Woon-werkverkeer in tijden van thuiswerk

Door het vele thuiswerk zal de Belg in 2020 veel minder kilometers van en naar het werk hebben gereden. Maar die keren dat hij/zij de verplaatsing maakte, deed hij/zij dat niet anders dan andere jaren: vooral met de auto, meer en meer op de fiets en een combinatie van beide is – zeker in Vlaanderen – ook populair. Neen, corona en meer thuiswerk hebben in de populariteit van de (bedrijfs)wagen geen deuk geslagen. Het gestaag toenemende percentage werknemers met een salariswagen is niet gestuit, ze zijn weer met 5,5% meer dan vorig jaar.

De verwachting is dat thuiswerk in 2021 zal evolueren naar een hybride model van afwisselend wel en niet naar kantoor. Voor veel van die verplaatsingen zullen werknemers nog altijd de auto nemen, al dan niet in combinatie met een ander vervoersmiddel. Dat hoeft op zich niet slecht te zijn. Als we maar twee keer per week naar kantoor rijden in plaats van vijf keer, wordt het aantal afgelegde pendelkilometers hoe dan ook meer dan gehalveerd. In die zin heeft corona ons autogebruik duurzamer gemaakt. Komt bij dat de ommekeer naar kleinere, groenere wagens zich verder doorzet en wel vooral onder de bedrijfswagens. De salariswagen hoeft dus niet meteen in de ban, maar de automatische koppeling aan een bepaalde functie in een bedrijf is niet het model van de toekomst. Het model van de toekomst is: haal de bedrijfswagen uit het standaard loonpakket en voorzie een budget waaraan de werknemer zelf de gewenste invulling kan geven, bv. een kleinere auto maar dan wel een fiets erbij.

De combinatie auto en fiets blijft trouwens een geslaagde combinatie. De fiets bereikt 1 op 3 werknemers, de helft van hen rekent altijd op de tweewieler voor verplaatsingen tussen woonst en werk. Verliezer van de mobiliteitsbarometer 2020 is het openbaar vervoer. Daar is het vermoeden dat trein/tram/bus/metro door social distancing niet zonder blutsen uit het coronajaar zijn gekomen.