Te koud om te werken?
De temperaturen schommelen weer rond het vriespunt. Werken in te lage temperaturen kan gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. Maar vanaf wanneer is het nu ‘te koud’ om te werken? Hieronder vind je alle nuttige informatie!
Afhankelijk van het werk dat wordt verricht, verschillen de minimumtemperaturen waaronder gewerkt mag/kan worden. Voor gesloten ruimten gelden daarnaast andere regels dan voor open ruimten of openlucht.
De welzijnswetgeving verplicht jou als werkgever om een risicoanalyse te maken over gezondheidsrisico’s in het algemeen. Daar hoort ook een inschatting bij van de mogelijke blootstelling aan te koude temperaturen. Dat gebeurt in samenwerking met de preventieadviseur. Wanneer je weet dat blootstelling aan koude temperaturen in jouw onderneming door de aard van het werk aan de orde is, moet je op voorhand een plan uitwerken waarin wordt vastgelegd hoe je hier mee zal omgaan (bijvoorbeeld door in regelmatige pauzes te voorzien of door technische ingrepen mogelijk te maken die de blootstelling aan koude temperaturen beperkt).
Gesloten ruimten
Voor gesloten ruimten waar doorlopend mensen aan het werk zijn, gelden – afhankelijk van de fysieke werkbelasting – de volgende minimumtemperaturen:
Fysieke werkbelasting | Minimumtemperatuur* |
---|---|
Zeer licht |
18 °C |
Licht |
16 °C |
Halfzwaar |
14 °C |
Zwaar |
12 °C |
Zeer zwaar |
10 °C |
* gemeten met een zogenaamde ‘droge’ thermometer |
Wanneer de temperatuur in gekoelde ruimten wegens technologische redenen lager ligt dan bovenstaande temperaturen, moet je als werkgever de volgende maatregelen nemen:
- voorzien van aangepaste werkkledij en persoonlijke beschermingsmiddelen;
- ervoor zorgen dat de luchtstroomsnelheid in deze lokalen tot een minimumniveau (compatibel met de werking van de installaties) wordt beperkt wanneer je werknemers in de lokalen zijn;
- voorzien van technische middelen om de beschermkledij na gebruik te drogen;
- je werknemers kosteloos voorzien van warme dranken.
Open ruimten of open lucht
Voor open werklokalen en arbeidsplaatsen in open lucht, moet je als werkgever tijdens de periode tussen 1 november en 31 maart voldoende verwarmingstoestellen voorzien. Wanneer de buitentemperatuur lager is dan 5 °C of indien de weersomstandigheden het vereisen, moeten deze verwarmingselementen worden gebruikt.
Toon- of winkelbanken
Wanneer het buiten kouder is dan 5 °C dan mag je als winkeluitbater voor detailverkoop geen personeel tewerkstellen aan toonbanken of winkelbanken, buiten of nabij de winkel.
Wanneer het buiten kouder is dan 10°C moet je er als werkgever voor zorgen dat je werknemers beschikken over voldoende krachtige verwarming of een andere mogelijkheid is om zich geregeld te kunnen verwarmen.
Ze mogen bovendien enkel werken op een vloer, waardoor rechtstreeks contact met de grond wordt voorkomen en werknemers zoveel mogelijk tegen weer en wind worden beschermd.
Het werk buiten de winkel is ten slotte ook beperkt in de tijd en mag:
- niet vóór 8 uur of na 19 uur;
- niet langer dan 2 uur zonder onderbreking van minstens 1 uur;
- niet langer dan 4 uur per dag.
Bron: art. V.1-3 tot en met art. V.1-7 Codex Welzijn op het werk