Vorige

Vergoedingen voor auteursrechten voortaan vrij van RSZ-bijdragen

Vanaf 1 januari 2023 kan je aan je werknemer onder bepaalde voorwaarden een RSZ-vrije vergoeding betalen voor de overdracht van zijn auteursrechten of naburige rechten in het domein van de kunsten. Dit kan eveneens bij het verlenen van een licentie.   

Update 5 oktober 2023
Auteursrechtenvergoedingen die toegekend zijn in 2022-2018 kunnen geregulariseerd worden bij de RSZ. Initieel moest de aangifte gebeuren tegen 30 juni 2023. Een Koninklijk Besluit van 27 september 2023 verlengt de periode tot uiterlijk 31 december 2023.

Welke rechten kunnen overgedragen worden? Krijgt de kunstenaar een vergoeding?

Je werknemer kan zijn auteursrechten (vermogensrechten) die ontstaan uit de creatie van originele werken van letterkunde of kunst aan jou als werkgever overdragen. Ook een licentie is mogelijk. In dat geval draagt je werknemer het gebruiksrecht van zijn auteursrechten over. Ook uitvoerende kunstenaars kunnen hun rechten overdragen of een licentie verlenen. Deze rechten, ook wel naburige rechten genoemd, hebben betrekking op de exploitatie van hun prestaties.

De overgedragen auteursrechten of naburige rechten hebben dus betrekking op originele werken van letterkunde of kunst zoals bedoeld in artikel XI.165 van het Wetboek van economisch recht of op prestaties van uitvoerende kunstenaars zoals bedoeld in artikel XI.205 van hetzelfde Wetboek.

De overdracht of de licentie wordt verleend voor de exploitatie of het daadwerkelijk gebruik van deze rechten. Ook wettelijke en verplichte licenties die bij wet zijn geregeld worden hier bedoeld. De kunstenaar kan hiervoor een vergoeding ontvangen. Op sociaal vlak gaat het om dezelfde vergoedingen als bedoeld in de fiscale wetgeving.   

Is een kunstwerkattest vereist?

Je werknemer moet in principe een kunstwerkattest bezitten. Dit attest is op dit moment nog niet beschikbaar en het is ook nog niet duidelijk wanneer dit wel het geval zal zijn.

Bij gebrek aan dergelijk attest moet de (uitvoerende) kunstenaar zijn rechten overdragen of een licentie verlenen aan een derde voor mededeling aan het publiek, voor openbare uitvoering of opvoering op voor reproductie. 

Onder welke voorwaarden kan de auteursrechtenvergoeding vrij van RSZ-bijdragen worden toegekend?

Tot 1 januari 2023 was de vergoeding voor de overdracht van auteursrechten, in navolging van cassatierechtspraak, in principe brutoloon en dus onderworpen aan RSZ-bijdragen.

Vanaf begin dit jaar kan de vergoeding vrij van RSZ toegekend worden, als die tijdens de periode van vier kwartalen van het kalenderjaar, ten hoogste 30% bedraagt van het totaal(bedrag) van:

  • het loon onderworpen aan sociale zekerheidsbijdragen waarop de werknemer recht heeft. Meer informatie in de onderrichtingen van de RSZ.  
  • de door de werkgever aan de betrokken werknemer toegekende vergoedingen voor de overdracht of het in licentie geven van auteursrechten en naburige rechten.

Het gaat dus om maximaal 30% van de som van beide bedragen. Het deel van de auteursrechtenvergoeding dat die 30% overschrijdt, is onderworpen aan sociale zekerheidsbijdragen. 

Zowel het loon als de auteursrechtenvergoeding moeten op een marktconforme manier zijn vastgesteld. Je moet de bewijstukken van de verschillende beoordelingselementen ter beschikking houden van de RSZ. De vergoeding wordt in de DMFA-aangifte opgenomen in bezoldigingscode 47.  

Mag een auteursrechtenvergoeding gegeven worden ter vervanging of ter omzetting van loon?

Neen. Vanaf 1 januari 2023 mag men geen auteursrechtenvergoeding geven ter vervanging of ter omzetting van loon, premies, voordelen in natura of enig ander voordeel of een aanvulling hierbij, al dan niet bijdrageplichtig voor de sociale zekerheid.

Het verbod op loonconversie geldt niet voor voordelen die in het belastbaar tijdperk 2022 of 2021, 2020, 2019 of 2018 bij de fiscus zijn aangegeven als roerende inkomstenen die bij de RSZ zijn aangegeven als onderworpen loon. Merk op dat het in deze situatie enkel gaat om auteursrechtenvergoedingen die betrekking hebben op originele werken van letterkunde of kunst of op prestaties van uitvoerende kunstenaars.

Het bedrag dat – ongeacht de loonconversie in het verleden – RSZ-vrij kan worden aangegeven bij de RSZ is beperkt tot het kleinste van volgende bedragen:

  • het bedrag dat in de personenbelasting als roerende inkomsten is aangegeven;
  • het verschil tussen enerzijds de vergoeding die bij de fiscus werd aangegeven en anderzijds de vergoeding die bij de RSZ werd aangegeven als tegenprestatie voor de geleverde arbeid in uitvoering van de arbeidsovereenkomst.

Zit je in deze situatie, dan moet er voor eind 2023 een aangifte gebeuren bij de RSZ. Op verzoek moet je een bewijs van het omgezette bedrag kunnen voorleggen. De wijze van aangifte en de modaliteiten waaronder dit moet gebeuren, wordt later nog door de RSZ meegedeeld.

Het komt erop neer dat een loonelement dat vóór 2023 is omgezet in een auteursrechtenvergoeding onder bepaalde voorwaarden vanaf 2023 toch nog vrij van RSZ-bijdragen kan toegekend worden.

Wat gebeurt er met auteursrechtenvergoedingen toegekend in 2022 of eerder (2021 – 2018)?

Voor auteursrechtenvergoedingen die in de loop van de voorbije jaren aangeven werden als RSZ-onderworpen loon, verandert er niets. Deze vergoedingen werden immers correct aangegeven rekening houdend met de rechtspraak van het Hof van Cassatie. Er bestaat dus geen mogelijkheid om betaalde bijdragen terug te vorderen van de RSZ.

Auteursrechtenvergoedingen die betrekking hebben op originele werken van letterkunde of kunst of op prestaties van uitvoerende kunstenaars en die niet aangegeven werden bij de RSZ, kunnen geregulariseerd worden. Regularisatie betekent dat de vergoedingen die als roerende inkomsten zijn aangegeven bij de fiscus alsnog als RSZ-vrije vergoedingen aangegeven kunnen worden bij de RSZ (via de DMFA aangifte onder de looncode 47). Die aangifte moet voor 30 juni 2023 gebeuren.


Bronnen:

  • KB van 7 april 2023 tot wijziging van artikel 19 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, BS 14 april 2023.
  • KB van 27 september 2023 tot wijziging van enkele bepalingen betreffende het loonkarakter voor de sociale zekerheid van de vergoeding voor de overdracht of het in licentie geven van auteurs- en naburige rechten door de oorspronkelijke rechthebbende, BS 2 oktober 2023
  • Tussentijdse instructies van de RSZ van 26 april 2023.

Deel dit artikel