Terug naar overzicht

Wat verandert er voor de zelfstandigen in het regeerakkoord?

" Horum omnium fortissimi sunt sui iuris negotiatores! "

- Vrij naar ‘De bello Gallico’ van Julius Caesar. De vertaling luidt: ‘Onder hen zijn de zelfstandige ondernemers de dappersten!’. 

Om ondernemer te worden en te blijven moet je dapper zijn. En dat verdient ondersteuning vanuit de overheid. Wat heeft de kersverse regering De Wever zoal in petto voor de zelfstandigen? In deze blog zetten we de maatregelen in het sociaal statuut op een rijtje. De meeste plannen moeten nog uitgewerkt worden, zowel inhoudelijk als qua timing. We houden je op de hoogte van de wetsontwerpen die nog komen. 

Startende zelfstandigen

  • Het regeerakkoord omvat weinig concrete plannen voor starters. In het algemeen wil de regering kleinere taksen en registratierechten afschaffen en administratieve formaliteiten vereenvoudigen. Er komt ook een kmo-plan met focus op de starters. 

Sociale bijdragen

  • Een opvallend idee is om de sociale bijdragen per maand te berekenen. Een kwartaalafrekening zou dus 1, 2 of 3 maanden omvatten, naargelang het aantal actieve maanden in het kwartaal. We vermoeden dat de regering hiermee de financiële last wil verzachten voor zelfstandigen die geen volledig kwartaal actief zijn, zoals zelfstandigen die starten, stoppen of ziek worden in de loop van het kwartaal. 
  • In de fiscaliteit zal een ‘eerste schijf’ van de winsten of baten aftrekbaar worden. Een deel van het beroepsinkomen zal dus vrijgesteld worden van belasting en dit aan het ‘marginaal tarief’. Het is niet duidelijk of ook de sociale bijdragen zullen worden berekend op dit verminderd beroepsinkomen.  
  • De regering wil ook het systeem van verhogingen op onbetaalde sociale bijdragen tegen het licht houden en eventueel verzachten. 
  • Het statuut van zelfstandige in bijberoep zal hervormd worden en het bijdragensysteem van de student-zelfstandigen bijgeschaafd.  
  • De vennootschapsbijdrage zal herschikt worden zodat kleine vennootschappen minder en de grote vennootschappen (i.e. de ‘sterke schouders’) meer moeten betalen.  
  • In de fiscaliteit wordt het loon dat de bedrijfsleider van een vennootschap moet ontvangen om te genieten van het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting, verhoogd van 45.000 naar 50.000 euro. We spreken hier over vennootschappen met een vennootschapswinst van minstens 100.000 euro (vóór loonaftrek). De bedrijfsleider die zijn loon verhoogt zal ook meer sociale bijdragen betalen. Deze maatregel wordt van toepassing in 2026. Het is echter niet duidelijk of het gaat over het inkomstenjaar 2026 of over het aanslagjaar 2026 (en dus over het inkomstenjaar 2025). 

Vrij aanvullend pensioen (VAPZ)

  • De zelfstandigen zullen jaarlijks een iets grotere som kunnen opzij zetten voor hun VAPZ, met name 8,50 % van hun beroepsinkomen voor een gewoon VAPZ of (naar onze schatting) 9,80% voor een sociaal VAPZ (de huidige tarieven zijn 8,17% en 9,40%). 
  • Ook zelfstandigen in bijberoep zullen gebruik kunnen maken van het VAPZ. 
  • Er zal een harmonisering en vereenvoudiging komen van de ganse tweede pijler (VAPZ, IPT en POZ). 
  • De solidariteitsbijdrage op een aanvullend pensioenkapitaal zal verhoogd worden (schijf boven 150.000 euro). 

Gezinsuitbreiding

  • Er komt een ‘familiekrediet’ waarbij de verlofrechten bij een geboorte naar eigen keuze kunnen verdeeld worden over ouders en grootouders. 
  • Vrouwelijke zelfstandigen zullen na hun zwangerschap gedurende 2 kwartalen vrijgesteld worden van sociale bijdragen in de plaats van 1 kwartaal nu, en dit vanaf 2026. Deze vrijstelling zal de fiscale aftrek van de VAPZ-bijdrage niet langer verhinderen. 
  • Het ouderschapsverlof zal uitgebreid worden naar pleegouders. 
  • Moederschapsverlof zal combineerbaar worden met een politiek mandaat en met vrijwilligerswerk. 

Arbeidsongeschiktheid

  • De zelfstandigen zullen een beroep kunnen doen op financiële steun om preventiemaatregelen te nemen en het risico op arbeidsongeschiktheid te verminderen.  
  • Nog in de context van preventie wordt gedacht aan een systeem van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Momenteel moet de zelfstandige volledig arbeidsongeschikt zijn om erkend te worden. Hij moet dus aan de bodem zitten, wat niet gunstig is voor zijn eigen gezondheid en dat van zijn zaak. In de toekomst zou hij sneller kunnen aankloppen bij zijn ziekenfonds voor een aangepaste uitkering zodat hij zijn persoonlijke activiteit kan terugschroeven zonder helemaal uit te vallen. Afwachten wat het precies zal worden. 
  • Het administratief proces wordt gedigitaliseerd, met een elektronisch getuigschrift door de behandelend arts en een automatische doorstroming van de erkenning naar het RSVZ. 
  • De behandelend arts zal moeten vaststellen welk aangepast werk nog mogelijk is. 
  • De maatregelen om arbeidsongeschikte zelfstandigen weer aan het werk te krijgen worden versterkt. 

Pensioenhervorming

Vervroegd pensioen

  • Vanaf 2027 zal vervroegd pensioen mogelijk worden vanaf 60 jaar voor wie 42 jaren met 2 actieve kwartalen per jaar bewijst. Men moet dus bijdragen hebben betaald vanaf de 18de verjaardag. In de praktijk zal het vooral gaan over zelfstandigen die in hun jonge jaren een tijdlang aan de slag geweest zijn als werknemer. 
  • Het vervroegd pensioen zal verminderd worden voor wie geen 35 jaren met 2 actieve kwartalen per jaar op de teller heeft. Deze aftrek of ‘malus’ zal -2% per jaar vervroeging bedragen. Vanaf 2030 zal de malus -3% en bedragen en vanaf 2040 -4%.

Pensioenbonus

  • De vorige regering heeft een pensioenbonus ingevoerd vanaf 2025. Maar die zal snel weer verdwijnen. De pensioenbonus wordt beperkt tot zelfstandigen die doorwerken na de wettelijke pensioenleeftijd en zal uitgekeerd worden onder de vorm van een verhoogd pensioen (+2% per extra gewerkt jaar tot 2030, +4% tot 2040 en +5% vanaf 2040). Alleen zelfstandigen die 35 jaren met 2 actieve kwartalen per jaar bewijzen zullen van deze bonus kunnen genieten.

Pensioenberekening

  • In de loopbaanvoorwaarde voor het minimumpensioen (30/45) telden tot dusver alleen de jaren als zelfstandige en werknemer mee. In de toekomst zullen ook de jaren als ambtenaar in aanmerking komen. 
  • Er zal onderzocht worden of pensioenvorming mogelijk is voor kwartalen met overbruggingsrecht. 
  • Het gezinspensioen en het echtscheidingspensioen zullen op langere termijn afgebouwd worden, behalve voor wat de pensioenminima betreft. 
  • Het overlevingspensioen zal vanaf 2026 helemaal verdwijnen en vervangen worden door een tijdelijke overgangsuitkering van 2 jaar (of 3 à 4 jaar als er kinderlast is). Er komen wel overgangsmaatregelen. 
  • De wenselijkheid en haalbaarheid van een halftijds pensioen zal opnieuw onderzocht worden.  
  • Het aantal jaren zonder activiteit waarvoor men een pensioen krijgt zal beperkt worden tot 40%. Ziekteperiodes en zorgverloven blijven buiten schot zodat deze maatregel weinig impact zal hebben op de zelfstandigen. Klaarblijkelijk mikt de regering vooral op periodes van werkloosheid. Voor die periodes zal het pensioen bovendien berekend worden aan een beperkt fictief loon. 
  • Voor de inkomensgarantie voor ouderen (IGO) zal men minstens 5 jaar in België moeten verbleven hebben.

Juridische Bijstand voor zelfstandigen

Bij Acerta zorgen we er niet alleen voor dat je sociale zekerheid en pensioen altijd in orde zijn, je kan ook op ons rekenen voor juridische ondersteuning.

Geschreven door

Bert Hens

Juridisch expert overheidsrelaties

Deel dit artikel

Gerelateerde artikels