Op deze pagina
Sociale verkiezingen: stemrecht voor uitzendkrachten
Sinds de sociale verkiezingen van 2020, kunnen uitzendkrachten naar de stembus trekken bij de gebruiker (de onderneming waar de uitzendkracht werkt). Wat zijn de voorwaarden? We geven een overzicht.
Wanneer mag een uitzendkracht stemmen?
Net zoals bij reguliere werknemers is er een minimale anciënniteit vereist om te mogen stemmen. Uitzendkrachten krijgen stemrecht bij de gebruiker voor zover zij minstens 32 effectieve arbeidsdagen voor die gebruiker hebben gewerkt. Deze 32 effectieve arbeidsdagen moeten zich situeren in de 3 kalendermaanden die voorafgaan aan de maand waarin dag X valt. Kortom, wanneer de sociale verkiezingen in mei gehouden worden, loopt deze periode van 3 maanden van 1 november 2023 tot en met 31 januari 2024. Uitzendkrachten werken vaak in onderbroken periodes. Door de anciënniteitsvoorwaarde op deze manier te formuleren, hebben meer uitzendkrachten de mogelijkheid om te stemmen dan wanneer de anciënniteit na elke onderbreking zou eindigen.
Gebruiker is technische bedrijfseenheid
De gebruiker wordt bepaald op het niveau van de “technische bedrijfseenheid”. Meerdere juridische entiteiten kunnen samen één technische bedrijfseenheid vormen. Er worden dan verkiezingen georganiseerd voor deze verschillende juridische entiteiten samen. Een uitzendkracht kan dus perfect de vereiste anciënniteit opbouwen om stemgerechtigd te zijn, door tijdens deze periode in verschillende bedrijven tewerkgesteld te zijn die deel uitmaken van dezelfde technische bedrijfseenheid.
Bron: Wet van 4 december 2007 betreffende de sociale verkiezingen, B.S. 7 december 2007