Vorige

Gewijzigde strafbepalingen voor loonbetaling, RSZ-verplichtingen en sociale documenten

Op 1 jul 2024 is de wet die het Sociaal Strafwetboek op verschillende vlakken hervormt en moderniseert in werking getreden.

Deze heeft ook een impact op de sancties die bestaan op de verplichting tot de betaling van loon(voordelen), de RSZ-verplichtingen en het afleveren van sociale documenten.

Afhankelijk van de verplichting komen er nieuwe sancties bij of stijgt of daalt het sanctieniveau. We lijsten ze hieronder voor je op.

Een overzicht van de andere wijzigingen en de herhaling van de verschillende sanctie(niveaus) vind je hier.

Nieuwe strafbare verplichtingen

De wetgever heeft bepaalde verplichtingen bijkomend strafbaar gemaakt. Dit werd gedaan om verschillende redenen: onder meer het wegnemen van interpretatiekwesties, bieden van rechtszekerheid, omdat dit bij de invoering van het sociaal strafwetboek in 2010 nog niet (altijd) mogelijk was.

Beperk je als werkgever de mogelijkheid van je werknemer om vrij over het loon te beschikken, dan riskeer je sinds 1 juli 2024 een sanctie van niveau 3.

Dezelfde sanctie staat op het niet-overhandigen van de loonafrekening en het niet inlichten van je werknemer(s) (op papier of elektronisch) over de staat van de prestaties over de dagelijkse en de wekelijkse arbeidsduur die gepresteerd moet worden.

Ken je geen (of niet tijdig) ecocheques toe aan je werknemers terwijl je dat wel verplicht bent, dan kan je een sanctie van niveau 2 oplopen. Ook wanneer je – in strijd met een algemeen verbindend verklaarde cao – geen vergoeding voor de levering, het onderhoud of de reiniging van de werkkledij toekent, geen arbeidsgereedschap overhandigt of geen materiaalvergoeding betaalt, ligt de sanctie op niveau 2, respectievelijk 3.

Ook de niet-betaling van bijzondere socialezekerheidsbijdragen is nu strafbaar op niveau 3. Het niet-opstellen van een verklaring tot verantwoording van het bedrag van de RSZ-bijdragen kent hetzelfde sanctieniveau. Wordt die verklaring doelbewust (wetens willens) niet opgesteld, dan stijgt de sanctie naar het hoogste niveau 4.

Verplichtingen waarvan het sanctieniveau wijzigt

Daarnaast zijn er een reeks verplichtingen die voor de wetswijziging al strafbaar waren maar waarvan het sanctieniveau nu stijgt of daalt.

Verschillende verplichtingen stijgen een sanctieniveau (van niveau 2 naar 3) om zo, in bepaalde gevallen, het sanctieniveau in lijn te brengen tussen de verschillende verplichtingen. Dat is onder meer het geval voor:

  • niet betaling van het loon, of het niet of gedeeltelijke niet-betalen op de datum dat het invorderbaar is, hetzelfde geldt voor het vakantiegeld (voor je bedienden),
  • inhoudingen op het loon in strijd met de Loonbeschermingswet,
  • niet betaling van verplaatsingsvergoedingen,
  • niet betaling van financiële voordelen als aanvulling op het loon en/of aanvullende socialezekerheidsvoordelen,
  • niet (tijdige) toekenning van maaltijdcheques (merk op dat dit sanctieniveau hoger ligt dan voor de ecocheques),
  • niet respecteren van de spelregels bij de toekenning van een werknemersparticipatie in het kapitaal van de vennootschappen en een winstpremie,
  • niet betaling van het loon als hoofdelijk aansprakelijke,
  • het onjuist of onvolledig opstellen van de individuele rekening.

Het niet-aangeven van arbeidsprestaties via de Dimona stijgt van niveau 1 naar 3. Betaal je het in jouw sector toepasselijk minimumloon niet uit, dan ligt de sanctie nu op niveau 4.

Enkele verplichtingen worden nu minder zwaar bestraft. Dat is het geval wanneer je niet het nodige doet om de individuele rekening beschikbaar te houden voor de sociale inspectie en bij je verplichtingen tot het bijhouden van een algemeen personeelsregister, speciaal personeelsregister, aanwezigheidsregister en register voor werktijdregeling.

Bron: Wet van 15 mei 2024 houdende wijziging van het sociaal strafrecht en diverse arbeidsrechtelijke bepalingen, BS 21 juni 2024.

Deel dit artikel