Vergoeding thuisladen bedrijfswagen: aanpassing bedragen
De terugbetaling van de kosten voor het thuisladen van een (deels) elektrische bedrijfswagen geeft onder bepaalde voorwaarden geen aanleiding tot het aanrekenen van een (bijkomend) belastbaar voordeel. Om werkgevers te ondersteunen in de berekening van de “werkelijke kostprijs” van een laadbeurt werd een circulaire gepubliceerd die de berekening van de maximale kost per kilowattuur (kWh) per gewest forfaitair bepaalt. Deze kostprijs per kilowattuur wordt elk kwartaal aangepast in functie van de evolutie in de CREG-tarieven. De maximale bedragen voor het tweede kwartaal van 2025 kunnen intussen berekend worden.
Principe
In de circulaire van 5 december 2024 bespreekt de FOD Financiën de behandeling van de terugbetaling van de elektriciteitskosten, zowel aan werknemers als aan bedrijfsleiders, voor het opladen van elektrische of (plug-in) hybride bedrijfswagens. Indien voldaan is aan bepaalde voorwaarden blijft deze terugbetaling onbelast. Intussen sloot ook de RSZ zich aan bij de principes in deze circulaire.
We bespraken deze circulaire al uitgebreid in een eerder nieuwsbericht.
Terugbetaling in functie van CREG-tarief
Omwille van de verscheidenheid aan tarieven en de administratieve complexiteit, wordt toegelaten dat de elektriciteitskosten forfaitair terugbetaald worden, in de vorm van een vast bedrag per kilowattuur (kWh). Dit bedrag wordt afgeleid van de gemiddelde commerciële elektriciteitsprijs all-in op de kleinhandelsmarkt voor residentiële klanten met een huishouden met digitale teller met elektrisch voertuig met verbruik van 8.000 kWh/jaar en gemiddelde maandpiek van 7,36 kW, zoals gepubliceerd door de CREG.
Daarbij heeft de werkgever 2 opties:
- Gebruik van een vast tarief rekening houdend met de woonplaats van de betrokken werknemer.
- Gebruik van een vast tarief zonder rekening te houden met de woonplaats van de werknemer: in dit geval is het maximaal vast tarief per kWh dat de werkgever kan gebruiken, gelijk aan het laagste tarief dat geldt in één van de gewesten voor het betrokken kwartaal. Deze keuze geldt dan voor het hele kalenderjaar en voor alle werknemers.
Bedragen tweede kwartaal 2025
De circulaire geldt (voorlopig) slechts voor bepaalde duur, van 1 januari 2025 tot 31 december 2025. Mogelijk wordt deze geldigheidsduur wel nog verlengd.
De FOD Financiën zal voor elk kwartaal de maximale vaste bedragen per kWh bekendmaken, via een addendum aan de circulaire. Tot op heden zijn de bedragen voor het tweede kwartaal van 2025 nog niet officieel gepubliceerd. Deze worden berekend in functie van de elektriciteitsprijzen per kWh van november en december 2024 en van januari 2025.
Volgens onze berekeningen zouden de bedragen als volgt evolueren:
|
Overzicht |
Eerste kwartaal 2025 |
Tweede kwartaal 2025 * |
|---|---|---|
|
Vlaams Gewest |
28,22 eurocent/kWh |
31,94 eurocent/kWh |
|
Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
32,94 eurocent/kWh |
35,84 eurocent/kWh |
|
Waals Gewest |
32,56 eurocent/kWh |
36,17 eurocent/kWh |
* Onder voorbehoud van bevestiging door de FOD Financiën.
Uiteraard kunnen werkgevers ook lagere bedragen gebruiken. Mogelijk werden hierrond ook afspraken gemaakt op sector- of ondernemingsniveau. Kijk deze dus zeker na.
Bron:
- Circulaire 2024/C/77 van 5 december 2024 over de terugbetaling van elektriciteitskosten door de werkgever voor het thuis opladen van een bedrijfswagen
- Tussentijdse RSZ-instructie ‘Terugbetaling van elektriciteitskosten voor het thuis opladen van een bedrijfswagen’ van 9 januari 2025