Vorige

Loonkloofwet: tijd voor het tweejaarlijks analyseverslag

Elke onderneming die gewoonlijk gemiddeld ten minste 50 werknemers tewerkstelt moet om de twee jaar een analyseverslag over hun bezoldigingsstructuur opstellen en bespreken met de werknemersvertegenwoordigers. Dit moet gebeuren in de loop van de  3 maanden na afsluiting van het dienst(boek)jaar.

In 2012 kwam de wet ter bestrijding van de loonkloof tussen mannen en vrouwen tot stand die streeft naar de gelijke verloning van mannen en vrouwen. De wet maakt van de loonkloof een verplicht overlegthema op interprofessioneel, sectoraal en ondernemingsniveau.

Op ondernemingsniveau houdt de wetgeving concreet een verplichting in om een tweejaarlijks analyseverslag op te maken. Werkgevers die gewoonlijk gemiddeld minstens 50 werknemers tewerk stellen, zijn verplicht het analyseverslag op te maken van de bezoldigingsstructuur binnen hun onderneming.

Het allereerste verslag had bij wijze van uitzondering betrekking op 1 boekjaar, het boekjaar dat eindigde in 2014. Sindsdien moet het analyseverslag om de 2 jaar opgemaakt worden. Het huidige analyseverslag over de boekjaren 2021 en 2022 moet drie maanden na het afsluiten van het laatste boekjaar opgemaakt worden. Voor zover uw boekjaar is geëindigd op 31 december 2022, heeft u dus nog tot 31 maart 2023 de tijd om het verslag op te maken en te bespreken in de ondernemingsraad (of met de vakbondsafvaardiging).

De werkgever die nalaat een analyseverslag over de bezoldigingsstructuur aan de ondernemingsraad of – bij ontstentenis daarvan – aan de vakbondsafvaardiging te bezorgen, kan gestraft worden met een strafrechtelijke geldboete van 50 tot 500 euro (te vermeerderen met opdeciemen, dus x 8) of een administratieve geldboete van 25 tot 250 euro (te vermeerderen met opdeciemen, dus x 8).

Via deze link kom je terecht op onze infopagina over dit onderwerp.

Voor bijkomende vragen kan je contact opnemen met je vertrouwde Acerta aanspreekpunt.

Deel dit artikel