Bewaarplicht fiscale bewijsstukken opgetrokken naar tien jaar
Vanaf aanslagjaar 2023 verwacht de fiscus dat bewijsstukken tien jaar lang bewaard worden.
Situering
Met het oog op fiscale controles moet elke belastingplichtige voldoende lang bewijsstukken bijhouden. Deze bewaarplicht geldt voor alle stukken die kunnen dienen om het correcte belastbare inkomen te bepalen. Ze geldt bijgevolg niet alleen voor de boekhouding op zich, maar eveneens voor bijvoorbeeld fiscale fiches, onkostennota’s en bijhorende kastickets of facturen.
De stukken mogen zowel op papier als op gedigitaliseerde wijze bewaard worden.
Deze bewaartermijn wijzigde reeds een aantal keren en bedraagt nu zeven jaar. Vanaf aanslagjaar 2023 wordt ze verlengd.
Vanaf aanslagjaar 2023: tien jaar bewaren
Vanaf aanslagjaar 2023 geldt een bewaartermijn van tien jaar. Meer specifiek moet elke belastingplichtige zijn stukken bewaren tot het verstrijken van het tiende jaar, of tiende boekjaar, volgend op het belastbaar tijdperk waarop ze betrekking heeft.
- Voorbeeld: het boekjaar 2023 van de onderneming valt samen met het kalenderjaar => deze onderneming moet de stukken bewaren tot minstens 31 december 2033.
Deze langere bewaartermijn is van toepassing vanaf aanslagjaar 2023. De voorgaande aanslagjaren blijven onderworpen aan de bewaartermijn van zeven jaar.
Deze wijzing past binnen een verlenging van de onderzoeks- en aanslagtermijnen. In geval van (vermoedelijke) fraude geldt vanaf aanslagjaar 2023 eveneens een onderzoeks- en aanslagtermijn van tien jaar.
Bron: Wet van 20 november 2022 houdende diverse fiscale en financiële bepalingen (BS 30 november 2022).