Zelfstandige in bijberoep worden

Je bent een zelfstandige in bijberoep als je naast je zelfstandige activiteit…

• minstens halftijds als werknemer in loondienst werkt en daarbij minstens 235 uren op kwartaalbasis presteert (berekend in een 38-uren werkweek);

• minstens 6/10 van een volledig uurrooster werkt als vastbenoemde in het onderwijs en daarbij minstens 282 uren op kwartaalbasis presteert (berekend in een 38-uren week);

• minstens 5/10 van een volledig uurrooster werkt als contractueel in het onderwijs en daarbij minstens 235 uren op kwartaalbasis presteert (berekend in een 38-uren week);

• minstens halftijds werkt als ambtenaar;

• niet werkt, maar toch recht op een rust- of invaliditeitspensioen opbouwt. Je hebt bv. loopbaanonderbreking of tijdskrediet of je krijgt een opzegvergoeding;

• een socialezekerheidsuitkering krijgt, bv. een werkloosheidsuitkering, ziekte- of invaliditeitsuitkering, uitkering wegens arbeidsongeval, brugpensioen. De basis voor deze uitkering moet een minstens halftijdse tewerkstelling als loontrekkende zijn. Een uitkering op basis van een vroegere zelfstandige activiteit kan niet toelaten om in bijberoep te staan.

Wanneer kan je omschakelen?

Start je als loontrekkende/ambtenaar in de loop van een kwartaal, dan kan je pas omschakelen naar zelfstandige in bijberoep vanaf het volgende kwartaal. Start je als loontrekkende/ambtenaar op de eerste werkdag van het kwartaal, dan ben je vanaf dat kwartaal al zelfstandige in bijberoep. Ook bij het einde van je statuut als loontrekkende/ambtenaar is het van belang of je dit statuut behoudt tot de laatste werkdag van het kwartaal. Controleer hier of je in aanmerking komt voor bijberoep.