overschreden worden, zijn de betaalde vergoedingen in principe belastbaar en moet een fiscale fiche worden opgemaakt. De vrijwilliger heeft echter wel de mogelijkheid om aan te tonen dat zijn werkelijke kosten hoger liggen en de hogere vergoeding dus verantwoord is. Hij moet hier dan wel het nodige bewijs voor leveren. 

Combinatie forfaitaire en werkelijke kostenvergoeding

Het combineren van deze forfaitaire kostenvergoedingen met de terugbetaling van werkelijke kostenvergoedingen bij dezelfde organisatie is niet mogelijk. Het forfait wordt namelijk geacht alle gemaakte kosten te omvatten. Per kalenderjaar moet de keuze gemaakt worden tussen een van beide systemen.

De enige uitzondering daarop is de combinatie van het forfait met de terugbetaling van de werkelijke vervoerskosten van jouw vrijwilligers. Deze mogelijkheid is wel beperkt tot 2 000 km/jaar. Voor verplaatsingen met de eigen wagen, motor- of bromfiets van de vrijwilliger, kan je – indien je ervoor gekozen hebt om verplaatsingskosten terug te betalen - de vrijgestelde kilometervergoeding voor de dienstverplaatsingen van de federale ambtenaren gebruiken (van 1 juli 2021 tot 30 juni 2022 bedraagt die 0,3707 euro/kilometer). Vrijwilligers die met de fiets komen, kunnen een fietsvergoeding krijgen.

Bron:
Administratieve instructies RSZ
Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 december 2018 tot verhoging van het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van vrijwilligers.

Deel dit artikel