Woon- Werkverkeer: wijziging in de werkgeverstussenkomst vanaf 1 februari 2025
Op 1 februari 2025 past de NMBS/SNCB haar prijzen aan. Deze wijzigingen hebben mogelijk een impact op de werkgeverstussenkomst in het woon- werkverkeer van je werknemers. De nieuwe tarieven voor TEC, MIVB en BRUPASS zijn gekend. De Lijn verhoogt zijn tarieven niet in de maand februari.
Hieronder geven we een overzicht van de aanpassingen:
Trein
Je bent steeds verplicht om tussen te komen wanneer je werknemer met de trein naar het werk komt.
Vanaf 1 februari 2025 stijgen de tarieven voor treinkaarten met 3,03%.
Voorziet je sector dat je moet tussenkomen op basis van een percentage van de tabellen van de NMBS, dan moet je deze verhoging vanaf 1 februari 2025 ook toepassen. Er zijn echter ook sectoren die zich niet baseren op deze nieuwe tabellen van de NMBS, maar nog steeds een tussenkomst voorzien op basis van een forfaitaire tabel die werd vastgesteld door de Nationale Arbeidsraad in de cao nr. 19/11.
Overweeg een derdebetalersregeling
Heb je al gehoord van de derdebetalersregeling? Met deze gunstregeling draagt de overheid een stuk van de kost voor de treinabonnementen van je werknemers.
Het Flex-abonnement
Het flex-abonnement is interessant voor werknemers die 2 of 3 dagen per week naar kantoor komen. Je kunt kiezen uit verschillende formules die passen bij je reispatroon van je werknemer zoals 6 of 10 reisdagen per maand. Bovendien kun je het combineren met andere vervoersopties en profiteren van kostenbesparingen.
Ander openbaar vervoer
Er geldt sinds 2020 geen minimumafstand meer voor de terugbetaling van de vervoerskosten van werknemers die zich verplaatsen met metro, tram, bus of waterbus (alle openbare vervoermiddelen, andere dan de trein).
Een tussenkomst is ook hier verplicht. Het bedrag waarvoor je moet tussenkomen, hangt echter af van de het soort ticket of abonnement dat je werknemer hiervoor heeft aangekocht. We maken een onderscheid tussen:
- De prijs in verhouding tot de afstand: de bijdrage is dan gelijk aan de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart, met als maximum 75% van de werkelijke vervoersprijs;
- Een eenheidsprijs: de bijdrage is dan gelijk aan 71,8% van de prijs die de werknemer effectief betaalt, met als maximum de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart voor een afstand van 7 km (44 euro).
Je sector kan ook hiervoor een eigen regeling hebben voorzien. Raadpleeg daarom steeds ook de sectorale regelingen om je te verzekeren van de wijze waarop je moet tussenkomen voor deze vervoermiddelen.
Een combinatie van trein en ander openbaar vervoer
Gebruikt je werknemer de trein in combinatie met andere openbare vervoermiddelen en heeft je werknemer daarvoor een enkel vervoersbewijs aangekocht, dan wordt je tussenkomst in principe berekend op basis van de forfaitaire treintabel, zoals opgenomen in cao 19/11 en wijzigt deze dus niet.
Kijk ook hiervoor echter steeds de sectorale regelingen na. Er zijn immers ook sectoren die voor hun werknemers een gunstigere regeling voorzien.
In alle andere gevallen kom je voor elk vervoermiddel apart tussen en bepaalt de som daarvan je totale tussenkomst.
Privévervoer
Er is geen verplichte tussenkomst voor werknemers die met een privévervoermiddel naar het werk komen, tenzij de sector of je onderneming dat wel heeft voorzien.
Voorziet je sector dat je moet tussenkomen op basis van een percentage (volledig of gedeeltelijk) van de treintarieven van de NMBS, dan moet je vanaf 1 februari 2025 tussenkomen op basis van deze gestegen tarieven.
Fiets
Komt je werknemer met de fiets naar het werk?
Lees dan hier de laatste stand van zaken.
Let op, elk paritair comité kan hierover regels opstellen. Meestal ligt het maximum op 40 km per dag. De fiscaal vrijgestelde vergoeding per jaar ligt in 2025 op 3.610 euro.
Meer toelichting over de werkgeversbijdrage in het woon-werk verkeer kan je lezen in afdeling 25 van de Sociale Gids. De specifieke regels voor je sector, kan je lezen in afdeling 20.8 van de Sectorale Gids van Trefzeker.