Corona-effect op tewerkstelling horeca West-Vlaanderen
Helft vast horecapersoneel in juni nog tijdelijk werkloos, 40% jobs weg
Geen flexijobbers meer en nauwelijks jobstudenten
Brussel, 4 augustus 2020 – In West-Vlaanderen kreeg in juni de helft (53,4%) van de vaste horecawerknemers te maken met tijdelijke werkloosheid. Dat is nog altijd een grote groep, maar voor het eerst in maanden wel een daling van het aantal tijdelijk werklozen in de sector. Ook is de groei van het aantal jobs in de horeca gestuit: in topmaand januari van dit jaar was die nog 144,1%, in juni nog maar een schamele 60% van de tewerkstelling van referentiemaand januari 2019. Cafés en restaurants werden duidelijk zwaarder getroffen dan hotels en andere verblijfaccommodaties met respectievelijk 58,5% en 67,6%. De flexijobbers en jobstudenten zijn het grootste slachtoffer van de coronacrisis. Dat alles blijkt uit een sectoranalyse van hr-dienstenleverancier Acerta op basis van een representatief staal van de werkelijke gegevens van 1.478 horecawerknemers bij 392 horecawerkgevers in West-Vlaanderen.
Voor corona 44,1% meer jobs dan in 2019, tijdens corona tot 40% minder
De horeca was een groeiende sector, tot corona. Nemen we januari 2019 als maatstaf, dan was de tewerkstelling in de horeca in West-Vlaanderen in februari 2020, de laatste pre-coronamaand, 33,4% gestegen, in januari zelfs 44,1%. Die groei manifesteerde zich niet onder de vorm van flexi- of studentenjobs, het aandeel daarvan bleef nagenoeg gelijk, het ging wel degelijk over meer vaste jobs.
Figuur 1: tewerkstelling horeca West-Vlaanderen met januari 2019 als referentiemaand; aandeel flexi, student, tijdelijke werkloosheid
Maar toen – in maart 2020 - kwam corona en moest de horeca de deuren sluiten. De tewerkstelling daalde navenant. Niet alleen werd de groei van een heel jaar tenietgedaan, in april 2020 zakte de tewerkstelling in deze sector in West-Vlaanderen zelfs bijna 35% onder referentiemaand januari 2019, nl. naar 65,3%. Tegenover topmaand januari van dit jaar, is de tewerkstelling in de horecasector in juni, het dieptepunt, zelfs meer dan gehalveerd, die ging van 144,1% naar 60% (van referentiemaand januari 2019), -58% dus. Cafés en restaurants werden nog iets zwaarder getroffen dan hotels en andere verblijfaccommodaties: respectievelijk 58,5% en 67,6% van tewerkstelling in referentiemaand januari 2019.
April: flexijobs weg, studentenjobs naar een derde, 3 op 4 vast personeel tijdelijk werkloos
Direct getroffen door de lockdown was de zogenaamde flexibele schil van de horecasector: de flexi- en de studentenjobs. In vergelijking met referentiemaand januari 2019 gingen de flexijobs in april 2020 in West-Vlaanderen van een aandeel van 34% naar 3,8%, naar een verwaarloosbaar aandeel dus. En de studenten gingen van 30,2% naar 10,4%, naar een derde dus. In normale zomermaanden is bijna 50% van de West-Vlaamse horecawerknemers jobstudent.
75,8% van de vaste horecamedewerkers in West-Vlaanderen kreeg in april te maken met tijdelijke werkloosheid van één dag of meer.
Geert Van Tieghem, Kantoordirecteur Acerta Brugge: “Het is not done om vast personeel op tijdelijke werkloosheid te zetten en ondertussen flexijobbers of studenten in dienst te houden. Als een vaste medewerker taken van een tijdelijk contract kan overnemen, is dat wat eerst gebeurt – vandaar de onmiddellijke impact op de flexibele schil. Maar dat we niet naar nul procent flexi- en studentenjobs zijn gegaan en zelfs naar 100% tijdelijke werkloosheid, heeft vooral te maken met de veerkracht van de sector, met horeca-activiteiten die ondanks de pandemie toch doorgingen of waarnaar zaken zijn overgeschakeld, denk aan restaurants die afhaalmenu’s voorzagen. Zo bleef er dus wel keukenpersoneel aan de slag, en koeriers. Vooral die laatste zijn niet zelden studenten.”
Juni 2020 dieptepunt tewerkstelling maar ook keerpunt tijdelijke werkloosheid
Het signaal van de voorbije maand juni 2020 is nog dubbel: enerzijds is de tewerkstelling in West-Vlaanderen naar een dieptepunt gezakt (60% vs. januari 2019), anderzijds zijn minder horecawerknemers tijdelijk werkloos geweest dan in april en mei.
Geert Van Tieghem: “Als we herstel mogen verwachten, dan moeten we dat ook eerst zien in de tijdelijke werkloosheidscijfers. Pas als die zullen zijn gedaald, zullen we flexijobbers en studenten naar de horeca zien terugkomen. De tijdelijke werkloosheid is nu al wel minder in juni: nog “maar” 53,4% van de vaste horecamedewerkers in West-Vlaanderen had ermee te maken. Het tij lijkt dus stilaan te keren.”
Flexijobbers: first out, last in
Geert Van Tieghem: “De verwachting voor de komende maanden is dat de tijdelijke werkloosheid in de horeca verder zal dalen. De zomermaanden zijn immers klassieke topmaanden voor het toerisme en voor de horeca. Door de wisselende reisadviezen wordt de Belgische kust wellicht zelfs een nog populairdere bestemming dan andere jaren, dat is dan een positief effect van corona. Wellicht zien we aan de kust en elders in het West-Vlaamse toerisme ook dit jaar weer studenten bijspringen. Zij die het eerste zijn uitgevallen, nl. de flexijobbers, zullen wellicht het laatst terugkeren. Het verlies van hun bijverdienste zien flexibele medewerkers niet gecompenseerd.”
Ter herinnering: onbeperkt RSZ-vrijstelling 1e werknemer nog tot eind 2020
Geert Van Tieghem: “Nog iets wat opvalt in onze cijfers, is de tewerkstellingspiek in januari. Deel van de verklaring daarvoor zou kunnen zijn: het besef dat 2020 het laatste jaar is van de onbeperkte RSZ-vrijstelling voor een eerste werknemer. We maken van de gelegenheid graag gebruik om de horeca daaraan te herinneren, voor wie het relevant zou kunnen zijn. Het onbeperkte RSZ-voordeel vervalt in 2021, er rest nog een half jaar om daarvan eventueel nog te profiteren.”
Over de cijfers
De analyse is gebaseerd op een representatief staal van 1.478 werknemers in dienst bij 392 horeca-werkgevers van West-Vlaanderen en werd uitgevoerd op 6 juli 2020.
Vragen als journalist?
Gelieve contact op te nemen met Acerta – Sylva De Craecker