Corona-effect op tewerkstelling horeca in Vlaams-Brabant
Helft vast horecapersoneel in juni nog tijdelijk werkloos en jobs gehalveerd
Geen flexijobbers meer en helft minder jobstudenten
Brussel, 29 juli 2020 – In juni kreeg in Vlaams-Brabant de helft van de vaste horecawerknemers te maken met tijdelijke werkloosheid. Dat is nog altijd een grote groep, maar voor het eerst in maanden wel een daling van het aantal tijdelijk werklozen in de sector. Ook is het aantal jobs in de horeca ten opzichte van de topmaand januari van dit jaar meer dan gehalveerd in juni: van 133,1% tewerkstelling naar een schamele 63,5% (van referentiemaand januari 2019). Cafés en restaurants werden duidelijk zwaarder getroffen dan hotels en andere verblijfaccommodaties met respectievelijk 62,4% en 89,8%. De flexijobbers en jobstudenten zijn het grootste slachtoffer van de coronacrisis. Dat alles blijkt uit een sectoranalyse van hr-dienstenleverancier Acerta op basis van een representatief staal van de werkelijke gegevens van 1.387 werknemers in dienst bij 316 horeca-werkgevers in Vlaams-Brabant.
Voor corona 33,1% meer jobs dan in 2019, tijdens corona tot 36,5% minder
De horeca was een groeiende sector, tot corona. Nemen we januari 2019 als maatstaf, dan was de tewerkstelling in de horeca in februari 2020, de laatste pre-coronamaand, 27,5% gestegen, in januari zelfs 33,1%. Die groei manifesteerde zich niet onder de vorm van flexi- of studentenjobs, het aandeel daarvan bleef nagenoeg gelijk, het ging wel degelijk over meer vaste jobs.
Figuur 1: tewerkstelling horeca in Vlaams-Brabant, met januari 2019 als referentiemaand; aandeel flexi, student, tijdelijke werkloosheid
Maar toen – in maart 2020 - kwam corona en moest de horeca de deuren sluiten. De tewerkstelling daalde navenant. Niet alleen werd de groei van een heel jaar tenietgedaan, in april 2020 zakte de tewerkstelling in de horeca in Vlaams-Brabant zelfs 27,4% onder referentiemaand januari 2019, nl. naar 72,6%. Tegenover topmaand januari van dit jaar, is de tewerkstelling in de horecasector in juni, het dieptepunt, zelfs gehalveerd, die ging van 133,1% naar 63,5% (van referentiemaand januari 2019), -52,3% dus. Cafés en restaurants in Vlaams-Brabant werden zwaarder getroffen dan hotels en andere verblijfaccommodaties: respectievelijk 62,4% en 89,8% van tewerkstelling in referentiemaand januari 2019.
April: flexijobs weg, helft minder studentenjobs, 1 op 6 vaste medewerkers tijdelijk werkloos
Direct getroffen door de lockdown was de zogenaamde flexibele schil van de horecasector: de flexi- en de studentenjobs. De flexijobs in april 2020 gingen in vergelijking met het jaar ervoor van een aandeel van 30,4% naar 6,4%, een nagenoeg verwaarloosbaar aandeel dus. De studenten gingen van net geen 38,5% naar 20,9%, nagenoeg naar de helft dus. 64,7% van de vaste medewerkers kreeg in april te maken met tijdelijke werkloosheid van één dag of meer.
Patrick Demuylder, Kantoordirecteur Acerta Leuven-Dilbeek-Zaventem: “Het is not done om vast personeel op tijdelijke werkloosheid te zetten en ondertussen flexijobbers of studenten in dienst te houden. Als een vaste medewerker taken van een tijdelijk contract kan overnemen, is dat wat eerst gebeurt – vandaar de onmiddellijke impact op de flexibele schil. Maar dat we niet naar nul procent flexi- en studentenjobs zijn gegaan en zelfs naar 100% tijdelijke werkloosheid, heeft vooral te maken met de veerkracht van de sector, met horeca-activiteiten die ondanks de pandemie toch doorgingen of waarnaar zaken zijn overgeschakeld, denk aan restaurants die afhaalmenu’s voorzagen. Zo bleef er dus wel keukenpersoneel aan de slag, en koeriers. Vooral die laatste zijn niet zelden studenten.”
Juni 2020 dieptepunt tewerkstelling maar ook keerpunt tijdelijke werkloosheid
Het signaal van de voorbije maand juni 2020 is nog dubbel: enerzijds is de tewerkstelling in de horeca in Vlaams-Brabant naar een dieptepunt gezakt (63,5% vs. januari 2019), anderzijds zijn minder horecawerknemers tijdelijk werkloos geweest dan in april en mei.
Patrick Demuylder: “Als we herstel mogen verwachten, dan moeten we dat ook eerst zien in de tijdelijke werkloosheidscijfers. Pas als die zullen zijn gedaald, zullen we flexijobbers en studenten naar de horeca zien terugkomen. De tijdelijke werkloosheid is nu al wel minder in juni: nog “maar” 52,1% van de vaste horecamedewerkers had ermee te maken. Het tij lijkt dus stilaan te keren.”
Flexijobbers: first out, last in
Patrick Demuylder: “De verwachting voor de komende maanden is dat de tijdelijke werkloosheid in de horeca verder zal dalen. De zomermaanden zijn immers klassieke topmaanden voor het toerisme en voor de horeca en dat effect zal zelfs in coronatijden blijven spelen. Wellicht zien we in de horeca ook weer studenten bijspringen. Maar zij die het eerste zijn uitgevallen, nl. de flexijobbers, zullen wellicht het laatst terugkeren. Het verlies van hun bijverdienste zien deze flexibele medewerkers niet gecompenseerd.”
Ter herinnering: onbeperkt RSZ-vrijstelling 1e werknemer nog tot eind 2020
Patrick Demuylder: “Nog iets wat opvalt in onze cijfers, is de tewerkstellingspiek in januari. Deel van de verklaring daarvoor zou kunnen zijn: het besef dat 2020 het laatste jaar is van de onbeperkte RSZ-vrijstelling voor een eerste werknemer. We maken van de gelegenheid graag gebruik om de horeca daaraan te herinneren, voor wie het relevant zou kunnen zijn. Het onbeperkte RSZ-voordeel vervalt in 2021, er rest nog een half jaar om daarvan eventueel nog te profiteren.”
Over de cijfers
De analyse is gebaseerd op een representatief staal van 1.387 werknemers in dienst bij 316 horeca-werkgevers van Vlaams-Brabant en werd uitgevoerd op 6 juli 2020.
Vragen als journalist?
Gelieve contact op te nemen met Acerta – Sylva De Craecker