Vorige

Denk aan het jaarverslag van de interne preventiedienst!

Als werkgever ben je verplicht om jaarlijks een verslag op te maken over de werking van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk. Wat dit precies inhoudt en hoe je dit verslag opstelt, lees je hieronder.

Interne dienst voor preventie op het werk

Wettelijk gezien is elke onderneming verplicht om een interne dienst voor preventie op het werk op te richten. Enkel wanneer je minder dan 20 werknemers tewerkstelt, kan je als werkgever zelf de rol van preventieadviseur opnemen.

Jaarverslag op basis van een modelformulier

Elke interne preventieadviseur moet jaarlijks een verslag opstellen over de werking van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk opstellen. Dit verslag geeft een samenvatting (een statistisch beeld) van de preventiemaatregelen die de onderneming tijdens het voorbije jaar heeft getroffen. Het verslag dat je nu maakt, heeft dus betrekking op 2024. De inhoud van het verslag ligt wettelijk vast en krijgt vorm aan de hand van drie types van modelformulieren:

Formulier A  voor een werkgever met een interne dienst zonder afdelingen
Formulier B  voor een werkgever met een interne dienst met afdelingen
Formulier C  voor een groep van werkgevers die een gemeenschappelijke preventiedienst organiseren

Deze formulieren en een verklarende nota over hoe je deze moet invullen, zijn terug te vinden op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

Wanneer het juiste formulier is ingevuld, wordt dit ondertekend door jou als werkgever en door het hoofd van de preventiedienst.

Communicatie

In ondernemingen met een Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW), moeten de gewone en plaatsvervangende leden van het CPBW binnen de 30 dagen ná het opstellen van het jaarverslag hiervan een afschrift ontvangen.

Bovendien moet elk gewoon lid van het CPBW minstens 15 dagen vóór de vergadering van de maand februari het jaarverslag van de interne dienst ontvangen.

Er is geen verplichting meer om het formulier vóór 1 april naar de regionale directie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk toe te sturen. Het volstaat dat je het jaarverslag ter beschikking houdt van de met het toezicht belaste ambtenaren.

Bron:

  • Artikel I.2-22 en artikel II. 1-6, §1, 2°, b Codex over het welzijn op het werk

Deel dit artikel