Aanpassingen flexi-jobs vanaf 1 april 2024
Sinds 1 januari 2024 zijn de regels over flexi-jobs veranderd . Eén van de veranderingen is dat in 2024 elk kwartaal, en vanaf 2025 elk jaar, flexi-jobs kunnen worden toegelaten in bijkomende sectoren of uitgesloten uit bepaalde sectoren. Recent is het koninklijk besluit gepubliceerd dat in uitvoering van deze nieuwe regels de eerste toelatingen en uitsluitingen bevestigt.
Flexi-jobs zijn een manier om in bepaalde sectoren flexibel extra personeel in te zetten aan gunstige voorwaarden en zo piekmomenten op te vangen.
Sinds 1 januari 2024 kunnen op vraag van de sectoren of de deelstaten:
- flexi-jobs worden toegelaten in sommige (deel)sectoren: een zogenaamde “opt-in”, en
- sommige (deel)sectoren worden uitgesloten van het systeem van de flexi-jobs: een zogenaamde “opt-out”.
Zo’n opt-in of opt-out moet worden bevestigd door een koninklijk besluit, dat in 2024 elk kwartaal kan worden aangenomen, en vanaf 2025 elk jaar.
Opt-in
Een recent koninklijk besluit, dat in werking is getreden op 1 april 2024, heeft enkele sectoren toegevoegd aan het toepassingsgebied van de flexi-jobs.
Het gaat om de volgende sectoren, waar de werkgevers dus sinds 1 april 2024 gebruik mogen maken van flexi-jobs als ze aan de voorwaarden voldoen:
In de Vlaamse kinderopvang:
De inrichtingen en diensten met als hoofdactiviteit kinderopvang (NACE 88.91) die gevestigd zijn in het Nederlandse taalgebied of afhangen van de Vlaamse Gemeenschap op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel Hoofdstad en door de Vlaamse Gemeenschap of de Vlaamse Gemeenschapscommissie worden erkend en/of gesubsidieerd en die:
- ofwel behoren tot de privé-sector: die werkgevers ressorteren onder het paritair comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector (PC 331),
- ofwel behoren tot de publieke sector.
Het jaarlijks toegelaten totaal arbeidsvolume aan flexi-jobtewerkstelling wordt vanaf 1 juli 2024 wel beperkt tot maximaal 20% van het totaal arbeidsvolume gepresteerd door alle werknemers samen. Deze voorwaarde zal worden bekeken per werkgever in de Vlaamse kinderopvang en moet nog verder concreet uitgewerkt worden door de Vlaamse overheid en de RSZ. Sancties van de RSZ bij het overschrijden van deze grens behoren tot de mogelijkheid (vb. een flexi-jobtewerkstelling die als een reguliere tewerkstelling wordt beschouwd, administratieve sancties…).
In het Vlaamse onderwijs:
Welk personeel precies in aanmerking komt om vanaf 1 april 2024 een flexi-job uit te oefenen in het Vlaams onderwijs kan je uitgebreid lezen in deze omzendbrief (PERS/2024/01 van 26/03 2024).
Ook binnen het vrij gesubsidieerd onderwijs geldt de mogelijkheid om flexi-jobwerknemers in te schakelen enkel voor statutaire functies (functies binnen de ambten van het onderwijzend of beleids- en ondersteunend personeel) en niet voor contractuele functies (MVD-personeel tewerkgesteld onder PC 152.01 en 225.01). Voor deze contractuele functies zijn voorlopig geen flexi-jobs mogelijk.
In de publieke Vlaamse sport- en cultuursector:
De publieke werkgevers van wie de hoofdactiviteit valt onder NACE-code 93.1 (sport) of 90 (creatieve activiteiten, kunst en amusement), als ze gevestigd zijn in het Nederlandse taalgebied of afhangen van de Vlaamse Gemeenschap op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel Hoofdstad.
Opt-out
Datzelfde koninklijk besluit bevestigt de opt-out van dienstboden in PC 323, maar voor andere functies in deze sector blijft een flexi-job wel mogelijk. In de land- en tuinbouw kan een werkgever enkel in de sector van het inplanten en onderhouden van parken en tuinen een flexi-jobwerknemer in dienst nemen.
Meer informatie en aandachtspunten
De actuele lijst van de sectoren waar flexi-jobs momenteel toegelaten zijn, vind je hier. Je vindt er ook uitleg over de voorwaarden en formaliteiten die in orde moeten zijn om gebruik te kunnen maken van het flexi-jobstatuut. We lichten hier de volgende twee aandachtspunten uit:
Loonplafond van 150% van het baremaloon
In alle sectoren geldt dat het flexiloon (inclusief aan RSZ onderworpen vergoedingen, premies en voordelen) vanaf 1 januari 2024 niet méér mag bedragen dan 150% van het minimale basisloon. Een sector-cao kan een ander maximum dan die 150% vaststellen.
Controleer dit bij elke uitbetaling aan je flexi-jobwerknemer.
Als je aan je flexi-jobwerknemer een hoger uurloon betaalt dan het sectoraal barema, verhoogt het risico dat het plafond wordt overschreden.
Als je het plafond niet naleeft, zijn de wettelijke voorwaarden voor de tewerkstelling als flexi niet vervuld. De RSZ en de fiscus beschouwen de tewerkstelling dan als een gewone tewerkstelling. In dat geval moet je de gewone sociale zekerheidsbijdragen betalen op het flexiloon verhoogd met 125% (dus aan 225%). Je bent dan ook de werknemersbijdragen en de niet-ingehouden bedrijfsvoorheffing verschuldigd.
Als gepensioneerde flexi-jobben bij je voormalige werkgever
Gepensioneerden die als flexi-jobber aan de slag willen bij hun voormalige werkgever, kunnen dat ten vroegste vanaf het kwartaal ná het kwartaal waarin hun tewerkstelling bij die werkgever (incl. de periode gedekt door een opzeggingstermijn, verbrekingsvergoeding of ontslagcompensatievergoeding) een einde nam.
Voorbeeld:
Jan werkt bij een bakkerij tot aan zijn pensioen dat ingaat op 1 mei 2024. De laatste dag van zijn arbeidsovereenkomst met de bakkerij is 30 april 2024 (beëindiging in onderling akkoord). Vanaf 1 juli 2024 kan Jan als flexi-jobber aan de slag bij diezelfde bakkerij.
Dat zit zo:
Anders dan voor actieve werknemers geldt voor gepensioneerden die een flexi-job willen uitoefenen, geen tewerkstellingsvoorwaarde in kwartaal T-3. Maar ook gepensioneerden moeten voldoen aan alle voorwaarden van kwartaal T.
(Kwartaal T is het kwartaal van uitoefening van de flexi-job. Kwartaal T-3 is het derde kwartaal vóór kwartaal T.)
Eén van de voorwaarden van kwartaal T is dat flexi-jobben niet mag bij de werkgever waar de kandidaat-flexi-jobber in datzelfde kwartaal nog aan de slag was met een arbeidsovereenkomst of zich bevond in een opzeggingstermijn of periode gedekt door een verbrekingsvergoeding of ontslagcompensatievergoeding.
Die voorwaarde geldt dus ook voor gepensioneerden, en belet dat iemand in het kwartaal van zijn pensionering al als flexi-jobber aan de slag gaat bij zijn voormalige werkgever.
Worden voor deze regels beschouwd als gepensioneerde:
- Wie de wettelijke pensioenleeftijd heeft bereikt (die ligt momenteel op 65 jaar voor pensioenen die ten laatste op 1 januari 2025 ingaan, en wordt vervolgens verhoogd naar 66 jaar), en
- Wie jonger is dan de wettelijke pensioenleeftijd maar al van minstens in kwartaal T-2 recht op pensioen heeft (vervroegd gepensioneerden).
Aangekondigde wijzigingen
Vanaf 1 januari 2024 is het mogelijk om in de sector van de begrafenisondernemingen flexi-jobwerknemers tewerk te stellen. De sociale partners hebben in februari een cao gesloten om deze mogelijkheid, behalve voor de functies van de gelegenheidswerknemers, opnieuw uit te sluiten. Er wordt voorzien dat deze uitsluiting bevestigd zal worden met een koninklijk besluit van toepassing vanaf juli 2024.
De sector van de binnenscheepvaart heeft op 18 maart 2024 dan weer een cao gesloten met vraag om flexi-jobben mogelijk te maken vanaf 1 juli 2024.
Bron: koninklijk besluit van 18 april 2024 tot uitvoering van artikel 2, §§ 1 en 2, van de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, met betrekking tot het toepassingsgebied van de flexi-jobs, BS 25 april 2024
Meer weten over flexi-jobs?
Het webinar Flexi-jobs: rechten en plichten geeft je in een uur tijd alle regels in verband met het tewerkstellen van flexi-jobbers: voowaarden, aantal uren, minimumloon, sociale en fiscale aspecten. Na inschrijving krijg je toegang tot de opname van het webinar, uitgebreide documentatie en de snelgids flexi-jobs.