Vorige

Aanpassing werkbonus vanaf 1 april 2024 door de volgende fase in de verhoging van het GGMMI

Het GGMMI verhoogt met 35,7 euro bruto vanaf 1 april 2024. De Federale Regering voert zo de beslissing van de sociale partners uit om het GGMMI gefaseerd op te trekken en zorgt voor een netto-verhoging van 50 euro voor de heel lage lonen. Om dit te realiseren moet de sociale werkbonus gesplitst worden in twee delen en wordt de fiscale werkbonus versterkt voor de hele lage lonen (deel B van de sociale werkbonus). Het ontwerp van Programmawet dat hieraan uitvoering geeft, moet nog officieel worden goedgekeurd en gepubliceerd.  

Update 19 maart 2024
De Koninklijke Besluiten m.b.t. de splitsing van de sociale werkbonus, de verhoging van de fiscale werkbonus voor wat het stuk van de heel lage lonen betreft en de verhoging van de heel lage loongrens in de structurele vermindering zijn werden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 en 19 maart 2024. 

Situering

In juni 2021 besloten de sociale partners in de Groep van 10 om het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (GGMMI), kort gezegd het bruto minimumloon, in fases te verhogen. De concrete afspraak werd vastgelegd in cao nr. 43/15. Het minimumloon steeg een eerste keer op 1 april 2022. Dit zal opnieuw gebeuren vanaf 1 april 2024 met een stijging van 35,7 euro bruto per maand. Het GGMMI is vanaf dan gelijk aan 2029,88 euro.

De regering voert de volgende fase, zoals gevraagd door de sociale partners, uit vanaf 1 april 2024. Ze engageert zich ertoe dat de stijging van het GGMMI met 35,7 euro bruto zal leiden tot een stijging van het nettoloon met 50 euro voor de heel lage lonen.

Om het doel van 50 euro netto te bereiken, wordt de fiscale werkbonus opgetrokken. Deze optrekking kan enkel gerealiseerd worden door de sociale werkbonus op te splitsen in twee delen. Een eerste deel van de sociale werkbonus is van toepassing op de heel lage lonen en een tweede deel op de iets hogere lonen. Het percentage van de fiscale werkbonus wordt wel enkel opgetrokken voor de heel lage lonen. 

Update 19 maart 2024
De Programmawet van 22 december 2023 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 29 december 2023) die voorziet in de opsplitsing van de sociale werkbonus moest nog verder uitgevoerd worden via een Koninklijke Besluit (KB). Het KB van 5 maart 2024 bevestigt de opsplitsing en legt de theoretische verminderingsbedragen vast. Het KB bepaalt bijkomend dat het bedrag van de sociale en de fiscale werkbonus moet vermeld worden op de loonbon van de werknemer. Het KB van 11 maart 2024 regelt dan weer de verhoging van het percentage voor de berekening van de fiscale werkbonus op de heel lage lonen.

Om de extra kosten voor de werkgevers te compenseren, kondigt de regering ook de aanpassing van de loongrenzen van de structurele vermindering aan. De werkgever zal een bijkomende lage lonen-korting ontvangen via de aanpassing van de structurele vermindering. Deze wijziging gaat normaal ook in vanaf 1 april 2024.

Update 19 maart 2024
De zeer lage loongrens S2 verhoogt inderdaad vanaf 1 april 2024. Het KB van 3 maart 2024 legt de nieuwe zeer lage loongrens S2 vast. De grens bedraagt 6.807,18 euro voor werkgevers die vallen onder categorie 1 en 3 van de structurele vermindering. Voor werkgevers die vallen onder categorie 2 (Sociale Maribel) wordt de grens opgetrokken tot 6.995,54 euro.

  • 50 euro netto per maand extra
    Stap 1: Opsplitsing van de sociale werkbonus in twee delen, A en B

De wetgeving voorziet in de opsplitsing van de sociale werkbonus in twee delen, A en B en dit in functie van de hoogte van het loon van de werknemer.

De totale werkbonus (deel A + B) mag net zoals voorheen de verschuldigde sociale zekerheidsbijdragen niet overschrijden. 

De grens tussen de twee delen A en B is gelijk aan de reeds bestaande loongrens S1bis (nl. 131,5328% van het GGMMI inclusief de verhoging met 35,7 euro bruto vanaf 1 april 2024).    

De andere definities van de loongrenzen:

  • Grens S1 is 103% van het GGMMI, inclusief de verhoging met 35,7 euro bruto vanaf 1 april 2024
  • Grens S2 is 157,6814% van het GGMMI, exclusief de verhoging met 35,7  euro bruto vanaf 1 april 2024
Luik A (lage lonen) – theoretische vermindering

S (refertemaandloon)                                 R (basisbedrag, x 108% voor arbeiders) 

≤ S1bis                                                         R = VA = 5,71% x GGMMI  

S1bis > S ≤ S2                                             R = VA – (alfa A * (S – S1bis))

S2 < S                                                          0 euro

Alfa A = VA / (S2 – S1bis)

Luik B (heel lage lonen) – theoretische vermindering

S (refertemaandloon)                                 R (basisbedrag, x 108% voor arbeiders) 

≤ S1                                                              R = VB = 7,70% x GGMMI  

S1 > S ≤ S1bis                                              R = VB – (alfa B * (S – S1))

S1bis < S                                                       0 euro

Alfa B = VB / (S1bis – S1)

Het reëel verminderingsbedrag waarop de werknemer recht heeft, wordt bepaald op basis van de effectieve prestaties van de werknemer.

  • Stap 2: Verhoging van de fiscale werkbonus voor de heel lage lonen (deel B van de sociale werkbonus)

Het percentage van de fiscale werkbonus toegepast op het resultaat van deel B van de sociale werkbonus, wordt vanaf 1 april 2024 verhoogd van 33,14% naar 52,54%. Het percentage toegepast op het resultaat van deel A blijft 33,14%.

Ook het maximale bedrag van de fiscale werkbonus in de eindbelasting wordt verhoogd.

  • Voor het aanslagjaar 2025 wordt het maximale bedrag van 570 euro (niet geïndexeerd) per kalenderjaar verhoogd tot 710 euro (niet geïndexeerd). Er wordt rekening gehouden met 9 maanden verhoging van de fiscale werkbonus in 2024.
  • Voor het aanslagjaar 2026 wordt het maximale bedrag 765 euro (niet geïndexeerd) per kalenderjaar.

Update 19 maart 2024
Het KB van 11 maart 2024 wijzigt Bijlage III bij het KB/WIB 92, die de regels voor de berekening van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing bevat. Voor de berekening van de vermindering van de bedrijfsvoorheffing die de werknemer verschuldigd is, zal vanaf 1 april 2024 rekening worden gehouden met het feit dat de sociale werkbonus opgesplitst wordt in 2 luiken. De inhoud van het KB komt overeen met de tekst die hierboven opgenomen werd (toen nog gebaseerd op de ontwerpteksten). 

Bron:

  • Programmawet 22 december 2023 (BS 29 december 2023)
  • Koninklijk besluit 5 maart 2024 tot wijziging van het koninklijk 17 januari 2000 tot uitvoering van artikel 2 van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een werkbonus aan werknemers met lage lonen en van andere verminderingen van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid (BS 18 maart 2024)
  • Koninklijk besluit 3 maart 2024 tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen (BS 18 maart 2024)
  • Koninklijk besluit van 11 maart 2024 tot wijziging van de bedrijfsvoorheffing (BS 19 maart 2024)

Deel dit artikel