Vorige

Prejudiciële vragen over de beëindiging van de hoedanigheid van statutair personeelslid

De arbeidsrechtbank in Antwerpen stelt prejudiciële vragen aan het Grondwettelijk Hof over de bepalingen in het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 wat betreft de beëindiging van de hoedanigheid van statutair personeelslid.

In een vonnis van de tweede kamer van de arbeidsrechtbank Antwerpen van 3 februari 2025 diende de rechtbank zich te buigen over een vordering waarbij een statutair personeelslid zijn ontslag bij een autonoom gemeentebedrijf betwistte. 

Het personeelslid vorderde dat de arbeidsrechtbank, alvorens ten gronde uitspraak te doen, aan het Grondwettelijk Hof een aantal vragen zou stellen die zich toespitsen op het al dan niet schenden van de bevoegdheidsverdeling tussen de federale overheid en het Vlaams Gewest en op de vraag of er sprake is van een schending van de sociale grondrechten en het gelijkheidsbeginsel.

Dit is uiteraard een zeer voorwaardelijke uitspraak aangezien ze werd gedaan in eerste aanleg. Mocht er beroep zijn en het arbeidshof bevestigt de uitspraak van de eerste rechter op het punt van de prejudiciële vragen, dan zal ook nog de procedure voor het  Grondwettelijk Hof moeten worden doorlopen. Een duidelijke inschatting van de invloed van dit vonnis op de bestaande wettelijke regeling kan dus nog niet worden gegeven.

We houden dit nauwgezet in de gaten. 

Bron: https://www.rechtbanken-tribunaux.be/nl/arbeidsrechtbank-antwerpen/news/327 

Deel dit artikel