FLA uitgesteld tot eind april 2025
Werkgevers moesten het digitale platform FLA (Federal Learning Account) uiterlijk op 30 november 2024 invullen. Deze verplichting is nu uitgesteld tot eind april 2025.
Op woensdag 23 oktober 2024 besliste de Kamer van Volksvertegenwoordigers om de verplichting voor werkgevers om de FLA (Federal Learning Account) in te vullen, uit te stellen.
Wat houdt deze verplichting in?
De FLA is een digitaal platform dat door de overheid is opgezet om werkgevers en werknemers een duidelijk beeld te geven van het recht op opleiding van werknemers en de al gevolgde opleidingen. Het doel van deze maatregel was om opleiding van werknemers te stimuleren.
In principe waren werkgevers verplicht om het FLA-platform uiterlijk op 30 november 2024 in te vullen.
Naarmate de deadline, die oorspronkelijk was vastgesteld op 30 november 2024, dichterbij kwam, bestond echter nog veel onduidelijkheid over de manier waarop het platform door de werkgevers moest worden ingevuld. Bovendien werd herhaaldelijk gewezen op de administratieve last van deze procedure voor werkgevers, met het risico dat het tegenovergestelde effect zou worden bereikt dan wat oorspronkelijk de bedoeling was.
Een uitgestelde deadline
Het idee van een platform om werkgevers en werknemers te helpen hun recht op opleiding beter te beheren en op te volgen, verdween niet helemaal tijdens de vergadering in De Kamer op 23 oktober. Voorlopig is een “eenvoudig” uitstel van de verplichting tot eind april 2025 gepland. Of het platform zijn huidige functies behoudt, gecorrigeerd, vereenvoudigd of zelfs helemaal afgeschaft wordt, zal de nieuwe regering moeten beslissen.
Hoe zit het met het opleidingsrecht van werknemers?
Het uitstel van de FLA heeft geen enkele invloed op het opleidingsrecht van werknemers. Hun individuele opleidingsrechten blijft ongewijzigd. Ook de verplichtingen met betrekking tot het opleidingsplan blijven ongewijzigd bestaan.
Een uitgestelde deadline maar een nieuwe verplichting voor de werkgever?
De wet op de FLA had het voordeel dat werkgevers niet langer verplicht waren om een individueel opleidingsrekening bij te houden. Dit was een digitaal of papieren document waarin de werkgever alle door de werknemer gevolgde opleidingen moest bijhouden, evenals het saldo van de uren waar de werknemer nog recht op had. Het is niet precies bekend onder welke voorwaarden de Kamercommissie heeft besloten om de FLA uit te stellen, en of deze individuele opleidingsrekening herleeft zoals ze bestond voor de invoering van de FLA. Wat wel zeker is, is dat werkgevers bij gebrek aan een FLA voortaan – digitaal of op papier - de gevolgde opleidingen, het aantal uren gevolgde opleiding en het saldo waar de werknemer nog recht op heeft moet bijhouden.
Het uitstel van de FLA neemt dus een aanzienlijke administratieve last weg bij werkgevers, die nu hun eigen opleidingsadministratie moeten bijhouden en daarvoor de nodige instrumenten moeten voorzien.