Hoe Vlaanderen duaal leren vanaf 1 september 2022 aantrekkelijker maakt
Via duaal leren krijgen jongeren uit het secundair onderwijs de kans om zowel in een schoolse omgeving als op de werkvloer kennis en vaardigheden te verwerven. De ervaring die wordt opgedaan op de werkvloer laat toe om competenties te verkrijgen die niet kunnen worden bekomen in het leslokaal.
De Vlaamse regering heeft beslist om vanaf 1 september 2022 duaal leren ook mogelijk te maken voor cursisten in het volwassenenonderwijs. Zo krijgt ook het volwassenenonderwijs een extra troef in handen om meer mensen op een flexibele manier naar een kwalificatie te leiden.
Bovendien worden op 1 september 2022 nog andere veranderingen in het duaal leren in het secundair onderwijs van kracht die het systeem meer toegankelijk en aantrekkelijk moeten maken.
Hieronder vind je een overzicht van de voornaamste wijzigingen.
Duaal leren in het volwassenenonderwijs
Het Vlaamse volwassenenonderwijs is georganiseerd op twee niveaus: enerzijds de basiseducatie, die wordt gegeven in de centra voor basiseducatie (CBE); anderzijds het secundair volwassenenonderwijs, dat wordt verstrekt door de erkende centra voor volwassenenonderwijs (CVO).
Het is binnen het secundair volwassenenonderwijs dat het vanaf komend schooljaar (2022-2023) mogelijk zal zijn om een duale opleiding te volgen bij een CVO.
Een duale opleiding in het secundair volwassenenonderwijs is een beroepsopleiding waarin cursisten de competenties die tot een beroepskwalificatie leiden, deels verwerven in het CVO en deels in een erkende onderneming als werkplek.
Een cursist uit het volwassenonderwijs die een duale opleiding wil volgen, sluit een overeenkomst met het CVO en een erkende onderneming (de werkplek).
Welk type overeenkomst precies wordt gesloten, hangt in de eerste plaats af van het aantal uren opleiding op de werkplek:
- Wordt er op jaarbasis minder dan 20 uur per week opgeleid op de werkplek, dan wordt een ‘overeenkomst van duale opleiding’ gesloten. In dit geval is de onderneming enkel een leervergoeding verschuldigd die betrekking heeft op de werkplekcomponent.
- Wordt er op jaarbasis gemiddeld minstens 20 uur per week opgeleid op de werkvloer, dan wordt een ‘overeenkomst duale opleiding statuut’ gesloten. Als zo’n overeenkomst wordt gesloten, is de onderneming een leervergoeding verschuldigd die betrekking heeft op zowel de werkplek- als de leercomponent. De vergoeding is onderworpen aan sociale zekerheidsbijdragen, en de cursist bouwt sociale zekerheidsrechten op.
De leervergoeding voor beide types van overeenkomsten bedraagt per uur minimaal 0,21% van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen.
Deze overeenkomsten van duale opleiding zijn geen arbeidsovereenkomsten. Het zijn een bijzonder soort van driepartijenovereenkomst waarvoor specifieke regels zijn bepaald en een model zal worden vastgelegd.
Bovendien kan de cursist de werkplekcomponent onder bepaalde voorwaarden buiten Vlaanderen en Brussel vervullen.
Uitzonderlijk kan de cursist voor de uitvoering van zijn duale opleiding een deeltijdse arbeidsovereenkomst sluiten, meer bepaald in de non-profitsector. Ook is het mogelijk voor de cursist die al tewerkgesteld is, om bij zijn werkgever de werkplekcomponent van de duale opleiding uit te voeren tijdens zijn arbeidstijd bepaald in de arbeidsovereenkomst. In dit laatste geval is er geen leervergoeding verschuldigd omdat de werknemer al een loon ontvangt.
Wijzigingen in duaal leren in het “gewoon” secundair onderwijs
Stimulatie interregionale en internationale mobiliteit
Vanaf 1 september kunnen ook leerlingen van buiten Vlaanderen of zelfs het buitenland onder bepaalde voorwaarden een (stage)overeenkomst van alternerende opleiding sluiten met een Vlaamse onderneming. De onderwijsinstelling moet door de daar bevoegde instantie zijn erkend als lesplek in het kader van een gelijkwaardig systeem van alternerend leren en werken.
Vakantie tijdens collectieve sluiting van de werkplek wegens jaarlijkse vakantie
Leerlingen in duaal leren hebben in principe recht om betaalde vakantie te nemen gedurende de schoolvakanties (op enkele uitzonderingen na). Ondernemingen kunnen echter collectieve vakantieperiodes hebben die niet overeenstemmen met de schoolvakanties. Er was dan ook nood aan een bijzondere regel om leerlingen in zo’n geval toe te laten om hun vakantie op te nemen buiten de schoolvakanties.
Daarom zal het vanaf 1 september 2022 mogelijk zijn voor een leerling wiens werkplek buiten de schoolvakanties in collectieve sluiting is wegens jaarlijkse vakantie, om zijn vakantiedagen op te nemen gedurende de periode van de collectieve sluiting. Voorwaarde is wel dat de leerling eerst zijn recuperatiedagen opneemt.
Leervergoeding tijdens de schorsing van de overeenkomst
De bedoeling van een overeenkomst van alternerende opleiding is het aanleren van een beroep. De leerling krijgt dan ook geen loon, maar een leervergoeding. Deze leervergoeding wordt betaald door de werkplek en dekt zowel de leer- als de werkplekcomponent. Bij een stageovereenkomst alternerende opleiding is daarentegen geen leervergoeding verschuldigd.
Als de uitvoering van de overeenkomst alternerende opleiding geschorst is, heeft de leerling toch nog recht op de leervergoeding onder dezelfde waarborgen als deze die gelden voor het loon van een werknemer met een arbeidsovereenkomst.
Als uitzondering hierop geldt dat in bepaalde specifieke gevallen van arbeidsongeschiktheid toch geen leervergoeding verschuldigd is:
- bij arbeidsongeschiktheid wegens arbeidsongeval en beroepsziekte;
- en bij arbeidsongeschiktheid wegens ziekte voor arbeidsongeschiktheidsdagen die samenvallen met onbetaalde vakantiedagen.
Vanaf 1 september 2022 worden daar nog een aantal uitzonderingsgevallen aan toegevoegd. De leervergoeding is ook niet verschuldigd in de volgende gevallen:
- Tijdens het facultatief gedeelte van het pre- en postnataal verlof als de leerling enkel de les volgt, maar niet op de werkplek aanwezig is
- Tijdens het profylactisch verlof van de leerling tijdens de werkplekcomponent
- Tijdens tijdelijke gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid waarbij de leerling geschikt is om de les te volgen, maar niet om opgeleid te worden op de werkplek, en dit na eventuele uitputting van de gewaarborgde leervergoeding.
De stageovereenkomst alternerende opleiding wordt aangepast
De stageovereenkomst alternerende opleiding moest tot nu toe een voltijdse overeenkomst zijn. Dit wijzigt ook vanaf 1 september 2022. De stageovereenkomst alternerende opleiding moet volgens de nieuwe regelgeving worden gesloten voor minstens 28 uur per week en maximaal de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur die in de onderneming van toepassing is.
Deze minima en maxima hebben betrekking op het volledig leertraject, zowel de les- als de werkcomponent. Voor de berekening van het aantal uren binnen de overeenkomst telt een les, of een activiteit die is gelijkgesteld met een les, mee voor zestig minuten.
Bronnen:
- Decreet van 25 maart 2022 tot regeling van bepaalde aspecten van duale opleidingen in het volwassenenonderwijs, BS 30 mei 2022
- Besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 2022 houdende uitvoering van het decreet van bepaalde aspecten van duale opleidingen in het volwassenenonderwijs, BS 19 augustus 2022
- Decreet van 10 juni 2022 tot wijziging van de regelgeving over duaal leren, de aanloopfase en het stelsel van leren en werken, BS 13 juli 2022