Het sociaal passief: maak de juiste rekensom
Via het sociaal passief krijg je een overzicht van de mogelijke totale kostprijs van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst van je medewerkers.
De coronacrisis laat zijn sporen na in onze economie en onze arbeidsmarkt. Dankzij de verschillende steunmaatregelen hebben bedrijven deze moeilijke periode kunnen overbruggen. Een recente Acerta studie toont aan dat bedrijven terug aanwerven en dat de arbeidskrapte zich opnieuw laat voelen. Niettegenstaande deze maatregelen zullen sommige werkgevers de druk voelen om hun onderneming financieel leefbaar te houden. De personeelskost komt dan onvermijdelijk in het vizier.
De opmaak van je sociaal passief biedt je een inkijk in het kostenplaatje zodat je voorbereid bent in geval van reorganisatie en ontslag. Een woordje uitleg hierbij.
Elementen van het sociaal passief
Het sociaal passief geeft de totale kost weer die je als werkgever moet dragen om aan je wettelijke verplichtingen te voldoen bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst van een medewerker.
Deze kost omvat alle mogelijke wettelijke vergoedingen en andere vergoedingen die bij een ontslag kunnen komen kijken.
Zo vormt het jaarloon van je medewerker een belangrijke parameter. Dat jaarloon kan op verschillende manieren beïnvloed worden, onder meer door een deeltijdse tewerkstelling, de opname van tijdskrediet of een thematisch verlof of een progressieve werkhervatting na ziekte. Wees je er ook van bewust dat er voor langdurig zieke werknemers een specifieke procedure bestaat tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens medische overmacht.
Voorts moeten ook alle extralegale voordelen, van maaltijdcheques over firmawagen tot groepsverzekering, worden meegenomen.
Naast het jaarloon moeten ook het enkel en dubbel vakantiegeld in rekening gebracht worden.
Afhankelijk van de leeftijdspiramide in de onderneming, kunnen medewerkers gerechtigd zijn op werkloosheid met bedrijfstoeslag, waarvoor je in principe een bedrijfstoeslag verschuldigd bent.
Hogere ontslagkost vanaf 2014
Door de invoering van het eenheidsstatuut in 2014 en de bijhorende gelijkschakeling van arbeiders en bedienden moeten twee berekeningswijzen gehanteerd worden: een berekening voor de periode t.e.m. 31 december 2013 en een berekening voor de periode na 1 januari 2014.
Door dat eenheidsstatuut gelden in de meeste gevallen langere opzegtermijnen met hogere ontslagkosten. Als compenserende maatregel werd een fiscale vrijstelling ‘sociaal passief eenheidsstatuut’ ingevoerd , waardoor werkgevers vanaf 2019 jaarlijks onder bepaalde voorwaarden en binnen bepaalde grenzen een bedrag in mindering kunnen brengen van hun belastbaar resultaat. Let op: deze maatregel is van een andere aard dan de berekening die we hier bespreken.
1+1 is soms meer dan 2
Naast de eigenlijke opzeggingsvergoeding van je medewerkers, kunnen er ook bijkomende kosten worden begroot. Een belangrijke bijkomende kost is deze van de outplacementbegeleiding die je verplicht aan bepaalde medewerkers zal moeten aanbieden omwille van hun leeftijd of de duur van hun opzegtermijn.
Moet je overgaan tot het ontslag van meerdere medewerkers, is er sprake van een collectief ontslag of een meervoudig ontslag of moet je je onderneming (of een afdeling ervan) sluiten, dan zullen ook de daaraan gekoppelde vergoedingen verschuldigd zijn.
Afhankelijk van de sector waartoe je behoort, kan het Fonds voor Bestaanszekerheid tussenkomen in bepaalde kosten. Ook de RVA voorziet onder voorwaarden in een terugbetaling van de inschakelingsvergoeding bij herstructurering.
Acerta kan je helpen met het bepalen van de juiste bedragen en de berekening van je sociaal passief. Contacteer onze legal consultants voor een juiste berekening van de reserves die je best aanlegt op basis van de verschuldigde vergoedingen bij een mogelijk ontslag van je medewerkers.