Een aanvulling bij kinderbijslag in een cafetariaplan? De RSZ verduidelijkt de voorwaarden.

Wat is een aanvulling bij een sociaal voordeel?

De werkgever kan onder bepaalde voorwaarden de werknemers een aanvulling geven bij voordelen toegekend door de verschillende takken van de sociale zekerheid.

Aanvullingen zijn enkel mogelijk bij:

• wettelijke pensioenen;
• werkloosheidsuitkeringen met inbegrip van de tegemoetkoming ten laste van de RVA aan personen in loopbaanonderbreking of in tijdskrediet;
• kinderbijslagen;
• uitkeringen in geval van (beroeps)ziekte of (arbeids)ongeval;
• een moederschapsuitkering (inclusief de uitkering omgezet moederschapsverlof n.a.v. het overlijden van de moeder van het kind);
• vaderschaps- of geboorteverlof;
• adoptieverlof;
• pleegouderschapsverlof.

De toegekende vergoeding als aanvulling bij deze sociale voordelen zijn geen loon. De werkgever en de werknemer zijn dus geen gewone sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd. 

Let op! Het is wel mogelijk dat een bijzondere bijdragen verschuldigd zijn. Zo moet de werkgever vb. een bijdrage van 8,86% betalen op alle bijdragen die hij stort voor de opbouw van een extralegaal aanvullend pensioen. Voor aanvullingen bij brugpensioenen (Decava) en tijdskrediet (SWAV) bestaan er bijzondere bijdragen voor de werkgever en de werknemer.  

Onder welke voorwaarden kan een aanvulling worden toegekend?

Om uit te maken of een voordeel het karakter van aanvulling heeft, stelt de RSZ dat de toekenning van de vergoeding niet het verlies van het sociaal voordeel tot gevolg mag hebben. Uit de aard, de reden van toekenning en de berekeningswijze moet duidelijk blijken dat het om een aanvulling bij het voordeel gaat.
Zo mag de aanvulling er niet voor zorgen dat de werknemer netto meer overhoudt dan wanneer hij zou gewerkt hebben.

Kan een aanvulling bij kinderbijslag in een cafetariaplan?

De RSZ verwijst in de instructies naar rechtspraak van het Hof van Cassatie waarin het Hof de stelling inneemt dat een aanvulling bij kinderbijslag geen loutere compensatie mag zijn voor een loonsverlaging overeengekomen tussen werkgever en werknemer of in het kader van een systeem van loonoptimalisatie (cafetariaplan). 

De aanvulling moet volgens het Hof een compensatie zijn voor ofwel het verlies van inkomen uit arbeid, ofwel de toename van uitgaven door het tot stand komen van één van de risico's gedekt door de verschillende takken van de sociale zekerheid.

Een aanvulling bij kinderbijslag louter toegekend ter compensatie van een loonsverlaging of in het kader van een systeem van loonoptimalisatie (vb. cafetariaplan), voldoet volgens de RSZ dus niet aan de voorwaarden om beschouwd te worden als een RSZ-vrije aanvulling.  

Dat is het geval wanneer de werkgever in het kader van een cafetariaplan kosten terugbetaalt die louter te maken hebben met het opvoeden en onderhouden van kinderen, zoals schoolgeld (uitstappen, taalcursussen, enz.), vakantiekampen, kosten voor kinderopvang of buitenschoolse opvang, zelfs op basis van bewijsstukken. Er is volgens de RSZ immers geen toename van uitgaven die veroorzaakt worden door een 'risico' dat door de tak kinderbijslag wordt gedekt.

Wat lijkt volgens de instructies wel mogelijk te zijn? 

Bijvoorbeeld:
Wanneer een werkgever in het kader van een cafetariaplan een verzekering afsluit voor de opvang van zieke kinderen en de premie betaalt, voldoet deze premie volgens de RSZ wel aan de gestelde voorwaarden van een aanvulling. De premie is geen loon. Noch de werkgever, noch de werknemer zijn sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd op het bedrag van de premie . De werknemer kan gebruik maken van de voordelen die de verzekering biedt als zijn kinderen ziek zijn (vb. een vergoeding om loonverlies te dekken, tussenkomst in extra gemaakte kosten voor de opvang van het zieke kind).

_{Bron: Instructies RSZ 1e kwartaal 2025}