Seizoensarbeid

Seizoensarbeid: ideaal voor landbouwers, tuinbouwers of fruittelers. Zo kan je vlot en voordelig extra helpende handen inschakelen tijdens piekperiodes.

Wetgeving rond seizoensarbeid en plukkaart op een rij

Wil je extra helpende handen inschakelen om de seizoensgerelateerde piekmomenten op te vangen? Dat kan via tijdelijke dagcontracten. Het aanwerven van seizoensarbeiders levert je als werkgever bovendien mooie belastingvoordelen op. We leggen je uit hoe plukkaarten werken en waar je rekening mee moet houden.

Wat is seizoensarbeid?

Seizoensarbeid is het soort werk dat enkel in een bepaald seizoen kan gebeuren. Denk bijvoorbeeld aan fruitpluk, vuurwerkverkoop, sommige werkzaamheden in de horeca, zaai- en oogst in de landbouw ... Seizoensarbeiders werken via tijdelijke dagcontracten. Het is dus een vorm van tijdelijke tewerkstelling.

Voor heel wat sectoren is het snel en flexibel inzetten van seizoensarbeiders een grote hulp tijdens piekperiodes.

Het systeem van tijdelijke arbeid met dagcontracten bestaat speciaal voor ondernemingen die onder paritair comité 144 en 145 vallen. Dit omvat:

  • fruitteelt

  • groenteteelt

  • druiventeelt

  • champignonteelt

  • sierteelt

  • landbouw

  • boomkwekerij

  • ...

Gelegenheidswerknemer in de tuinbouw

Voor de aanleg van parken en tuinen en voor technische landbouwwerken kan je geen beroep doen op seizoensarbeiders.

Plukkaart

Seizoensarbeiders moeten beschikken over een gelegenheidsformulier. Dit wordt ook een plukkaart genoemd.

Voordelen voor de werkgever: een plukkaart zorgt voor een gunstig loon

Het grootste voordeel van seizoensarbeid met een plukkaart is de verlaagde patronale RSZ-bijdrage. Die wordt namelijk berekend op basis van een forfaitair dagloon. In praktijk betekent dat een voordeel voor de werkgever van zo’n 4,50 euro per uur.

Zo spaar je als werkgever in totaal 2300 euro uit als een seizoensarbeider 65 dagen bij jou aan de slag gaat. Ook de werknemer kan er de vruchten van plukken: hij of zij hoeft zelf meestal geen RSZ-bijdrage te betalen.

Seizoensarbeid: welk loon ontvangt de werknemer?

De lonen voor gelegenheidsarbeiders werden in 2023 opgetrokken tot hetzelfde niveau als de laagste categorie vaste werknemers in de land- en tuinbouwsector.

Wetgeving voor seizoensarbeiders

  • Je mag het hele jaar door verschillende seizoensarbeiders inzetten, behalve in de champignonteelt. Seizoensarbeid in deze sector is slechts 156 dagen per jaar toegestaan.

  • In principe kan je dezelfde seizoensarbeider maximaal 65 dagen per jaar inzetten. Behalve in de landbouw – waar dit maar 30 dagen zijn – en in de witloof- en champignonteelt – waar het gaat over 100 dagen als er voldaan is aan enkele specifieke voorwaarden.

  • Een seizoensarbeider mag enkel bij jou aan de slag als hij of zij de laatste 180 dagen niet met een gewone arbeidsovereenkomst in de tuinbouwsector werkte.

  • Seizoensarbeiders mogen maximaal 11 uur per dag en 50 uur per week werken. Daarmee wijkt deze vorm van arbeid af van de normale arbeidsduur van 8 uur per dag en 40 uur per week.

Mag je als werkgever buitenlandse seizoensarbeiders aannemen?

Onder bepaalde voorwaarden en met bijkomende formaliteiten, kan je buitenlanders als seizoensarbeider aanwerven.

Klik hier om meer te lezen over buitenlandse werknemers en grensarbeid.

Woonplaatsverklaring

Werkgevers in de land- en tuinbouw kunnen op hun adres een papieren belastingaangifte ontvangen op naam van hun buitenlandse gelegenheidsarbeiders. Die formulieren mag je gewoon negeren: je hoeft er niets mee te doen en FOD Financiën zal geen herinneringen sturen.

Hoe dat komt? In principe is de seizoensarbeider die hier bezoldigingen ontving Belgische inkomstenbelasting verschuldigd, ook wanneer hij of zij in het buitenland woont. Alle buitenlandse seizoensarbeiders moeten dus in principe een belastingaangifte indienen bij de FOD Financiën. Sinds 2022 geldt voor buitenlandse seizoensarbeiders in de land- en tuinbouw – onder bepaalde voorwaarden – echter een uitzondering op die regel: soms voldoet hun ingehouden bedrijfsvoorheffing ook meteen als hun eindbelasting.

De seizoensarbeider die gebruik wil maken van deze uitzondering, moet voor elke arbeidsovereenkomst een zogenaamde woonplaatsverklaring overmaken aan de werkgever. Dit is een officiële verklaring van een bevoegde overheidsdienst van het land van herkomst, waarin bevestigd wordt dat de gelegenheidsarbeider elders een officiële woonplaats heeft. De werkgever die zo’n woonplaatsverklaring ontvangt, moet die op zijn beurt doorgeven aan het sociaal secretariaat. Op de fiscale fiche moet namelijk aangeduid worden of er een woonplaatsverklaring werd overgemaakt.

De realiteit leert echter dat veel seizoensarbeiders geen woonplaatsverklaring overmaken aan hun werkgever. In dat geval stuurt de FOD Financiën wel gewoon een belastingaangifte. Daarvoor gebruiken ze het bij hen gekende adres. Werd voor de loonadministratie het adres van de werkgever gebruikt? Dan zal dat adres bij de FOD Financiën waarschijnlijk ook geregistreerd staan als het adres van de arbeider. Gevolg: het aangifteformulier wordt niet opgestuurd naar het buitenlandse adres van de seizoensarbeider, maar naar dat van de (ex-)werkgever.

Het is belangrijk dat er een loskoppeling gebeurt tussen de naam van de seizoensarbeider en het adres van de werkgever. Op de website van de Boerendbond staat een bestand dat de werkgever kan invullen als hij of zij op naam van een seizoensarbeider een belastingaangifte ontving. De Boerenbond maakt dit bestand vervolgens over aan de fiscus.

Wie kan je nog aanwerven als seizoensarbeider?

  • werknemers die al een job hebben buiten de land- en tuinbouwsector

  • uitkeringsgerechtigden 

  • Mensen met een werkloosheidsuitkering moeten elke werkdag aanduiden op hun controledag.

  • Mensen met een ziekte- of invaliditeitsuitkering kunnen als seizoensarbeider werken wanneer ze een schriftelijke toestemming hebben van hun medische adviseur.

  • Mensen met een leefloon of die steun van het OCMW ontvangen, kunnen als seizoensarbeider aan de slag gaan op voorwaarde dat ze het OCMW daarvan op de hoogte brengen.

  • wijkwerkers

  • jobstudenten (maximaal 475 uren per jaar met een studentenovereenkomst, daarna nog eens 65 dagen met een contract als seizoensarbeider)

  • huisvrouwen (MAAR: als hun partner een uitkering ontvangt, mogen ze niet te veel verdienen)

  • gepensioneerden (op voorwaarde dat ze niet meer dan een bepaald bedrag bijverdienen, dat afhankelijk is van hun leeftijd, het type pensioen dat ze krijgen en of ze kinderen ten laste hebben)

  • bruggepensioneerden of werklozen met een bedrijfstoeslag (MAAR: als ze langere tijd seizoensarbeid verrichten, kan dat wel gevolgen hebben voor hun pensioen)

Plukkaart aanvragen

Een seizoensarbeider mag slechts één plukkaart per jaar gebruiken. Die ontvangt de werknemer van de eerste werkgever voor wie hij of zij dat jaar aan de slag gaat.

Plukkaarten bestellen

Ben jij de eerste werkgever? Dan is het dus jouw taak om de plukkaart te bezorgen. Plukkaarten vraag je aan bij het Waarborg- en Sociaal Fonds voor het Tuinbouwbedrijf of Landbouwbedrijf.

Plukkaarten inleveren

Ben jij de laatste werkgever van de seizoensarbeider? Vraag hem of haar dan om de plukkaart in te leveren en bezorg het document aan het Waarborg- en Sociaal Fonds. Dit moet telkens voor 31 januari van het volgende jaar.

Saldo van de plukkaart controleren

Twijfel je over het resterende aantal beschikbare seizoensarbeidsdagen op de plukkaart? Dan kan je als werkgever in de tuinbouw – niet in de landbouw – het saldo controleren in de teller van green@work. Dit is een toepassing op de site van de RSZ, naar analogie met de teller van student@work.

De gevolgen van de plukkaart voor de belastingen

Dimona-aangifte

De plukkaart of het gelegenheidsformulier vervangt de schriftelijke arbeidsovereenkomst. Elke ingevulde dag op de kaart komt overeen met één dagcontract. Dit betekent dus dat de arbeidsovereenkomst elke dag automatisch afloopt. Er moet nooit een opzeg of contractbeëindiging gebeuren. Als werkgever beslis je elke dag opnieuw wie je aanwerft, zonder daarvoor een schriftelijke arbeidsovereenkomst op te stellen.

Houd wel rekening met de Dimona-aangifte: zowel het begin- als het einduur van de tewerkstelling moet meegegeven worden in de aangifte. Het correct uitvoeren van de Dimona-aangifte is een van de voorwaarden om te kunnen genieten van een voordelig RSZ-tarief.

Seizoensarbeid en belastingen

In de land- en tuinbouwsector kan op RSZ-vlak gebruikgemaakt worden van een voordeelregime bij gelegenheidsarbeid. Dit regime houdt in dat de RSZ-bijdragen – voor een bepaald aantal dagen per jaar – berekend worden op basis van een forfaitair dagloon in plaats van op het reële loon van de gelegenheidsarbeider.

Bovendien geldt er een gedeeltelijke vrijstelling voor de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing. Dit is specifiek voor werkgevers uit de tuinbouwsector die zich hoofdzakelijk bezighouden met fruit- of groenteteelt. Zo geniet de werkgever van een patronale lastenverlaging. Concreet wil dit zeggen dat een deel van de ingehouden bedrijfsvoorheffing niet moet worden doorgestort aan de FOD Financiën. Let op: dit gaat over een lastenverlaging voor de werkgever. Voor de werknemer verandert er niets.

De bedrijfsvoorheffing die niet moet worden doorgestort, bedraagt 1,23 euro per uur arbeid gepresteerd als gelegenheidsarbeider in de fruit- of groenteteelt. Het gaat dan zowel over de effectief gepresteerde uren als over de daarmee gelijkgestelde uren waarvoor de werkgever het normale loon verschuldigd is, zoals betaalde feestdagen.

Meer weten over werken op zon- en feestdagen? Je leest er hier alles over.

Altijd juridisch in orde met de loonadministratie voor je seizoensarbeiders dankzij Acerta.

Wil je extra helpende handen inschakelen tijdens piekperiodes? Seizoensarbeid is een goede oplossing! Maar dan moet je je natuurlijk wel houden aan enkele regelgevingen. Geen paniek: Acerta houdt je op de hoogte en zorgt ervoor dat je loonadministratie steeds juridisch in orde is!