Lastenverlaging voor investeringen in steunzones: tweede verlenging in de maak
Het Vlaamse en het Waalse gewest kunnen de federale regering opnieuw verzoeken om de geldigheidsduur van hun steunzones te verlengen. Voordat deze verlenging realiteit is, is nog een koninklijk besluit vereist. Vooralsnog kunnen er dus geen nieuwe rechten op lastenverlaging geopend worden voor de steunzones van Turnhout en van Genk, zijnde de steunzones waarvan de geldigheid reeds afliep.
Situering
Ondernemingen die investeringen doen in één van de zogenaamde ‘steunzones’ genieten, onder bepaalde voorwaarden, een tijdelijke lastenverlaging voor de arbeidsplaatsen die dankzij de investering werden gecreëerd. De lastenverlaging wordt gerealiseerd via het mechanisme van de gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing: 25 procent vande bedrijfsvoorheffing die de werkgever inhield op de bezoldiging van de betrokken werknemers, moet hij niet doorstorten aan de fiscus. Deze vrijstelling geldt gedurende twee jaar volgend op de invulling van de betrokken arbeidsplaats. Sowieso komen enkel de arbeidsplaatsen in aanmerking die ingevuld werden binnen de 36 maanden volgend op de voltooiing van de investeringen. Deze vrijstelling is aanvankelijk slechts voorwaardelijk verkregen. Slechts indien de onderneming (naargelang haar grootte na 3 of 5 jaar) kan aantonen dat het aantal arbeidsplaatsen (minstens) behouden is gebleven is het bedrag van de vrijstelling pas definitief verworven.
Noteer hierbij dat de werknemer niets merkt van deze doorstortingsvrijstelling. Voor hem handelt de fiscus alsof het de ingehouden bedrijfsvoorheffing wel integraal ontving.
Een werkgever die de lastenverlaging wilt genieten moet een formulier overmaken aan de FOD Financiën. De werkgever moet dit formulier overmaken binnen de geldigheidsduur van de betrokken steunzone (en bovendien (a) binnen de drie maanden volgend op de voltooiing van de investering, en (b) voor de invulling van de nieuwe arbeidsplaatsen waarvoor de lastenverlaging gewenst is). Voor de steunzones rond Turnhout en rond Genk kan zo’n formulier momenteel dus niet meer ingediend worden. De actuele geldigheidsduur voor deze steunzones liep immers af, op 31 oktober 2022 (de geldigheidsduur van de andere steunzones loopt pas af op 30 april 2025 (31 mei 2026 voor de steunzone Zaventem-Vilvoorde)).
Gewesten kunnen een verlenging aanvragen
Het zijn de gewesten die de federale minister van Financiën moeten verzoeken om een steunzone te erkennen en/of een bestaande steunzone te verlengen. Vervolgens wordt de totstandkoming van een steunzone – of de verlenging van de geldigheidsduur van een bestaande steunzone - geformaliseerd in een koninklijk besluit.
De federale regering kondigde in september 2022 aan om de gewesten toe te laten een verlenging aan te vragen voor hun bestaande steunzones. Die aankondiging werd nu in wetgeving gegoten. Een verlenging tot twee jaar is mogelijk.
Het is overigens de tweede keer dat de gewesten een verlenging kunnen vragen. Ingevolge de coronacrisis konden de gewesten dit al een eerste keer doen in 2021, waarvan de gewesten ook effectief gebruik maakten.
Het is nu aan het Vlaamse en het Waalse gewest om de federale minister van Financiën te verzoeken om een verlenging (ter info: op 23 december 2022 machtigde de Vlaamse regering de Vlaamse minister van Economie om zo’n verzoek in te dienen voor de bestaande steunzones gelegen in het Vlaamse Gewest).
Indien beide gewesten dit doen voor alle bestaande steunzones en voor de maximumduur van twee jaar, dan zouden dit de nieuwe einddata van de geldigheidsduur zijn:
- steunzone Turnhout: tot 31 oktober 2024;
- steunzone Genk: tot 31 oktober 2024;
- steunzone Seraing: tot 30 april 2027;
- steunzone Sambreville: tot 30 april 2027;
- steunzone Charleroi: tot 30 april 2027;
- steunzone Frameries: tot 30 april 2027;
- steunzone Zaventem-Vilvoorde: tot 31 mei 2028.
Maar dit overzicht is vandaag dus zeker nog niet de realiteit. Een koninklijk besluit is nog vereist. Voor de inmiddels afgelopen steunzones Turnhout en Genk kunnen er dus vooralsnog geen formulieren ingediend worden, en dus geen nieuwe rechten op de lastenverlaging geopend worden.
Om elk misverstand te vermijden: de verlenging impliceert geen verlenging van de duur van de individuele lastenverlaging. Die duur blijft dus in elk geval beperkt tot twee jaar volgend op de invulling van de betrokken arbeidsplaats. Ook blijft de lastenverlaging beperkt tot de arbeidsplaatsen die binnen de 36 maanden volgend op het einde van de investering werden ingevuld.
Bron :
Wet van 26 december 2022 tot wijziging van de wet van 15 mei 2014 houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance, betreffende de tweede verlenging van de toepassingsperiode van de steunzones en tot invoering van een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor werkgevers die getroffen worden door een natuurramp (BS 13 januari 2023)