Comité C1: De Vlaamse Regering heeft met de representatieve vakorganisaties en de werkgeversorganisaties een samenwerkingsovereenkomst gesloten.
Wettelijk kader van het syndicaal overleg
Overeenkomstig de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen komt het aan de federale overheid toe om de regels van het sociaal overleg vast te leggen. Hoewel de Vlaamse Regering partner is in het overleg, kan zij dus geen regels vastleggen om dit overleg te sturen en moet zij het initiatief overlaten aan de federale regering.
De regels voor het sociaal overleg tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel (het “syndicaal statuut”) werden vastgelegd in de wet van 19 december 1974. De bepalingen van deze wet moeten verplicht worden gevolgd aangezien ze van openbare orde zijn. Ingeval deze regels zouden worden overtreden, heeft dit de nietigheid van de beslissingen tot gevolg die met miskenning van deze regels werden genomen.
Comité C1, voor de provinciale en plaatselijke overheden
Voor de Vlaamse lokale en provinciale overheden wordt dit overleg georganiseerd in “de onderafdeling Vlaams Gewest en Vlaamse Gemeenschap” van de “eerste afdeling van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheden” of het “comité C1”.
Onder comité C1 vallen onder andere de volgende overheden:
- de provincies;
- de gemeenten;
- de autonome gemeentebedrijven;
- de autonome provinciebedrijven;
- de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden;
- de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
- de welzijnsverenigingen;
- de autonome verzorgingsinstellingen.
Om de werkgevers binnen comité C1 een stem te geven, werd in 2000 voor het eerst een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de Vlaamse Regering, de representatieve vakorganisaties en de vertegenwoordigers van de werkgevers. Deze overeenkomst werd op 29 februari 2008 hernieuwd. De meest recente samenwerkingsovereenkomst werd echter door de representatieve vakorganisaties opgezegd op 15 november 2022, na een vertrouwensbreuk.
Als gevolg zijn de lokale en provinciale overheden als eigenlijke werkgevers op dit moment niet vertegenwoordigd en hebben zij dus geen inspraak.
Dit gebrek aan inspraak van de eigenlijke werkgevers is een tekortkoming die de kwaliteit en de volledigheid van de onderhandelingen aantast omdat de werkgevers niet zijn vertegenwoordigd. Werkgeversorganisaties beschikken immers, net als de representatieve vakorganisaties, over terreinkennis en expertise die een meerwaarde biedt voor de dossiers die op de agenda van comité C1 staan. Die expertise van de lokale en provinciale overheden kan, zoals het overleg nu is geregeld, niet worden meegenomen.
Het sociaal overleg op het niveau van het Comité C1 kan niet worden onderschat aangezien het een aanzienlijke impact heeft op het volledige personeelsbestand van de lokale en provinciale besturen van het Vlaamse Gewest: zo’n 150.000 personeelsleden.
In dit orgaan wordt het kader onderhandeld waarbinnen de werkgevers van deze besturen de rechtspositieregeling van het personeel kunnen vaststellen. Daarnaast hebben de sectorale akkoorden die binnen dit comité worden afgesloten een belangrijke invloed op de loon-en arbeidsvoorwaarden van het personeel.
De samenwerkingsovereenkomst van naderbij bekeken
Om de deelname van de werkgevers van de lokale en provinciale besturen te verankeren en daarmee het syndicaal overleg naar een hoger niveau te tillen werd een nieuwe samenwerkingsovereenkomst gesloten. De samenwerkingsovereenkomst voorziet niet zozeer in beslissingen over concrete items maar vooral in regels om de samenwerking, de communicatie en de opvolging van gemaakte afspraken te verbeteren. De vastgelegde principes en de werkwijze zullen bijdragen aan een stabieler en constructiever onderhandelingsplatform.
Op die manier wil men de inspraak van de lokale en provinciale besturen op een duurzame wijze verankeren. De samenwerkingsovereenkomst werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering in de ministerraad van 14 maart 2025.
In deze nieuwe samenwerkingsovereenkomst werd overeengekomen dat een voorvergadering zal worden georganiseerd wordt ter voorbereiding van de werkzaamheden in comité C1.
Samengevat bestaat een vergadering van het Comité C1 voortaan dus uit twee onderdelen: een voorvergadering waarin afspraken zullen worden vastgelegd die worden meegenomen naar de formele onderhandelingsvergadering.
Tijdens de voorvergadering zijn zowel de werkgevers- als de werknemersdelegaties aanwezig. De conclusies van deze voorvergadering worden vastgelegd in een eindverslag.
In het tweede deel van de vergadering vindt een formeel onderhandelingscomité plaats, waarbij de delegaties van de werkgevers niet meer aanwezig zijn. De resultaten van dit officiële onderhandelingscomité worden vastgelegd in een protocol.
Ook werd er een huishoudelijk reglement opgenomen waarin de werking van het comité C1 nauwkeurig wordt omschreven.
Naar een formeel tripartite model?
De Vlaamse Regering is er zich van bewust dat dit overlegmodel nog een aantal onvolmaaktheden vertoont. Zij streeft naar een verdere juridische verankering van het tripartite model waarvoor evenwel een defederalisering van de regels rond het sociaal overleg noodzakelijk zal zijn.
Een eerste aanzet om dit verder uit te werken is zeker al gegeven door Minister Crevits. Op basis van nog te verwerven wetenschappelijke inzichten is het de intentie van de minister om deze samenwerkingsovereenkomst te evalueren en, indien nodig, aan te passen. Deze wetenschappelijke inzichten hoopt men andere te halen uit de studie “naar een kwalitatief sociaal overleg in Vlaanderen” van het Steunpunt Bestuurlijke Vernieuwing (een consortium van bestuurskundige onderzoekers bij Vlaamse academische instellingen). Mogelijks zal de overeenkomst worden aangepast aan nieuwe inzichten. Deze zullen evenwel ten vroegste in de eerste helft van 2026 beschikbaar zijn.
Acerta volgt voor jou de verdere evolutie en staat klaar om alle vragen te beantwoorden.
De link naar de samenwerkingsovereenkomst en het huishoudelijk regelement wordt bijgevoegd.
https://beslissingenvlaamseregering.vlaanderen.be/document-view/67D4091C16462D9688279CC9