Buitenlandse seizoenarbeiders in de land- en tuinbouw: wat te doen met de belastingaangiftes op het adres van de werkgever?
Werkgevers in de land- en tuinbouw die op hun adres een papieren belastingaangifte ontvangen op naam van hun gelegenheidsarbeiders, mogen het formulier negeren. De werkgever moet er niets mee doen en de FOD Financiën zal geen herinneringen sturen. Dit is het resultaat van overleg tussen de Boerenbond, de FOD Financiën en het kabinet Financiën.
Situering
Op in België verkregen bezoldigingen is in principe Belgische inkomstenbelasting verschuldigd, ook wanneer de werknemer in het buitenland woont. In principe moeten dus ook buitenlandse seizoenarbeiders een belastingaangifte indienen bij de FOD Financiën.
Sinds 2022 genieten buitenlandse seizoenarbeiders in de land- en tuinbouw, onder bepaalde voorwaarden, een uitzondering op deze regel. Wanneer deze voorwaarden vervuld zijn is de ingehouden bedrijfsvoorheffing ook meteen hun eindbelasting. Voor hen werkt de inhouding van bedrijfsvoorheffing bijgevolg ‘bevrijdend’. De seizoenarbeider die deze uitzondering wil genieten moet voor elke arbeidsovereenkomst een zogenaamde ‘woonplaatsverklaring’ overmaken aan de werkgever. Dit is een officiële verklaring van een bevoegde overheidsdienst van het land van herkomst, waarmee bevestigd wordt dat de gelegenheidsarbeider er zijn officiële woonplaats heeft. De werkgever die zo’n woonplaatsverklaring ontvangt moet die op zijn beurt doorgeven aan het sociaal secretariaat dat de fiscale fiche 281.10 voor zijn werknemers opstelt. Op die fiscale fiche moet immers aangeduid worden of er wel/geen woonplaatsverklaring werd overgemaakt.
De realiteit leert dat veel seizoenarbeiders geen woonplaatsverklaring overmaken aan hun werkgever. Dat mag natuurlijk geen verrassing zijn. De meeste gelegenheidsarbeiders hebben geen kaas gegeten van de – complexe – Belgische fiscale wetgeving, inclusief het belang en de meerwaarde van een woonplaatsverklaring. Maar mede hierdoor stuurt de FOD Financiën nu in groten getale belastingaangiftes naar de buitenlandse seizoenarbeiders en hierbij gebruikt de FOD het bij hen gekende adres. Werd voor de loonadministratie het adres van de werkgever gebruikt, dan zal dat bij de FOD veelal geregistreerd staan als adres van de arbeider. De cirkel is nu rond: in dat geval wordt het aangifteformulier opgestuurd naar dat adres, dus naar de (ex-)werkgever.
Voorlopige oplossing
Ook de Boerenbond kreeg meldingen van werkgevers die op hun adres, voor hun (gewezen) seizoenarbeiders, aangifteformulieren ontvingen. Samen met de FOD Financiën en het kabinet Financiën werd gezocht naar een werkbare oplossing, zowel op korte als op middellange termijn.
Als korte termijnoplossing werden de volgende afspraken gemaakt:
- Het is belangrijk dat er een loskoppeling gebeurt tussen de naam van de seizoenwerknemer én het adres van de werkgever. De Boerenbond plaatste op zijn website een bestand dat de werkgever kan aanvullen als hij op naam van een seizoenarbeider een belastingaangifte ontving. De Boerenbond maakt dit over aan de fiscus.
- De aangifteformulieren die ten onrechte naar het adres van de werkgever zijn gestuurd, moeten niet aan de FOD Financiën terug bezorgd worden. De werkgever hoeft daar niets mee te doen. De FOD Financiën zal geen herinneringen sturen voor de seizoenwerknemers in de komende periode.
De Boerenbond heeft in de komende weken een nieuw overleg met de administratie en het kabinet om af te spreken hoe in de toekomst het nodeloos versturen van aangifteformulieren kan voorkomen worden. Een mogelijke piste is dat het woonplaatsattest, dat in realiteit weinig meerwaarde biedt, verdwijnt.
Bron:
Boerenbond & Landelijke Gilden