Akkoord PC 140.03 voor 2023-2024 bereikt

De bedrijven die in 2022 winst hebben gemaakt, moeten een éénmalige koopkrachtpremie toekennen onder de vorm van papieren of elektronische consumptiecheques .

Wanneer het boekjaar niet samenvalt met een kalenderjaar, is '2022' het boekjaar waarvan de meeste maanden zich in 2022 bevinden. Wanneer het boekjaar afsluit op 30 juni, gaat het om het boekjaar dat afsluit in 2022. De premie wordt toegekend op 30 november 2023. Dit wil zeggen dat deze premie nog op de loonbon voor de maand november moet komen. De cheques zelf moeten uiterlijk op 31 december 2023 in handen van je werknemers zijn.

De sector kijkt voor de bepaling van het begrip ‘winst’ naar code 9905 van de neergelegde jaarrekening. De onderneming wordt bekeken op het niveau van de entiteit waarop deze jaarrekening wordt neergelegd.
Indien de onderneming de verplichting tot neerlegging van de jaarrekening voor boekjaar 2022 niet heeft nageleefd, gaat de sector ervan uit dat de onderneming wel winst heeft gemaakt in het boekjaar 2022, tenzij bewijs van het tegendeel.

Er wordt enkel rekening gehouden met de jaren waarvoor een jaarrekening met positief resultaat werd neergelegd. Er wordt geen rekening gehouden met de boekjaren waarvoor het bedrag onder code 9905 negatief was.

Je kan een hogere premie toekennen wanneer de onderneming voldoet aan de wettelijke voorwaarden en je hiervoor een ondernemings-cao afsluit of, bij gebrek aan syndicale delegatie, een individuele overeenkomst met je werknemers.

De sectorale regeling geldt voor alle arbeiders met RSZ-categorie 083, met uitzondering van studenten die zijn aangegeven met werknemerscode 840.

Daarnaast gelden de volgende voorwaarden:

• enkel de arbeiders die effectief in dienst zijn op 31 oktober 2023 komen in aanmerking;
• de arbeiders moeten van 1 november 2022 tot en met 31 oktober 2023 minstens 90 dagen effectief gewerkt hebben in een vijfdagenweek om recht te hebben op een (pro rata) koopkrachtpremie.

Voor de deeltijdse werknemers en de andere voltijdse arbeidsregimes wordt dit aantal dagen omgezet in uren en gebeurt een omrekening pro rata de tewerkstellingsbreuk om na te gaan of de werknemer recht heeft.

Volgend schema geeft weer wanneer welk bedrag moet worden toegekend:

Onderstaand voorbeeld verduidelijkt hoe je de berekening moet maken wanneer er negatieve jaren waren:

De onderneming heeft in 2022 in de code 9905 een winst van 2.000 euro gemaakt. De voorbije jaren was de situatie :

Gemiddelde winst 2019/2020/2021: 1200 euro. De negatieve jaren worden niet meegeteld.

Hoge winst of uitzonderlijk hoge winst?
1200 x 1,5 = 1800 euro.
Basisbedrag koopkrachtpremie = 350 euro.

Er gebeurt een pro rata berekening van de bovenstaande bedragen pro rata de effectieve prestaties in de periode van 1 november 2022 tot en met 31 oktober 2023, 
d.w.z. het effectief aantal gewerkte dagen (uren) ten opzichte van het theoretisch normaal aantal werkdagen (uren) voor de betrokken werknemer (rekening gehouden met wettelijke en andere vakantiedagen, feestdagen en normale inactiviteitsdagen van het uurrooster (inclusief adv-dagen)) Een voorbeeld van het theoretisch aantal werkdagen in een onderneming met een vijfdagenweek, één extralegale verlofdag en zes ADV-dagen:

365 dagen, verminderd met:
- 104 weekenddagen
- 10 wettelijke feestdagen
- 20 dagen wettelijke vakantie
- 1 extralegale verlofdag
- 6 ADV-dagen
= 224 theoretische werkdagen.

De sector voorziet dat maximaal 50% van de winst onder code 9905 aangewend kan worden voor de betaling van de koopkrachtpremie voor de arbeiders en bedienden samen. Bij een overschrijding van dit percentage worden de koopkrachtpremies pro rata toegekend. 

We nemen het voorbeeld van hierboven er nog even bij. Deze onderneming had op 31 oktober 2023 zeven arbeiders en geen bedienden in dienst.

Een maximum van 1.000 euro (50% van code 9905 voor 2022) mag besteed worden aan de uitbetaling van de koopkrachtpremies. Elke arbeider mag dus (gemiddeld) maximaal 142,85 euro koopkrachtpremie ontvangen (1.000 euro/7 arbeiders). 
Deze onderneming zal dus mogelijk het maximumbudget overschrijden en de berekende koopkrachtpremies voor haar arbeiders moeten pro rateren.

Heeft de onderneming eerder al een koopkrachtpremie toegekend of winstpremies uitgekeerd, dan mag je deze in mindering brengen van de sectorale koopkrachtpremie.

Er is een eenmalige aanpassing van de volgende voordelen:

Daarnaast zal de sector ook het bedrag van de schadevergoeding bij ontslag wegens definitief verlies medische schifting herevalueren.

De vergoeding voor een dodelijk arbeidsongeval of een overlijden op het werk wordt rechtstreeks door het Sociaal Fonds betaald aan de persoon die de begrafeniskosten heeft gedragen. Voor de andere vergoedingen voorziet het Sociaal Fonds een terugbetaling aan de werkgever. Meer informatie via de website.

De fietsvergoeding stijgt op 1 januari 2024 naar 0,27 euro per kilometer.

De tussenkomst voor gebruik van het openbaar vervoer stijgt op datzelfde ogenblik naar 90%, behalve voor ondernemingen die gebruik maken van een derdebetalersregeling. Voor deze ondernemingen blijft de werkgever 80% betalen en komt de openbare vervoersmaatschappij tussen voor de overige 20%.

De bestaande regels rond SWT, tijdskrediet en permanente vorming worden in principe verlengd binnen het kader van de huidige wetgeving, en rekening gehouden met eventuele sectorale bijsturingen.

De sociale partners zijn akkoord om een nieuwe arbeidsregeling (grote flexibiliteit) te voorzien voor het niet-rijdend personeel tot 12 uur per dag wanneer de onderneming een uurrooster invoert met een arbeidsduur van minder dan 38 uur per week met behoud van loon. De invoering hiervan is enkel mogelijk via ondernemings-cao.

Daarnaast bevestigt het protocolakkoord ook de mogelijkheid om grote flexibiliteit toe te passen op vrijwillig deeltijdse uurroosters.

De sociale partners bekijken binnen het Sociaal Fonds de oprichting van een penibiliteitsfonds en de financiering daarvan. De financiering zou mogelijk bestaan uit een gedeelte van de huidige patronale bijdragen aan het Sociaal Fonds.

Er zijn daarnaast ook afspraken gemaakt over de volgende punten:

• verderzetten van de strijd tegen sociale dumping;
• aandacht voor de principes rond onderaanneming en interim arbeid bij economische werkloosheid;
• mogelijke initiatieven door het Sociaal Fonds rond de problematieken van geweld en intimidatie, meer vrouwen in de sector en discriminatie;
• verder bekijken van initiatieven rond safe rates / vervoerswetgeving ongeoorloofd lage prijs in de schoot van het Sociaal Fonds;
• gezamenlijke acties en initiatieven rond de problematiek snelwegparkings en onthaal op laad- en losplaatsen; en
• sociale vrede.