VUB en Acerta: opvallend laag kort ziekteverzuim
In november en december 2020 ging gemiddeld 1,8% van de werkuren verloren door kort ziekteverzuim, oftewel afwezigheden van minder dan een maand. De cijfers werden vastgesteld op basis van een analyse van 28.500 bedrijven.
Kort ziekteverzuim met 30% gedaald ten opzichte van eerste lockdown
De afgelopen drie maanden meldt de werkende Belg zich minder vaak ziek ten opzichte van een jaar geleden. Tijdens de laatste twee maanden van 2020 ging gemiddeld 1,8% van de werkuren verloren door kort ziekteverzuim. Dat is een kwart minder in vergelijking met november en december 2019, en ook een daling van bijna 30% ten opzichte van de lockdown in het voorjaar van 2020.
Al drie maanden op rij liggen de ziektecijfers dus een stuk lager dan een jaar eerder. En daarvoor zijn verschillende verklaringen: we hebben ons beter aangepast aan de huidige situatie, en panikeren niet meer bij de eerste ziektesymptomen die de kop op steken. Bovendien hebben we geleerd ons voldoende flexibel op te stellen om de huidige situatie het hoofd te kunnen bieden.
Ook een positieve boost door telewerken
In maart 2020, de eerste coronamaand, lag het ziekteverzuim maar liefst 62% hoger dan dezelfde periode het jaar voordien. En toch liggen de cijfers voor kortstondig ziekteverzuim in heel 2020 ongeveer 7,4% lager dan in 2019. Hierin heeft het vele telewerken een grote rol gespeeld, want thuiswerkers zijn nu eenmaal minder vaak ziek. Door het beperkte aantal contacten zijn ze immers minder vatbaar voor ziekten.
Ook de eerste cijfers van 2021 bevestigen de positieve trend: tegenover januari 2020 - nog vóór corona - daalde het korte ziekteverzuim met 22%.
Draagkracht is weer groter dan de draaglast
Je kan ziekteverzuim, en zeker de korte en frequente afwezigheden, beschouwen als een belangrijke parameter voor overbelasting: het zegt iets over onze veerkracht, onze draagkracht. Is een medewerker regelmatig voor een korte periode afwezig? Dan is zijn of haar draaglast wellicht groter dan de draagkracht. Het lagere aantal ziektedagen toont dat de Belgen hun aanpassingsvermogen toeneemt.
Of om het met de woorden van Elke Van Hoof, Professor Gezondheids- en Medische Psychologie Vrije Universiteit Brussel, te zeggen: “De werkende Belg heeft meer veerkracht dan we denken. Tenzij het virus zelf hem te pakken heeft, wordt hij niet ziek van de hele situatie rond corona.”
‘Onwelbevinden’ als teken van aanpassing
Belangrijke kanttekening bij dit verhaal is dat het om de gemiddelde Belg gaat. Voor kwetsbare groepen is de huidige situatie zonder twijfel een pak moeilijker. Als werkgever is het een must oog te blijven hebben voor het welbevinden van je medewerkers. Niet alleen omdat ze dit verwachten, maar ook omdat hun welzijn mee de toekomst van je organisatie bepaalt. Voelen je medewerkers zich goed in vel? Dan beschikken ze over voldoende energie om nieuwe uitdagingen aan te gaan, en om op korte en lange termijn veerkrachtig en inzetbaar te blijven.
Volgens Elke Van Hoof hoeft ‘onwelbevinden’ overigens niet perse een slecht teken te zijn: “Verandering gaat altijd gepaard met onwelbevinden. Het stijgende onwelbevinden toonde die nood om andere strategieën te zoeken. Onwelbevinden communiceren is dus op zich niet negatief, eerder een teken van aanpassing.”
Volg het webinar ‘Mentaal welzijn’ op 1 maart
Samen met de VUB en HR Square vroeg Acerta meer dan 300 organisaties hoe ze kijken naar mentaal welzijn. Benieuwd naar de resultaten? Ontdek ze al eerste tijdens dit gratis webinar, dat doorgaat op 1 maart van 14u tot 15u.
Geschreven door
HR Projectmanager