Sociale partners in PC 112 bereiken een akkoord voor 2023-2024

De sociale partners in de sector van het garagebedrijf (PC 112) hebben op 11 oktober 2023 een sectoraal akkoord gesloten. We geven hieronder een overzicht van de belangrijkste afspraken.

De sociale partners voorzien een eenmalige koopkrachtpremie onder de vorm van papieren of elektronische consumptiecheques.

De sectorale regeling is van suppletieve aard. Het sectoraal kader is van toepassing, tenzij ondernemingen een betere koopkrachtpremie voorzien. De ondernemingen die dit wensen, moeten hiervoor uiterlijk op 30 november 2023 een ondernemings-cao of, bij gebrek aan vakbondsafvaardiging, een individueel akkoord met de werknemers sluiten.

De uitreiking van deze premie moet uiterlijk op 31 december 2023 gebeuren.

De sector vult het winstcriterium in op basis van het operationele bedrijfsresultaat in 2022 (code 9901) en het gemiddelde van de operationele bedrijfsresultaten over de periode 2017-2021. 

De sectorale sociale partners hebben drie bedragen aan koopkrachtpremie voorzien. De eerste twee zijn de bedragen voor hoge winst, het derde voor uitzonderlijke hoge winst: 

• 200 euro indien het operationele bedrijfsresultaat in 2022 (code 9901) gestegen is met 10% t.a.v. het gemiddelde operationele bedrijfsresultaat over de periode 2017-2021, 
• 250 euro indien het operationele bedrijfsresultaat in 2022 (code 9901) gestegen is met 25% t.a.v. het gemiddelde operationele bedrijfsresultaat over de periode 2017-2021,
• 400 euro indien het operationele bedrijfsresultaat in 2022 (code 9901) gestegen is met 50% t.a.v. het gemiddelde operationele bedrijfsresultaat over de periode 2017-2021.

Let wel, de totale kost van de koopkrachtpremies toegekend aan alle werknemers kan niet hoger zijn dan 15% van de winst na belastingen (code 9904) van de onderneming in 2022. Bij overschrijding van het plafond wordt het beschikbare bedrag van de koopkrachtpremies geproratiseerd onder de gerechtigde werknemers.

Enkel de werknemers die in dienst zijn op 30 november 2023 komen in aanmerking als ze in 2023 minstens 60 dagen effectief gewerkt hebben. Van deze 60 dagen mogen er maximaal 30 gelijkgesteld worden. Het gaat concreet om dagen van tijdelijke werkloosheid en dagen gedekt door een gewaarborgd loon. 

Heb je in 2023 al een koopkrachtpremie toegekend, dan kan je deze verrekenen.

De fietsvergoeding wordt verhoogd naar 0,27 euro per kilometer vanaf 1 juli 2024, en dat voor een traject van maximaal 40 km (heen en terug) per arbeidsdag. Boven de 40 kilometer per arbeidsdag blijft de tussenkomst voor privé vervoer van toepassing.

De sectorale regeling die de mogelijkheid voorziet om landingsbanen met uitkering op te nemen blijft behouden. Dat wil zeggen dat de leeftijdsgrens voor uitkeringen 55 jaar blijft bij opname van de landingsbaan lange loopbaan of zwaar beroep, en dat tot en met 30 juni 2025.

De sector verlengt ook de bestaande regelingen rond SWT (stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag) binnen het huidige wettelijk kader. De volgende cao’s worden dus opnieuw afgesloten om SWT vanaf 60 jaar mogelijk te maken:

• SWT na 33 jaar loopbaan waarvan 5 jaar in de laatste 10 jaar of 7 jaar in de laatste 15 jaar in een zwaar beroep (nachtarbeid, ploegenarbeid of permanente tewerkstelling in onderbroken diensten) of na 20 jaar nachtarbeid doorheen de volledige loopbaan; 
• SWT na 35 jaar loopbaan waarvan 5 jaar in de laatste 10 jaar of 7 jaar in de laatste 15 jaar in een zwaar beroep;
• SWT na een lange loopbaan van 40 jaar. 

Ook de mogelijkheid om vrijgesteld te worden van de aangepaste beschikbaarheid is behouden tot en met 31 december 2026 

De sector herinnert eraan dat elke onderneming die minstens 15 werknemers tewerkstelt jaarlijks vóór 15 februari een opleidingsplan moet overmaken aan Educam. Dat moet worden voorafgegaan door de raadpleging van de ondernemingsraad of, indien er geen ondernemingsraad actief is, met de vakbondsafvaardiging, of met de arbeiders.

Telt je onderneming minder dan 15 werknemers, dan wordt het opstellen van het plan aanbevolen. 

Er wordt een individueel recht op opleiding voor elke werknemer ingevoerd, in functie van de grootte van de onderneming.

• Ondernemingen tot 10 werknemers
  • Collectief recht op opleiding ten belope van 5 dagen per 2 jaar
  • Individueel recht op opleiding ten belope van 2 dagen per 2 jaar
• Ondernemingen tussen 10 en 19 werknemers
  • Collectief recht op opleiding ten belope van 5 dagen per 2 jaar
  • Individueel recht op opleiding ten belope van 2 dagen per 2 jaar met hieraan gekoppeld een groeipad waarbij het individueel recht op opleiding wordt vermeerderd met een halve dag in 2025 en 2026 en een halve dag in 2027 en 2028
• Ondernemingen met meer dan 20 werknemers
  • Vanaf 1 januari 2023 een individueel recht op opleiding van 7 dagen per 2 jaar dat gekoppeld wordt aan een groeipad waarbij het individueel recht op opleiding wordt vermeerderd met 1 dag voor de periode 2025-2026, 1 dag voor de periode 2027-2028 en 1 dag voor de periode 2029- 2030.

Een werknemer die zijn dagen niet volledig opgebruikt, draagt het saldo over naar het volgende kalenderjaar. Na verloop van 6 jaar wordt de teller van het opleidingsrecht op nul gezet.

De cao overuren met referentieperiode op 1 jaar wordt heringevoerd voor de periode van 1 januari 2024 tot 31 december 2024. 

Het opleidingsaanbod bij instroom van 4 opleidingsdagen voor de nieuwe arbeider en 1 bijkomende dag na 1 jaar waarvoor een vormingskrediet wordt toegekend wordt uitgebreid naar de arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur en verlengd voor de periode van twee jaar.

De sectorale regeling outplacement wordt verlengd vanaf 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025. Het bedrag van de tussenkomst in de kost van de outplacementbegeleiding vanwege het sociaal fonds wordt verhoogd van 1.300 naar 1.500 euro per arbeider. 500 euro blijft ten laste van de onderneming.

_{Bron:
Nationaal akkoord 2023-2024 van 11 oktober 2023 (1 januari 2023 - 31 december 2024 tenzij anders vermeld)}