Vorige

Werkhervattingspremie van 1000 euro kan aangevraagd worden

Eind vorig jaar werd reeds aangekondigd dat werkgevers die vanaf 1 april 2023 een als invalide erkende persoon in dienst nemen of laten hervatten in het kader van een progressieve werkhervatting toegelaten door het ziekenfonds, in bepaalde gevallen een werkhervattingspremie van 1000 euro kunnen ontvangen. De werkhervattingspremie wordt uitbetaald door het ziekenfonds van de invalide werknemer.

Welke werkgevers komen in aanmerking voor een werkhervattingspremie?

Als werkgever heb je recht op een werkhervattingspremie van 1.000 euro als je tijdens de periode vanaf 1 april 2023 tot en met 31 maart 2025 iemand die minstens één jaar arbeidsongeschikt is in dienst neemt of laat hervatten via een door de adviserend arts van het ziekenfonds toegelaten werkhervatting (d.i. progressieve werkhervatting).

Deze maatregel geldt zowel voor werknemers die bij aanvang van de arbeidsongeschiktheid al door een arbeidsovereenkomst zijn verbonden met de werkgever als voor werknemers die nieuw aangeworven worden.

Een werkgever kan slechts één werkhervattingspremie krijgen voor dezelfde werknemer.

Voorwaarden voor de toekenning van de werkhervattingspremie

Er is enkel recht op een werkhervattingspremie als elk van de volgende voorwaarden is vervuld:

  • de werknemer is minstens één jaar arbeidsongeschikt en is dus ‘in invaliditeit’ in de zin van de ziekte- en invaliditeitsverzekering;
  • zowel de periode gedekt door de toelating van de adviserend arts als de werkhervatting bij deze werkgever op grond van deze toelating vatten aan tijdens het tijdvak van invaliditeit vanaf 1 april 2023 tot en met 31 maart 2025;
  • de werknemer verricht de toegestane arbeid gedurende ten minste drie maanden (vóór 1 oktober 2025) op basis van:
    • een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur,
    • een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur die bij de aanvang van de toegestane arbeid een voorziene duur heeft van ten minste drie maanden, berekend van datum tot datum,
    • een overeenkomst in het kader van een alternerende opleiding die bij de aanvang van de toegelaten arbeid een voorziene duur heeft van ten minste drie maanden, berekend van datum tot datum,
    • een tijdelijke aanstelling voor bepaalde duur, die bij aanvang van de toegelaten arbeid een voorziene duur heeft van ten minste drie maanden, berekend van datum tot datum, in een onderwijsinstelling van de Gemeenschappen, de provincies, de instellingen ondergeschikt aan de provincies, de gemeenten, de instellingen ondergeschikt aan de gemeenten, de verenigingen van gemeenten en de instellingen van openbaar nut,
    • een tijdelijke aanstelling voor onbepaalde duur in een onderwijsinstelling van de Gemeenschappen, de provincies, de instellingen ondergeschikt aan de provincies, de gemeenten, de instellingen ondergeschikt aan de gemeenten, de verenigingen van gemeenten en de instellingen van openbaar nut,
    • een statutaire benoeming, of
    • een stage met het oog op een statutaire benoeming in de openbare sector;
  • de beoogde arbeid is een van volgende activiteiten:
    • een bezoldigde arbeid die valt onder de Belgische sociale zekerheid voor werknemers (RSZ-wet van 27 juni 1969 - onderworpen aan minstens één sector (dus ook een statutaire tewerkstelling)),
    • een gelijkaardige activiteit die onderworpen is aan de socialezekerheidswetgeving van een vreemd land waarmee België verbonden is door een internationaal of supranationaal instrument inzake coördinatie van sociale zekerheid (vb. een EU-land), of
    • een gelijkaardige activiteit in dienst van een internationale of supranationale organisatie.

De volgende vormen van arbeid zijn echter uitgesloten van het toepassingsgebied van de werkhervattingspremie:

  • een tewerkstelling verricht buiten het normale arbeidscircuit in een onderneming die valt onder paritair comité 327 voor beschutte werkplaatsen, sociale werkplaatsen en maatwerkbedrijven;
  • een flexi-job;
  • gelegenheidswerk;
  • een tewerkstelling die al lopende is bij het begin van de periode van arbeidsongeschiktheid en waarvoor de toepassing van de RSZ-wet van 27 juni 1969 beperkt is tot de sector van de geneeskundige verzorging voor wat betreft de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering;
  • een tewerkstelling als vrijwillig brandweerman, vrijwillig ambulancier of vrijwilliger van de civiele bescherming.

Wie betaalt deze premie?

Het is het ziekenfonds waarbij de betrokken werknemer aangesloten of ingeschreven is die de werkhervattingspremie betaalt. Het ziekenfonds gaat daarbij eerst na of alle voorwaarden zijn vervuld op basis van de informatie die de werkgever hem rechtstreeks of via de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid heeft verstrekt.

Deze betaling gebeurt ten laatste op het einde van de tweede kalendermaand na de kalendermaand waarin de aanvraag werd ingediend.

Hoe kunt u een aanvraag indienen?

Indien alle voorwaarden voor de werkhervattingspremie vervuld zijn, kan je (ten vroegste na het einde van de (eerste) drie maanden van aangepast werk):

een online aanvraag (aanbevolen procedure) indienen: je logt in op de website van het Nationaal Intermutualistisch College;

een papieren aanvraag indienen: indien het gebruik van het elektronische formulier voor niet mogelijk is, dan kan je een aanvraagformulier afdrukken en je vult het in. Vervolgens verstuur je dit ondertekende en gedateerde formulier naar het Nationaal Intermutualistich College (postadres vermeld op dit formulier).

De aanvraag moet, op straffe van verval,  uiterlijk twee jaar na het verstrijken van de kalendermaand waarin de derde maand toegelaten arbeid verricht is geweest, worden ingediend.

Bronnen:
Programmawet van 26 december 2022 (art. 110/1), BS 30 december 2022
KB van 17 juli 2023 tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van de werkhervattingspremie ten laste van de uitkeringsverzekering, BS 31 juli 2023

https://www.riziv.fgov.be/nl/professionals/andere-professionals/werkgevers/Paginas/default.aspx#Werkhervattingspremie

 

Meer weten over re-integratie langdurig zieken?

In de opleiding 'Omgaan met langdurig zieken in je organisatie' komt dit uitgebreid aan bod. Deel 1 focust op de juridische procedures en de verschillende trajecten (re-integratie, medische overmacht,...). Deel 2 behandelt de praktische aanpak: hoe bereid je de terugkeer naar het werk voor en hoe begeleid je die?

Deel dit artikel