Op deze pagina
- a) Comité preventie en bescherming op het werk (CPBW)
- Wat zijn de bevoegdheden van het CPBW?
- Wie zetelt in het CPBW?
- Wie mag zich kandidaat stellen voor het CPBW?
- Aantal kandidaten
- Niet genoeg kandidaten?
- b) Ondernemingsraad (OR)
- De taken en bevoegdheden van de OR
- Wie zetelt in de OR?
- Wie mag zich kandidaat stellen voor de OR?
- Aantal kandidaten
Op deze pagina
- a) Comité preventie en bescherming op het werk (CPBW)
- Wat zijn de bevoegdheden van het CPBW?
- Wie zetelt in het CPBW?
- Wie mag zich kandidaat stellen voor het CPBW?
- Aantal kandidaten
- Niet genoeg kandidaten?
- b) Ondernemingsraad (OR)
- De taken en bevoegdheden van de OR
- Wie zetelt in de OR?
- Wie mag zich kandidaat stellen voor de OR?
- Aantal kandidaten
Sociale verkiezingen voor OR en CPBW
Het belang van het overkoepelende sociaal overleg tussen werkgevers en werknemers is groot in België. Binnen de ondernemingen zelf gebeurt dit via de ondernemingsraad (OR) en het comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW). Beide overlegorganen worden om de 4 jaar opnieuw samengesteld.
a) Comité preventie en bescherming op het werk (CPBW)
Het CPBW is een overlegorgaan met als opdracht het bevorderen van het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Elke technische bedrijfseenheid van een onderneming in de privésector – profit of non-profit – die gewoonlijk, gemiddeld 50 werknemers of meer tewerk stelt, dient om de 4 jaar een nieuwe procedure op te starten om het CPBW te verkiezen.
Wat zijn de bevoegdheden van het CPBW?
Het overlegorgaan CPBW:
- onderzoekt alle mogelijke middelen om het welzijn van de werknemers te bevorderen bij de uitvoering van hun werk
- geeft voorafgaand advies
- werkt voorstellen uit
- draagt actief bij aan al wat ter verbetering ondernomen kan worden
- bewaakt het globale preventieplan en het jaarlijkse actieplan opgesteld door de werkgever, zowel qua uitvoering, wijzigingen als resultaten
Voor een aantal beslissingen is het akkoord van het comité vereist.
In sommige ondernemingen van 50 tot 99 werknemers waar geen OR is, behoort het ontvangen van de financiële en economische bedrijfsinformatie ook tot de taken van het CPBW. Bovendien is het comité bevoegd om bepaalde sociale inlichtingen te ontvangen in ondernemingen zonder OR en zonder syndicale afvaardiging.
Wie zetelt in het CPBW?
Een CPBW is samengesteld uit:
- het ondernemingshoofd
- een of meerdere door hem of haar aangewezen gewone en plaatsvervangende werkgeversafgevaardigden
- een zeker aantal gewone en plaatsvervangende afgevaardigden van het personeel. Het aantal plaatsvervangende leden hoort maximum gelijk te zijn aan dat van de effectieve leden.
Wie mag zich kandidaat stellen voor het CPBW?
Het CPBW wordt opgericht volgens de procedure van de sociale verkiezingen. Hierbij worden de personeelsafgevaardigden aangeduid die tot een van de volgende werknemerscategorieën behoren.
- Arbeiders en bedienden
- Jeugdige werknemers: hebben de leeftijd van 25 jaar niet bereikt op de dag van de verkiezingen. Zij kunnen een aparte groep vormen als er minstens 25 jeugdige werknemers zijn op de dag van de verkiezingen die op dat ogenblik jonger zijn dan 25 jaar.
- Kaderleden: de bedienden, met uitsluiting van het leidinggevende personeel, die in de onderneming een hogere functie uitoefenen die in het algemeen voorbehouden wordt aan de houder van een diploma van een bepaald niveau of aan iemand met een evenwaardige beroepservaring. Deze groep werknemers is zo heterogeen dat een soepele definitie hier op zijn plaats is, rekening houdend met de veranderlijke sociale en organisatorische realiteit in ondernemingen.
De kandidaten-arbeiders, kandidaten-bedienden en de kandidaten-jeugdige werknemers moeten behoren tot de technische bedrijfseenheid waarbinnen hun kandidatuur werd voorgedragen. Merk op: voor het CPBW is er geen aparte categorie voor de kaderleden. Zij zijn opgenomen in de categorie bedienden.
Om als afgevaardigde van het personeel verkiesbaar te zijn, moeten de werknemers aan de volgende voorwaarden voldoen op de dag van de verkiezingen:
- Kandidaten moeten werknemers zijn die met een arbeids- of leerovereenkomst en gedurende een bepaalde periode tewerkgesteld zijn in de juridische entiteit waaronder de onderneming valt, of in de technische bedrijfseenheid die gevormd wordt door verscheidene juridische entiteiten.
- Ze behoren tot de werknemerscategorie waarvoor ze hun kandidatuur indienen: werklieden, bedienden of jeugdige werknemers.
- Ze zijn ten minste 18 jaar en jonger dan 65 jaar. Kandidaten hebben 6 maanden ononderbroken anciënniteit op de dag van de verkiezingen, of 9 maanden in het voorafgaand burgerlijk jaar.
Voor de categorie jeugdige werknemers gelden 2 bijkomende voorwaarden. Zij mogen zich kandidaat stellen als je onderneming op de dag van de verkiezingen ten minste 25 werknemers tewerkstelt en zij zelf op de kiesdag minstens 16 en jonger dan 25 jaar zijn.
Preventieadviseurs en vertrouwenspersonen van het bedrijf, die deel uitmaken van het personeel, mogen noch werkgeversafgevaardigde noch werknemersvertegenwoordiger worden.
Aantal kandidaten
Op de lijsten mogen niet meer kandidaten voorkomen dan er gewone en plaatsvervangende mandaten toegekend kunnen worden.
Voor elke neergelegde kandidatenlijst geldt volgend voorbeeld: voor de categorie van de bedienden, is het aantal vrouwen en mannen best evenredig met het aantal bedienden en de bedienden tewerkgesteld in de betrokken technische bedrijfseenheid. Zo streeft men op de kandidatenlijsten ook de evenredige vertegenwoordiging na van de in de onderneming tewerkgestelde buitenlandse werknemers.
Eenzelfde kandidaat mag niet op meer dan één kandidatenlijst worden voorgedragen.
Niet genoeg kandidaten?
Als er in de onderneming geen CPBW opgericht wordt omdat er niet voldoende kandidaten waren, neemt de vakbondsafvaardiging de taken van de personeelsvertegenwoordigers in het CPBW over.
b) Ondernemingsraad (OR)
De OR is een paritair orgaan waarin de werkgever de werknemersvertegenwoordigers informeert en raadpleegt. Het is een overlegorgaan. Het ondernemingshoofd neemt de eindbeslissingen, maar een dialoog moet steeds mogelijk zijn.
Elke technische bedrijfseenheid van een onderneming in de privésector – profit of non-profit – die gewoonlijk 100 werknemers of meer tewerk stelt, dient een OR te installeren. De OR moet om de 4 jaar hernieuwd worden in elke onderneming die gemiddeld, gewoonlijk tenminste 50 werknemers in dienst heeft.
De taken en bevoegdheden van de OR
De OR heeft verschillende taken:
- economische, financiële en sociale informatie van de werkgever ontvangen
- adviseren in bepaalde kwesties
- controle uitoefenen op de naleving van de sociale wetgeving voor de bescherming van de werknemers
- beperkt mee beslissen, bijvoorbeeld over wijzigingen aan het arbeidsreglement of over vervangingsdagen voor feestdagen
De personeelsvertegenwoordigers dienen ook de werknemers te informeren:
- in verband met de economische en financiële informatie ontvangen van de werkgever
- over de activiteiten van de OR in het kader van de nodige voorzieningen en tijd waarover de effectief verkozenen beschikken
Tegelijk moet iedere personeelsvertegenwoordiger erover waken discreet genoeg te blijven, zodat de belangen van de onderneming niet geschaad worden. In geen geval neemt de OR de plaats van de werkgever in bij het beheer van de onderneming.
Wie zetelt in de OR?
De OR is samengesteld uit het ondernemingshoofd en de door hem of haar aangeduide werkgeversafgevaardigden, dit zijn personen die een leidinggevende functie vervullen. Het andere luik van het overlegorgaan bestaat uit verkozen werknemersafgevaardigden. Eén van hen zal ook instaan voor het secretariaat van de OR.
Wie mag zich kandidaat stellen voor de OR?
De OR wordt opgericht of hernieuwd volgens de procedure van de sociale verkiezingen. Hierbij worden de personeelsafgevaardigden aangeduid. De kandidaat-personeelsafgevaardigden behoren tot de technische bedrijfseenheid waarbinnen hun kandidatuur werd voorgedragen. En ze maken deel uit van een van de volgende 4 werknemerscategorieën:
- arbeiders
- bedienden
- jeugdige werknemers: hebben de leeftijd van 25 jaar niet bereikt op de dag van de verkiezingen.
- kaderleden: de bedienden, met uitsluiting van het leidinggevende personeel, die in de onderneming een hogere functie uitoefenen. Die functie is in het algemeen voorbehouden aan de houder van een diploma van een bepaald niveau of aan iemand met een evenwaardige beroepservaring.
Bij de verkiezing van de OR vormen de kaderleden alleen een aparte werknemerscategorie als de onderneming minstens 15 kaderleden tewerkstelt op dag X. In dat geval wordt het totaal aantal mandaten voor de personeelsafgevaardigden in de OR verhoogd met één extra mandaat als de onderneming minder dan honderd kaderleden tewerkstelt, en met twee extra mandaten als de onderneming 100 kaderleden of meer tewerkstelt. Het aantal leden van het leidinggevend personeel met een arbeidsovereenkomst wordt bijgeteld bij het aantal kaderleden om te bepalen of de personeelsafvaardiging verhoogt met één of twee extra mandaten.
Om als afgevaardigde van het personeel verkiesbaar te zijn, moeten de werknemers op de dag van de verkiezingen aan de dezelfde voorwaarden voldoen als die voor het CPBW - zoals hier hoger beschreven.
Aantal kandidaten
Op de lijsten mogen niet meer kandidaten voorkomen dan er gewone en plaatsvervangende mandaten toegekend kunnen worden.
Voor elke neergelegde kandidatenlijst geldt volgend voorbeeld: voor de categorie van de bedienden, is het aantal vrouwen en mannen best evenredig met het aantal bedienden en de bedienden tewerkgesteld in de betrokken technische bedrijfseenheid. Zo streeft men op de kandidatenlijsten ook de evenredige vertegenwoordiging na van de in de onderneming tewerkgestelde buitenlandse werknemers.
Eenzelfde kandidaat mag niet op meer dan één kandidatenlijst worden voorgedragen.